Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
OU Internationaal Recht compacte Samenvatting module 1 t/m 7 €4,99   Ajouter au panier

Resume

OU Internationaal Recht compacte Samenvatting module 1 t/m 7

 46 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Module 1 t/m 7 kort en krachtig samengevat. Alle tentamen stof is meegenomen. Een document van 19 pagina's die alle stof voor het tentamen bevatten. Ook alle stof uit youlearn meegenomen.

Aperçu 3 sur 18  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 8 + 10, 12 & 13
  • 30 novembre 2020
  • 18
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Internationaal Recht
Het internationaal Recht legitimeert en reguleert de uitoefening van publiek gezag. Het beschermt
publieke belangen, zoals veiligheid, welzijn, bescherming. Het internationaal publiekrecht kent een
algemeen deel en een bijzonder deel. Algemene deel gaat over overkoepelende beginselen en
leerstukken die op alle deelgebieden van toepassing zijn, zoals formele beginselen. Bijzondere delen
internationaal strafrecht, milieurecht.

Met de Vrede van Westfalen ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten die niet langer
waren onderworpen aan een hoger gezag. Dit was van belang voor de onafhankelijke staten, die
bepalend waren voor de ontwikkeling van internationaal publiekrecht, die ontstonden in de 16 e en
17e eeuw in Europa.

De internationale en nationale rechtsorde hebben elk hun eigen rechtsbronnen. Deze zijn autonoom,
wat betekent dat elke rechtsorde zelf bepaald of en onder welke voorwaarden zij juridische effecten
toekent aan rechtsregels uit andere rechtsorde. In beginsel heeft een regel van nationaal recht geen
juridische betekenis in de internationale rechtsorde.

Module 1 + 2 Rechtssubjecten (rechtspersonen)
- het hebben van internationale rechten en plichten (verschil in grote en mindere mate)
- het kunnen verrichten van internationale rechtshandelingen, of te wel deelnemen aan het
rechtsverkeer (een verdrag sluiten) bevoegdheden.

Alleen uit praktijk kan worden afgeleid wie de internationale rechtsorde als rechtssubject beschouwt.
Key is bezitten van rechten en plichten en bevoegdheden.

Onderscheid tussen volledig (objectieve) en beperkt
 volledige rechtspersoonlijkheid/subjectiviteit wordt altijd toebedeeld aan de staten (objectief),
bezit de bekwaamheid op om elk genoemde manier deel te nemen aan het rechtsverkeer.
 beperkte rechtspersoonlijkheid worden door de staten erkent als het hebben van een bepaalde
vorm van rechtssubjectiviteit (gekwalificeerd), het hebben van een aantal van deze bekwaamheden.

Internationale organisaties (intergouvernementele) zijn meestal opgericht door staten om publieke
taken uit te oefenen. VN, EU en Raad van Europa. Bezitten beperkte rechtspersoonlijkheid. Welke
vorm hangt af van de functies van de organisatie. De reikwijdte van rechten en plichten en
bevoegdheden wordt bepaald door het specialiteitsbeginsel.

De facto-regimes zijn niet statelijke entiteiten. Door de afwezigheid van een effectief gezag wordt de
dienst door hun uitgemaakt. Het zijn georganiseerde groepen die vaak tegen de staat in opkomst
komen om autonomie te verkrijgen. Zwak, want van tijdelijke aard. De reikwijdte is erg beperkt. Ze
worden alleen een recht tot zelfbeschikking toegekend.

Non-gouvernementele organisaties zijn private organisaties die grensoverschrijdend opereren.
Worden geen rechtssubjectiviteit toegekend in beginsel en dus geen verplichtingen. Internationale
kamer van Koophandel. Goede doelen.

Natuurlijke personen (individuen jij en ik) hebben een beperkte vorm van rechtssubjectiviteit.
Rechten zijn mensenrechten, humanitair oorlogsrecht = je mag als burger, als persoon die niet
meedoet aan de strijd, niet worden aangevallen in de oorlog, je moet worden beschermd.
Verplichtingen zijn individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid, bijv. oorlogsmisdrijven.

,Multinationale ondernemingen hebben rechten en plichten op nationaal niveau, maar ook op
internationaal niveau. In beginsel geen vorm van rechtssubjectiviteit, zij kunnen dus niet iets van een
ander land claimen.

Staten
Wat is een staat  artikel 1 van verdrag Montevideo
1. Permanente bevolking (populatie met band grondgebied)
2. Afgebakend grondgebied (grenzen hoeven niet absoluut te zijn)
3. Regering/overheid (maakt niet uit in welke vorm)
4. Soevereiniteit (je moet de mogelijkheid hebben om internationale relaties aan te gaan met andere
staten.

Declaratoire erkenning  wat je nodig hebt om een staat te zijn, is bovengenoemd artikel en
erkenning is geen criterium. Juridisch juist, erkenning is slechts bevestiging van het feitelijk bestaan
van een staat.
Constitutieve erkenning  erkenning is verplicht, anders geen staat. Zonder erkenning heeft een
staat dus geen territoriale integriteit en mag dus zomaar binnen gevallen worden, maar ook dat hij
niet gebonden is aan het internationaal recht.

Moeilijkheden bij een staat zijn: onafhankelijkheid, zelfbeschikkingsrecht en als er een voorwaarde
wegvalt (failed state)

Rechtsbronnen
- Gewoonterecht
- Verdragen
- Besluiten van internationale organisaties
- Algemene rechtsbeginselen
- Billijkheid
- Eenzijdige rechtshandelingen
- Besluiten van rechterlijke tribunalen.

Dualistische leer  gescheiden rechtssystemen
Monistische leer  er bestaat één rechtsorde
Moderne gedacht is pluralistische opvatting met een niet hiërarchische ordering van naast elkaar
staande rechtsordes.

Rechtsbronnen van internationaal recht is te vinden in art 38 Statuut IGH. Dit artikel stelt geen
hiërarchie vast aan de bronnen.
A. internationale verdragen
B. gewoonterecht
C. onderliggende gedachtes  waarom een verdrag over bepaalde onderwerpen? De standaard
afspraken/principes die erkend worden door landen.
D. rechterlijke beslissingen en de geschreven werken van zeer belangrijke geleerden
Als er een conflict is tussen de Internationale rechtsbronnen en hun regels, zijn de volgende
beginselen van toepassing:

- Regels van jus cogens zijn van hoogste rangorde, int. rechtsregels die in strijd zijn met
dwingend recht, zijn nietig. (verbod op geweld, genocide en foltering)
- Verdragen, gewoonterecht, besluiten int. organisaties, eenzijdige rechtshandelingen en
algemene rechtsbeginselen worden beschouwd als gelijkwaardig. Als er toch conflict is dan

, Nieuw gaat voor oud  Lex posterior
Speciaal gaat voor algemeen  Lex specialis
Oud en special gaat voor nieuw en algemeen.
- Jurisprudentie en doctrine worden gezien als aanvullende rechtsbronnen en staan daarom
hiërarchisch gezien onderaan.

Zelfbeschikking
Het beginsel van zelfbeschikking speelt een hele belangrijke rol in het proces van staatsvorming. Volk
heeft recht om in vrijheid zijn eigen politieke status en economische, sociale en culturele
ontwikkelingen te bepalen. Artikel 1 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke
rechten. Het betekent dat een volk het recht heeft om binnen de grenzen van een bepaalde staat tot
op zekere hoogte zin eigen ontwikkeling te bepalen.

Module 3 Verdragen
A. ook wel statuut genoemd. Weens verdragenverdrag = de regels voor verdragen te vinden. De
regels hiervan VCLT (verdragenverdrag) zijn van toepassing tenzij het specifieke verdrag anders
bepaald.

Wat is een verdrag  artikel 2 lid 1 sub a een internationale overeenstemming tussen staten die
geschreven is en onder internationale wet vallen.

Totstandkoming verdrag
Door wie  full powers. Een persoon wordt geacht een verdrag te sluiten indien hij een volmacht
kan overleggen waar zijn bevoegdheid uit blijkt, art. 7 Verdragenverdrag.
Pas als de staat uitspreekt dat hij aan het verdrag gebonden is dan pas ben je echt verbonden 
consent to be bound.
Meest voorkomende procedures voor uitspreken consent
- ondertekening (nog niet gebonden)
- bekrachtiging (ratification)  belangrijkste wijze van instemming.
- toetreding (accession)  moet dan door bijvoorbeeld Nederlands parlement worden gedaan door
middel van toestemming artikel 46 en 47

Art 46 een staat mag het feit dat zijn instemming door een verdrag gebonden te worden, en die
tot uitdrukking is gebracht in strijd met een bepaling van int recht betreffende de bevoegdheid te
sluiten, niet ongeldig verklaren van zijn instemmen, TENZIJ de schending duidelijk was en betrekking
had op een regel van zijn interne recht en fundamenteel belang.

Art. 47  als de bevoegdheid van vertegenwoordiger voor instemming verdrag van een staat een
specifieke beperking was onderworpen, kan dit verzuim niet worden ingeroepen als
ongeldigverklaring, tenzij die beperking aan de andere staten werd meegedeeld voordat hij zijn
toestemming uitdrukte.
- inwerkingtreding = entry into force = staat is gebonden

Als voldoende staten hun instemming door het Verdrag gebonden te worden tot uitdrukking
brengen, dan treedt het verdrag in werking, art. 24.

Ongeldigheid verdrag
Artikel 46-53, bijvoorbeeld geen full powers of strijdig met dwingend recht.

Wijzigen verdrag  tekst in zijn geheel aanpassen of enkel voor sommige staten. Of protocol
toevoegen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puck_hockey. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter