Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide samenvatting hoorcollege aantekeningen Jeugdrecht - Deeltoets A €10,49   Ajouter au panier

Resume

Uitgebreide samenvatting hoorcollege aantekeningen Jeugdrecht - Deeltoets A

3 revues
 284 vues  21 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de literatuur en hoorcollegeaantekeningen voor het vak Jeugdrecht voor deeltoets A. Zie inhoudsopgave voor wat er precies in staat. Voor de samenvatting van het boek 'Jeugdstrafrecht: in Internationaal perspectief' is de 4e druk gebruikt. H1 van het boek is niet samen...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 68  pages

  • Non
  • H2 t/m 8, 10, 12, 14 en 15
  • 27 novembre 2020
  • 68
  • 2020/2021
  • Resume

3  revues

review-writer-avatar

Par: fleurbijman • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: babsstaneke • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: maximevangils • 3 année de cela

avatar-seller
Jeugdrecht
Samenvatti ng

Inhoudsopgave
HC1: Grondslagen en geschiedenis van het jeugdrecht..........................................................................1
H2: Geschiedenis van het jeugdstrafrecht..........................................................................................5
H3: Grondslagen van jeugdstrafrecht.................................................................................................6
KC1: Rechten van het kind......................................................................................................................8
H7: 7.1-7.3........................................................................................................................................10
HC2: Familierecht.................................................................................................................................12
Schrama 10.1-10.9: Het afstammingsrecht......................................................................................15
H5: Gezag en minderjarigheid..........................................................................................................18
HC3: Jeugdhulp en jeugdbescherming..................................................................................................21
EHRM 21 september 2006, nr. 12643/02 (Moser/Oostenrijk)..........................................................24
H4: De samenhang tussen het jeugdstrafrecht en het civiele jeugdrecht........................................25
H6: Jeugdhulp en jeugdbescherming................................................................................................27
KC2: IVRK/EVRM en jeugdhulp en jeugdbescherming..........................................................................31
HC4: Jeugdstraf(proces)recht...............................................................................................................33
HC4.1 Introductie.............................................................................................................................33
HC4.2 Het materiële jeugdstrafrecht - deel 1...................................................................................33
HC4.3 Het materiële jeugdstrafrecht - deel 2...................................................................................34
HC4.4 Het materiële jeugdstrafrecht – deel 3..................................................................................34
HC4.5: Het formele jeugdstrafrecht – Deel 1....................................................................................37
HC4.6: Het formele jeugdstrafrecht – Deel 2....................................................................................40
HC4.7: Het formele jeugdstrafrecht – Deel 3....................................................................................43
H8: Straffen en maatregelen voor jongeren.....................................................................................48
H10: De leeftijdsgrenzen..................................................................................................................52
H12: De politie en het Openbaar Ministerie in jeugdstrafzaken.......................................................54
H14: Raad voor de Kinderbescherming, NIFP en jeugdreclassering.................................................56
H15: Rechter-commissaris, kinderrechter en meervoudige kamer..................................................59
General Comment no. 24: Een weerspiegeling van een decennium aan ontwikkelingen................62
KC3: IVRK/EVRM en jeugdstrafrecht.....................................................................................................63
H7: 7.4 – 7.8......................................................................................................................................64

,HC1: Grondslagen en geschiedenis van het jeugdrecht
2 gebieden: Civiele jeugdrecht (kinderbeschermingsrecht) en het jeugdstrafrecht als onderdeel van
bredere systeem van strafrecht in Nederland. Er is ook overlap tussen deze gebieden.

Grondslagen en geschiedenis Jeugdstrafrecht
19e eeuw: heropvoeding
Zorg om scholing en verpaupering/tekortschieten ouders/ roep om overheidsingrijpen. Voor het
eerst het idee dat de overheid in kan grijpen in opvoeding als het niet goed gaat met minderjarige.
Maakbaarheidsgedachte lag hieraan ten grondslag: kinderen waarbij het niet goed gaat, moeten
heropgevoed worden. Verschuiving van absolute macht van de vader, naar dat de overheid op
bepaalde gebieden ook een rol speelt. Overheid als noodouder/vangnet.

Deze gedachte leidt tot veranderingen in bepaalde wetten:
- Onderwijs: 1901 – leerplichtwet voor kinderen tussen de 5 en 12 jaar.
- Heropvoeding: oprichting particulieren internaten om kinderen weg te halen uit
‘ziekmakende’ gezinnen. Vaak langdurig.

19e eeuw: modernisering strafrecht
Klassieke Richting: Individuele verantwoordelijkheid en persoonlijke schuld. Straf naar mate van
schuld. Vergelding.
vs
Moderne richting: Degeneratie en verwaarlozing. Invloed menswetenschappen > accent op
bescherming kind, ook tegen verwaarlozende ouders. Gezin/omgeving is het
probleem, kind moet geholpen worden door heropvoeding.

1901: Kinderwetten – In 1905 in werking getreden.
Voor het eerst dat op alle terreinen van regelgeving ten aanzien van jeugdigen een eigen deel
wetgeving speciaal voor jeugdigen was zowel aan civiele/burgerlijke kant als aan de kant van het
jeugdstrafrecht.

Burgerlijke kinderwet: Overheid kan ingrijpen als ouders verantwoordelijkheid van verzorging en
opvoeding niet waar maakten. Ouderlijke macht ontnemen in situaties waarin het kind ernstige
ontwikkelingsschade opliep en ouders niet deden wat ze moesten doen t.a.v. verzorging en
opvoeding. Alles of niets: of je greep niet in, of je zette ouders uit de ouderlijke macht.

Strafrechtelijke kinderwet: Eigen wet t.a.v. sancties en procedures speciaal op kinderen gericht deel.
- Aparte sancties (rechter): teruggave kind aan ouders zonder straf, berisping, geldboete,
tuchtschool, dwangopvoeding
- Aparte regels zitten rechtbank: gesloten deuren, recht op bijstand advocaat, ouders worden
uitgenodigd voor zitting, onderzoek persoon & levensomstandigheden.
- Geen ondergrens (er werd namelijk niet uitgegaan van individuele verantwoordelijkheid,
maar vanuit het idee van heropvoeding); bovengrens 18 jaar
- Overdracht naar commune strafrecht mogelijk
Aantal dingen is nog steeds zo: gesloten deuren, recht bijstand advocaat, ouders uitgenodigd en nu
zelfs aanwezigheidsplicht, onderzoek persoon & levensomstandigheden, overdracht commune
strafrecht mogelijk.

Kinderbeginselenwet

1920: Psychologisering

1

,Kritiek op rechterlijke macht: gebrek aan pedagogische kennis bij rechters die over kinderen moesten
beslissing  Wet tot invoering van de kinderrechter in 1921.

Kritiek op behandeling: Commissie Overwater 1955, Rapport commissie Koekebakker 1959. Uitte zich
in detentiesfeer: uniformen, kaalscheren, geen eigen ruimte. Idee ontstond dat dit geen goede
manier was en dit werd aangepast. Meer aandacht voor het kind en de ontwikkeling, op een
kindvriendelijke manier ingrijpen.

1965: juridisering
Erkenning dat kinderen geen product zijn van falende ouders, maar het zijn zelfstandige mensen die
wel in ontwikkeling zijn en daardoor kwetsbaar, maar het zijn wel individuele personen met zowel
rechten als plichten. Idee van individuele verantwoordelijkheid kwam langzaam weer terug.
Dit leidde ertoe dat in de Nieuwe Kinderbeginselenwet (1965) er weer een ondergrens van 12 jaar
werd ingevoerd. Vanuit het idee dat vanaf een bepaalde leeftijd ook kinderen deels verantwoordelijk
kunnen worden gehouden voor hun gedrag.
In de zaak Kent en Gault (1966; 1967) is te zien dat kinderen strafrechtelijk vervolgd worden zonder
de rechten die volwassenen zouden hebben. Uitkomst van hooggerechtshof was dat minderjarige
eenzelfde mate van rechtsbescherming verdienen als volwassenen.
Commissie Anneveldt (1982): idee dat we meer moeten uitgaan van de persoonlijke
verantwoordelijkheid en de toegenomen mondigheid van kinderen. Kind is niet alleen object.
Wet op de jeugdhulpverlening
Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (2001): de rechten van gedetineerde jeugdigen zeer
precies geregeld  juridisering: rechten en plichten verantwoordelijkheden geïntegreerd in
jeugdrechtwetgeving.

1995: verharding
Commissie Anneveldt (1979-82)
- Waar mogelijk uniformiteit met commune strafrecht: minderjarigen moeten waar mogelijk
verantwoordelijk gehouden worden.
- Efficiëntie: vereenvoudiging van het systeem
- Pedagogisch perspectief: dus minderjarigen niet net zo zwaar straffen als volwassenen.

1995 – Vernieuwingen jeugdstrafrecht: verharding
- Hogere strafmaxima: 12-15: 1 jaar. 16, 17-jarigen: 2 jaar.
- Makkelijker overdracht commune strafrecht
Sindsdien toename sanctionering: meer en zwaardere straffen

2014: ?  lastig om hier 1 stempel op te plakken omdat er verschillende richtingen zijn.
Wet Adolescentenstrafrecht aangenomen.

Beeld t.a.v. de wet en de situatie daarna is niet eenduidig.
Pedagogisch perspectief ten grondslag aan deze wet:
- Basis van deze wet ligt de gedachte dat de onvoltooide emotionele, sociale en morele
ontwikkeling loopt veel langer door dan gedacht en ook langer dan waar de wet rekening
mee houdt.
- Adolescentie kenmerkt zich door een gebrek aan inhibitie, lange-termijn denken en
empathisch vermogen
- Hierom uitbreiding toepassingsbereik jeugdstrafrecht.
Maar duidelijk punitieve elementen: voorstel om straffen te verzwaren. En omzetting van PIJ (jeugd
TBS) in TBS.

Grondslagen van jeugdstrafrecht

2

, - Belang van het kind
- Jeugdstrafrecht is strafrecht
Jeugdstrafrecht is strafrecht, dit betekent dat belangrijke uitgangspunten en principes die gelden
voor het reguliere strafrecht ook voor het jeugdstrafrecht gelden. Het is geen beschermingsrecht.
Regels van het jeugdstrafrecht zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht, dus er is geen apart
wetboek. Het delict staat centraal, wel met oog voor de dader. Delict is uitgangspunt voor wat
proportionele straf of maatregel is. Dus straf naar mate van schuld/individuele verantwoordelijkheid.
- Beperkte verantwoordelijkheid minderjarige (pedagogisch perspectief)
Pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht: strafrechtelijke handelingen gericht op ontwikkeling
en hem (al dan niet m.b.v. een strafrechtelijke reactie te stimuleren) (her)opvoeden, resocialiseren,
op een betere toekomst voor te bereiden en te weerhouden van een verdere criminele carrière.
Erkenning van jeugdige dader als (gedeeltelijk) verantwoordelijk, maar kwetsbaar persoon heeft
gevolgen voor de vraag wanneer je strafrechtelijk aansprakelijk bent, de strafmaat en de procedure.

Grondslagen en geschiedenis Jeugdbeschermingsrecht
Jeugdbeschermingsrecht: Systeem binnen het civiele recht van maatregelen om d.m.v. gedwongen
overheidsingrijpen kinderen te beschermen tegen schadelijke invloeden.

2 hoofdthema’s:
Historische ontwikkelingen jeugdbescherming
1901: De Burgerlijke Kinderwet
Einde aan de absolute vaderlijke macht. 2 kinderbeschermingsmaatregelen die leiden tot beëindiging
van het gezag:
Ontheffing uit het gezag: ouder is ongeschikt of onmachtig  niet per se verwijt naar ouders toe.
Ontzetting uit het gezag: grove verwaarlozing of slecht levensgedrag.  wel verwijt naar ouders toe.
Ontzetting uit het gezag betekende ook dat het kiesrecht werd ontnomen.

1921: Introductie van ondertoezichtstelling en de kinderrechter
- OTS
Rigide, alles-of-niets systeem. Kinderen werden weggehaald wij ouders (definitief). Er was behoefte
aan een minder ingrijpende maatregel gericht op preventie, opbouwend werk in het gezin 
Ondertoezichtstelling (OTS).

Ondertoezichtstelling is gezagsbeperkend. Dit betekent dat ouders gehouden zijn om te luisteren
naar de aanwijzingen van een gezinsvoogd. Op papier hebben de ouders nog steeds het gezag.
De wettelijke vereisten zijn zeer ruim: bedreiging met de zedelijke of lichamelijke ondergang. De OTS
groeit uit tot de kern van het maatregelenpakket en wordt veel vaker toegepast dan beoogd (o.a. in
combinatie met uithuisplaatsing). Dit komt deels door de ruime vereisten.

- Introductie van het ambt kinderrechter
Zowel voor jeugdbeschermingszaken als jeugdstrafzaken. Kinderrechter werd gezien als actieve
rechter. Weinig terughoudendheid wat betreft het opleggen van maatregelen. En ook een actieve rol
bij de uitvoering hiervan.

1956: Uithuisplaatsing krijgt een zelfstandige plek in de wet
OTS is gericht op versterken gezinsband, verbeteren van de thuissituatie. Maar OTS werd vaak
gecombineerd met uithuisplaatsing. Ook gingen gezinsvoogden vaak zelf over op uithuisplaatsing.
1956: Wettelijke vereisten voor uithuisplaatsing in de wet. Daardoor moest bevoegd jurist dit
beoordelen. Een eigen wettelijke grond maakt de kinderrechter verantwoordelijk: indien
noodzakelijk in het belang van de opvoeding en verzorging. Ook hier zijn de vereisten erg ruim
geformuleerd en deze vereisten zijn sindsdien niet meer veranderd en zijn nu nog precies hetzelfde.


3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marionbronsink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  21x  vendu
  • (3)
  Ajouter