Hoofdstk 2.4, 2.5, 2.6, 4, 5, 6, 7, 8, 9a, b en c, 10, 11, 12, 14, 16, 17 en 18
2 juin 2014
57
2013/2014
Resume
Sujets
personen en familierecht
huwelijksvermogensrecht
naamrecht
scheiding
afstamming
adoptie
voogdij
gezag
alimentatie
curatele
geregistreerd partenerschap
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Personen- en familierecht
Personen- en familierecht hoofdstuk 15
Personen- en familierecht hoofdstuk 9
Tout pour ce livre (4)
École, étude et sujet
Haagse Hogeschool (HHS)
HBO Rechten
Personen- en familierecht
Tous les documents sur ce sujet (16)
2
revues
Par: hkbisschop • 4 année de cela
Par: Alexielle • 10 année de cela
Vendeur
S'abonner
isabel93
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting personen- en familierecht
Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen.
4. Het begrip persoon.
Er zijn natuurlijke en rechtspersonen. Boek 1 gaat over natuurlijke personen. Art. 1:1 BW stelt dat
eenieder die zich in Nederland bevindt vrij is: de toestanden waardoor een mens zou ophouden
rechtssubject te zijn en rechtsobject zou worden, niet worden geduld, lid 2 (bijvoorbeeld slavernij).
5. Begin en einde van de persoonlijkheid.
Als je geboren wordt begint een persoon te bestaan, er is 1 uitzondering: een kind waarvan een
vrouw zwanger is wordt als geboren aangemerkt, art. 1:2 BW. Dit is bijvoorbeeld van belang bij
erven, adoptie en kinderbeschermingsmaatregelen. De persoonlijkheid eindigt door de dood. Daar
tussenin is een persoon een rechtssubject: een zelfstandige drager van rechten en plichten.
6. Bloed- en aanverwantschap; familie- en gezinsleven.
Bloedverwantschap: betrekking tussen personen van wie de een van de ander afstamt (rechte lijn) of
tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben (zijlijn). Bestaan van juridische
bloedverwantschap betekent het bestaan van een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten:
familierechtelijke betrekking. Art. 1:3 lid 1 BW geeft geen definitie maar wel aan hoe de graad van
bloedverwantschap moet worden berekend.
Aanverwantschap berust op huwelijk of gp, graad hiervan is gelijk aan graad van bloedverwantschap
tussen andere echtgenoot/partner en diens bloedverwant, art. 1:3 lid 2 BW.
Naast bloedverwantshap wordt er aangenomen dat er ook een relevant familie- en gezinsleven
bestaat tussen moeder en kind (family life, art. 8 EVRM). Tussen man en met wie moeder tijdens
geboorte kind is getrouwd en kind bestaat in het algemeen familie- en gezinsleven en
bloedverwantschap. Tussen kind en man die kind heeft erkend bestaat ook familie- en gezinsleven.
Tussen kind en biologische vader (niet erkend) kan er familie- en gezinsleven bestaan.
Ook tussen nauwe verwanten (grootouders/kleinkinderen) kan familie- en gezinsleven bestaan, er
moeten wel daadwerkelijk nauwe betrekkingen tussen de personen zijn. Tussen pleegouders en
pleegkind kan ook familie- en gezinsleven bestaan. Het bestaan van familie- en gezinsleven is van
belang bij kwesties van omgang, gezag, kinderbescherming, afstamming, onderhoud, naam en
erfrecht. Staat moet familie- en gezinsleven eerbiedigen, in art. 8 lid 2 EVRM staan uitzonderingen.
Hoofdstuk 4. De naam.
10. Functie van de naam.
Iedereen heeft een geslachtsnaam (achternaam) en voornaam. Functie van de naam is het
individualiseren van een persoon en het is een middel tot identificatie. Als de wet spreekt over
naam wordt de geslachtsnaam en de voornaam bedoeld.
11. Verkrijging en wijziging van geslachtsnaam.
Uitgangspunt van de wet is dat ouders geslachtsnaam van hun kind kunnen kiezen, art. 1:5 BW. Deze
keuze is aan regels gebonden:
1. Ouders kiezen 1 van hun beider namen
2. Keuze die ouders voor hun beider eerste kind doen, geldt voor alle volgende kinderen van
deze ouders, art. 1:5 lid 8 BW
3. Als geen naamskeuze wordt gedaan krijgt het kind volgende naam:
a. Gehuwde ouders kunnen naamskeuze voor geboorte van het kind doen ten
overstaan van ambtenaar van bs, of bij geboorteaangifte ten overstaan van
ambtenaar van bs van gemeente waar kind is geboren. Als voor geboorte keuze is
gemaakt wordt akte van naamskeuze opgemaakt, naamskeuze bij geboorteaangifte
, wordt opgenomen in geboorteakte, art. 1:5 lid 4 BW. Als gehuwde ouders geen
keuze maken krijgt kind naam van vader, art. 1:5 lid 5 BW. Zelfde geldt voor lesbische
stellen, als zij geen keuze doen houdt het kind naam van zijn moeder, art. 1:5 lid 4
BW.
b. Bij adoptie doen adoptanten samen met adoptant keuze ter gelegenheid van
rechterlijke uitspraak tot adoptie, in uitspraak wordt opgenomen welke keuze is
gedaan, art. 1:5 lid 3 BW. Als geen keuze wordt gemaakt, krijgt kind geslachtsnaam
van vader als adoptanten van verschillend geslacht en gehuwd zijn. Als dit niet zo is,
houdt het kind naam die het heeft.
c. Bij erkenning geschiedt naamskeuze ter gelegenheid van erkenning. Maken moeder
en erkenner geen keuze, krijgt/houdt kind naam van moeder, art. 1:5 lid 2 BW.
d. Bij gerechtelijke vaststelling van vaderschap doen ouders keuze ter gelegenheid van
rechterlijke uitspraak tot vaststelling van vaderschap. Als geen keuze is gedaan houdt
kind naam van moeder, art. 1:5 lid 2 BW.
e. Als moeder volgens art. 1:199 sub b BW het vaderschap van overleden echtgenoot
d.m.v. verklaring heeft ontkend en zij hertrouwd was op tijdstip van geboorte van
kind, kunnen moeder en nieuwe echtgenoot ter gelegenheid van ontkenning
naamskeuze doen. Maken zij geen keuze dan heeft kind naam van vader, ar.t 1:5 lid
6 BW.
4. Gemaakte keuze kan door ouders niet worden herzien. Kind kan wel nadat het meerderjarig
is geworden naam van andere ouder krijgen.
Als bij opmaken van geboorteakte moeder en vader onbekend zijn (of hun personalia) neemt de
ambtenaar van de bs in de akte een voorlopige geslachtsnaam op, art. 1:5 lid 10 en 1:19c BW.
Definitieve vaststelling van geslachtsnaam geschiedt door Koning. Vaststelling door koning kan ook
geschieden indien iemands geslachtsnaam om andere reden onbekend is, art. 1:7 lid 2 BW.
Wijziging van geslachtsnaam geschiedt bij koninklijk besluit op verzoek van betrokkene of diens
wettelijke vertegenwoordiger, art. 1:7 BW.
12. Bewijs van geslachtsnaam.
Als je wil bewijzen hoe je geslachtsnaam luidt, volsta je met het geven van (afschrift van)
geboorteakte, daarin moet geslachtsnaam worden opgenomen. Vermelding van geslachtsnaam in
geboorteakte levert tegen eenieder dwingend bewijs op, art. 1:6 BW.
13. Verkrijging en wijziging van voornamen.
Je krijgt je voornaam bij geboorte, doordat degene die geboorte aangeeft de namen door ambtenaar
van bs in akte doet opnemen, art. 1:4 lid 1 BW. Lid 2 geeft een beperking, naam mag niet ongepast
zijn en mag niet gelijk zijn aan andere achternaam, tenzij het ook een gebruikelijke voornaam is. Als
voornaam is geweigerd en aangever geeft geen andere voornaam op, geeft ambtenaar van bs
ambtshalve 1 of meer voornamen. Hij doet dit ook als aangever helemaal geen namen opgeeft, art.
1:4 lid 3 BW. Hiertegen staat geen bijzondere beroepsmogelijkheid open. De vraag of ambtenaar
opgegeven naam terecht heeft geweigerd kan wel aan oordeel van rechtbank worden onderworpen,
lid 4 (wijziging verzoeken van ambtshalve gegeven namen).
Wijzigingen van voornamen wordt bevolen door rechtbank op verzoek van betrokken persoon of
wettelijke vertegenwoordiger. Geschiedt door toevoeging van latere vermelding aan akte van
geboorte o.g.v. rechterlijke last tot wijziging van voornamen, art. 1:20 en 20a BW. Dit geldt ook voor
toevoeging of schrapping.
14. Bescherming van de naam.
Art. 1:8 BW gaat over onrechtmatig gebruiken van de naam van een ander. Art. 6:162 wordt niet
opzijgezet. Hieruit vloeit voort:
, 1. Dat het gebruiken van een andere naam dan zijn werkelijke ook buiten de gevallen van art.
1:8 BW onrechtmatig (en strafbaar) kan zijn, bijvoorbeeld ingevallen van oneerlijke
concurrentie of oplichting
2. Dat gevolgen van dit onrechtmatig handelen beheerst blijven door algemene regels
(schadevergoeding vorderen)
15. Naam van echtgenoten en geregistreerde partners.
Art. 1:9 bevat beperking op art. 1:8 BW. Mannen en vrouwen houden in huwelijk en geregistreerd
partnerschap eigen geslachtsnaam. Art. 1:9 BW geeft hun het recht de naam van andere partner te
voeren i.p.v. eigen geslachtsnaam, voorafgaand aan eigen geslachtsnaam of volgend op eigen
geslachtsnaam. Als je gehuwd bent geweest of geregistreerd partnerschap hebt gehad, houd je de
bevoegdheid tot het voeren van geslachtsnaam van ex-partner. Onder voorwaarden kan deze
bevoegdheid door rechtbank op verzoek van ex-partner ontnomen worden, art. 1:9 lid 2 BW.
16. Internationaal privaatrechtelijke aspecten.
Het nationale recht bepaalt welke naam je hebt, art. 10:19 BW. Als je naast Nederlandse ook andere
nationaliteit hebt, geeft Nederlandse nationaliteit doorslag voor de vraag naar welk recht moet
worden beoordeeld welke naam van toepassing is, art. 10:20 BW.
Hoofdstuk 5. De woonplaats.
17. Inleiding.
Woonplaats: de plaats waar men rechtens (t.a.v. uitoefening van rechten en vervulling van
verplichtingen) geacht wordt steeds tegenwoordig te zijn, ook bij feitelijke afwezigheid. Onderscheid:
1. Eigenlijke woonplaats:
a. Zelfstandige woonplaats
b. Afhankelijke woonplaats
2. Gekozen woonplaats:
a. Vrijwillig gekozen woonplaats
b. Noodzakelijk gekozen woonplaats
18. De zelfstandige woonplaats.
Hier heeft het begrip woonplaats betekenis die meest aansluit bij wat je normaal iemands
woonplaats noemt: het vaste adres. Wet gebruikt woord ‘woonstede’, art. 1:10 lid 1 BW. Hiermee
wordt bedoeld dat een zekere bestendigheid is vereist. Als iemand geen woonstede heeft, geldt
plaats van zijn werkelijk verblijf, tenzij dit van geheel voorbijgaande aard is, als woonplaats. Iemand
die kantoor of filiaal houdt, heeft daar een tweede zelfstandige woonplaats die niet de woonstede is,
dit is een beperkte zelfstandige woonplaats, art. 1:14 BW. Voor verlies van woonstede eist de wet
daden waaruit wil blijkt deze prijs te geven, art. 1:11 lid 1 BW. Lid 2 geeft in aansluiting hierop een
wettelijk vermoeden, waaruit verandering van woonplaats mag worden afgeleid.
19. De afhankelijke woonplaats.
Woonplaats van handelingsonbekwame is bij zijn wettelijke vertegenwoordiger, art. 1:12 lid 1 BW.
Dit geldt ook als handelingsonbekwame elders zijn vaste adres zou hebben (bijvoorbeeld
minderjarige student die op kamers woont).
20. De vrijwillig gekozen woonplaats.
Art. 1:15 BW laat de mogelijkheid open dat men een andere dan zijn werkelijke woonplaats kiest. Om
misbruik te voorkomen moet voldaan zijn aan eisen: schriftelijk of langs elektronische weg
aangegane overeenkomst, voor 1 of meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekkingen en een
redelijk belang. Gekozen woonplaats kan van belang zijn voor betrekkelijke bevoegdheid van rechter.
, Juridische woonplaats: plaats waar men voor uitoefening van rechten en vervulling van
verplichtingen geacht wordt tegenwoordig te zijn (ongeacht of men daar steeds feitelijk aanwezig is).
21. De noodzakelijk gekozen woonplaats.
Art. 1:15 BW bepaalt dat men verplicht is een woonplaats te kiezen. Zie bijvoorbeeld art. 3:260 lid 1
BW en 63 Rv.
Hoofdstuk 6. De burgerlijke stand.
22. Inleiding.
Doel van bs is bijhouden van persoonlijke gegevens die iemands persoonlijke staat betreffen.
Belangrijke gebeurtenissen worden neergelegd in akten, zoals geboorte, huwelijk, geregistreerde
partnerschappen en overlijden. Iedere gemeente heeft dus 4 registers, art. 1:17 lid 1 BW. Art. 1:18c
lid 1 BW bepaalt dat alles dubbel moet zijn. De registers worden bijgehouden door ambtenaren van
de bs die worden benoemd oor burgemeester en wethouders, art. 1:16 lid 2 BW.
23. Geboorteakte.
Geboorteakte moet worden opgemaakt door ambtenaar van bs waar kind is geboren, of
aangetroffen, art. 1:19 BW. Art. 1:19e lid 1 bepaalt dat moeder bevoegd is tot aangifte van geboorte.
Verplichting tot aangifte van geboorte rust primair op juridische vader. Termijn voor aangifte
bedraagt 3 dagen na bevalling. Ambtenaar is verplicht om op verzoek aan degene die voor hem in
persoon verschijnt een attestatie de vita, bewijs van in leven zijn, te verschaffen, art. 1:19k BW,
hiermee kan persoon aantonen dat hij in leven is.
24. Overlijdensakte.
Wordt opgemaakt door ambtenaar van bs van gemeente waar persoon is overleden, art. 1:19f lid 1
BW. Eenieder die van overlijden uit eigen wetenschap kennis draagt, is bevoegd aangifte te doen,
niemand is verplicht. Als een kind levenloos ter wereld is gekomen, wordt akte opgemaakt die in
overlijdensregister wordt opgenomen, art. 1:19i lid 1 BW. Als het kind levend is geboren maar is
overleden voordat termijn voor aangifte van geboorte is verstreken en deze aangifte nog niet was
gedaan, dan worden zowel akte van geboorte als overlijden opgemaakt, lid 2.
25. Latere vermeldingen.
Er zijn nog meer belangrijke feiten is registers opgenomen. Deze kunnen zijn neergelegd in koninklijk
besluit, authentieke akte of rechterlijke uitspraak en zijn te vinden in art. 1:20 BW. Ambtenaar van bs
voegt van deze gegevens latere vermeldingen toe aan geboorteakte, huwelijksakte of akte van
registratie van partnerschap, art. 1:20a BW. Latere vermeldingen kunnen ook voortvloeien uit
buitenlandse akten en uitspraken. Akte van inschrijving maakt de ambtenaar van de bs op van
bepaalde rechterlijke uitspraken die op huwelijkssituatie betrekking hebben
(echtscheidingsuitspraak) als de huwelijksakte niet in Nederlandse registers van bs is opgenomen,
art. 1:21 BW. Huwelijk heeft dan in buitenland plaatsgevonden. Dan kan er geen latere vermelding
toegevoegd worden. Echtscheiding komt in Nederland pas tot stand door inschrijving van
echtscheidingsuitspraak in registers van bs, art. 1:163 BW. Is er geen huwelijksakte dan kan door
deze regeling tot aan voorwaarde van art. 1:163 BW worden voldaan.
Bepaalde in het buitenland door bevoegde instantie overeenkomstig plaatselijke voorschriften
opgemaakte akten van geboorte, huwelijk, gp en overlijden kunnen in Nederlandse registers van bs
in Den /haag worden ingeschreven. Gaat om akten die personen betreffen die op moment van
verzoek tot inschrijving Nederlander zijn, of Nederlands onderdaan zijn geweest of als vluchteling
o.g.v. vluchtelingenverdrag in Nederland zijn toegelaten, art. 1:25 lid 1 BW. Wat betreft geldigheid
van feiten die burgerlijke staat betreffen en die in buitenlandse akte zijn opgenomen, kan aan
Nederlandse rechter verklaring voor recht worden verzocht dat akte overeenkomstig plaatselijke
voorschriften door bevoegde instantie is opgemaakt, art. 1:26 BW.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isabel93. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.