Sport in de wereld samenvatting
1. Deel 1: Het begrip sport
1.1 Hoofdstuk 1: Sport: Definitie en taalkundige verklaring
1.1.1 Definiëring
Moeilijk een definitie te geven
- Woord sport is verbonden aan aristocratische vrijetijdsbesteding vb. jagen, schermen
Guttman:
Spel bestaat uit spontaan spel en georganiseerd spel of spelen bestaat uit niet-competitieve spelen en
competitieve spelen bestaat uit intellectuele spelen en fysieke spelen of sport.
Spel
Bestaat uit
SPONTAAN SPEL en GEORGANISEERD SPEL(EN)
Bestaat uit NIET COMPETITIEVE EN COMPETITIEVE SPELEN
Bestaat uit INTERELLECTUELE EN FYSIEKE SPELEN of SPORT
Op deze manier onderscheidde hij sport van alle andere vormen van vrijetijdsbesteding:
• Kritiek: Elke sport moet competitief zijn (dus geen breedtesport)
• Recreatie = niet prestatiegerichte lichamelijke activiteit, buiten elk competitief verband met als
belangrijke rol het leggen en onderhouden van sociale contacten
Terugkomende elementen in definities van sport:
- Sport = alle vormen van fysieke activiteit
- Vindt plaats in een specifiek organisatorisch verband, maar is ook ongebonden
- Draagt bij tot conditie, je goed in je vel voelen (mentaal) en maatschappelijke vorming
Sport volgens Crum bestaat uit:
- Wedstrijdsport: spanning, presteren
- Recreatiesport: ontspanning, recreatie, gezamenlijkheid
- Fitnesssport: fitness, gezondheid
- Avontuursport (redbullsporten): avontuur, spanning
- Lust-/pret-/pleziersport: plezier(S-sporten: sun,sea,sand,snow,seks,speed and satisfaction)
- Cosmetische sport: het modeluiterlijk (naar wellnesscentra gaan)
Zijn benadering was eerder de ‘motieven van het bewegen’ dus een hele reeks ‘vrijetijdsbestedingen’ vielen ook
onder deze noemer.
Sport volgens het Mulier Instituut:
Sport is een menselijke activiteit die veelal plaatsvindt in een specifiek organisatorisch verband maar ook
ongebonden kan worden verricht.
Ongebonden: In de VS zijn er geen verplichte verzekeringen zoals hier (blessures).
KENNY BASTELEUS 1
,Europese Commissie besliste om sport als een afzonderlijk economische sector te benaderen. Omdat uit al de
reeds gegeven definities geen eenduidige definitie van sport te onderscheiden valt, deed men dit onder volgende
definitie (=de Vilniusdefinitie):
- Sport originated from physical education and is in this context most of the time defined as all form of
physical activity that contributes to physical fitness, mental well-being and social interaction, such as play,
recreation, organized or competitive sport, and indigenous sports and games.
1.1.2 Het woord sport in de taal
De meeste wereldtalen hebben het woord sport en de geassocieerde termen van sport uit het Engels geleend
(Guttmann) => LINGUA FRANCA
- Bij LINGUA FRANCA is de sport afhankelijk van zijn oorsprongsgebied
- VK is bakermat van de moderne sporten
- VS is secundair bakermat van de moderne sporten (Volley, basket en baseball)
• Op deze manier kunnen we het oorsprongsgebied van een sport lokaliseren, bv. Engelse termen in
voetbal (sport uit Engeland), Japanse termen in Judo (sport uit Japan), Franse termen in wielrennen
(sport uit Frankrijk) => toch blijft Engels het belangrijkst.
1.2 Hoofdstuk 2: De evolutie van traditionele naar moderne sporten
1.2.1 De traditionele spelen
- Binnen de middeleeuwen bestonden er 4 sporttypes:
o Toernooien en jacht: ridders en landellieden
o Jacht (dierenbrutaliteiten): Gewone volk
o Boogschietwedstrijden: Stedelijke middenstand
o Volksspelen: gewone volk
Traditionele elitaire spelen dienden voor aanleren van vaardigheden nodig bij jacht, transport en oorlog.
(Zeer gewelddadig karakter en werden beschouwd als stap naar volwassenheid)
Traditionele volksspelen waren gebaseerd op de lokale omgeving, feestdagen en tradities.
Binnen de middeleeuwen was er de aanwezigheid van verschillende gilden. Deze gilden hadden enorm gesloten
karakter met elk hun specialisatie in een bepaalde discipline. Deze discipline had als doel het vormen van soldaten
indien de stad werd aangevallen. (Bijvoorbeeld: Kruisboogschieters, pijl en boog, zwaardvechters, …)
De vier Gentse hoofdgildes:
1) De gilde der kruisboogschutters van Sint-Joris;
2) De handboogschutters van Sint-Sebastiaan;
3) De schermersgilde van Sint-Michiel;
4) De buksschieters van Sint-Antonius.
Van deze verenigingen, die eens zo rijk en machtig waren, blijft niets meer over. Vandaag zijn het eenvoudige
verenigingen met tijdverdrijvende activiteiten.
Traditionele spelen Moderne spelen
Informele organisatie geworteld in de lokale sociale Specifieke formele organisatie, geïnstitutionaliseerd,
structuren gedifferentieerd op lokaal, regionaal, nationaal en
internationaal niveau
Beoefend tijdens festiviteiten Losgekoppeld van festiviteiten en vervangen door
andere tijdsindeling: Vrije tijd/arbeid
KENNY BASTELEUS 2
, Eenvoudige en ongeschreven reglementen Geschreven reglementen, pragmatisch uitgewerkt en
gelegitimeerd door tradities gelegitimeerd op rationeel-hiërarchische
bureaucratische wijze
Variërend spelpatroon; veranderingen in de tijd; Veranderingen institutioneel bepaald door
element plezier, muziek en rituele spiritualiteit bureaucratie. Plezier en muzikale elementen
aanwezig verdwijnen gedeeltelijk
Regionale verschillen in reglementen, grootte en Nationaal en internationaal gestandaardiseerde
vorm van de bal, speelveld, … reglementen
Geen ruimtelijke begrenzing van het speelveld, Alles gelimiteerd via reglementen, het aantal
tijdsduur en aantal deelnemers, niet noodzakelijk deelnemers van beide ploegen is gelijk
evenveel deelnemers in beide ploegen.
Sterke gemeenschapsdruk om deel te nemen: Individueel gekozen als recreatie, individuele
Individuele identiteit ondergeschikt aan identiteit zeer belangrijk, test van de identiteit naar
groepsidentiteit. Integratie in de lokale identiteit specifieke vaardigheden
belangrijk
Lage rol (arbeids)verdeling tussen de spelers. Beide Grote rolverdeling en specialisatie. Opdeling
seksen en alle leeftijden kunnen deelnemen man/vrouw en leeftijdscategorieën
Geen onderscheid tussen spelers en toeschouwers Sterk onderscheid tussen spelers en toeschouwers
Informele sociale controle door de spelers zelf binnen Formele sociale controle door de bureaucratische
de context van het spel instituties officieel aangestelde personen die de
spelers kunnen straffen
Traditionele spelen Moderne spelen
Hoog niveau van getolereerd fysiek geweld en Laag niveau van getolereerd fysiek geweld, hoge
emotionele spontaniteit controle op de emoties
Open en spontane vorm van ‘battle excitement’ Gecontroleerde en gesublimeerde vorm van ‘battle
excitement’
Nadruk op fysieke kracht: ‘de sterke man’ Nadruk op vaardigheid en fysieke kracht, productie
van resultaten en kwantificering van de records. Sterk
prestatiegericht
Sterke invloed van natuurlijke en sociale verschillen in Minimalisering van de verschillen in de ruimtelijke
het spelpatroon (kerkplein, marktplein, heuvels, omgeving. De sportruimte geraakt geïsoleerd van de
vlakte, …) alledaagse omgeving
Lokaliteit primeert boven nationaliteit en Nationale identificatie en resultaatgericht
internationaliteit
Steunend op traditionele waarden (traditionalisme “Citius, altius, fortius’-principe, olympische ideologie
en paganisme/christendom) en rationalisme
Lokale belangrijkheid van de wedstrijd, relatieve Nationaal en internationaal belangrijker dan het
gelijkheid van spelvaardigheden tussen de ploegen, lokale, opkomst van elitespelers en ploegen,
geen mogelijkheid voor nationale reputatie of betaling mogelijkheid voor nationale en internationale
reputatie, tendens naar ‘monetair’ worden van sport
Belangrijkste verschillen tussen traditionele spelen en moderne spelen:
- Secularisme: Moderne sporten hebben geen binding of relatie met het religieuze;
- Egalitair: Zelfde reglementen voor alle deelnemers en theoretisch kan iedereen deelnemen;
- Bureaucratisering: Ontstaan van lokale, regionale, nationale en internationale organen. Zij organiseren
competities op ieder niveau, oefenen toezicht uit op naleving en verandering van de reglementen;
- Specialisatie: Evolutie naar gespecialiseerde rollen en speelposities;
- Rationalisatie: aanpassing reglementen, wetenschappelijke trainingen atleten en materiaal verbeterd
(professionalisme);
- Kwantificering: statistieken, rangschikkingen en tabellen;
KENNY BASTELEUS 3
, - Obsessie van records: Principe van ‘citius, Altius, fortius’.
Versporting = de omvorming van sportachtig vermaak in moderne sporten met internationale erkenning
Versporteringsproces:
1) Traditioneel sportstadium
2) Vorming van clubs = FORMALISATIE
3) Reglementeren en bureaucratiseren (oprichten nationale bonden) = VORMING MODERNE SPORT
4) Ruimtelijke diffusie (verspreiding & aanvaarding) van de moderne sport in andere landen en regio’s
5) De vorming van een Internationale bureaucratisering (internationale bonden)
Traditionele sporten vandaag
VlaS: Vlaamse traditionele Sporten: Ondersteunt en promoot de beoefening van de traditionele sporten in
clubverband in Vlaanderen
o Sporten zoals: Beugelen, handboogschieten staande wip, stopschieten, krulbol, strabol, sjoelen
Korfbal:
- Ontstaan Nederland in 1902
- Gebaseerd op ringboll
(In België vooral in Antwerpen)
- Oorspronkelijk veldkorfbal maar zaal populairder
- Beachkorfbal variant 4vs4
Netball:
- Afleiding van basketbal eind 19e eeuw
- Indoorversie
Kaatsen:
- Voornamelijk Henegouwen-Vlaams Brabant- Oost-Vlaanderen
- Moeilijk jeugd aan te trekken
ZIE PPT
Palio:
- Of vaandel (paardenrace)
- Religieus feest in Siena sinds 1287
- Aanvankelijk stierengevechten en later ossen en ezel race
- Sinds 1656 paardenrace zonder zadel
- Paarden door loting aangewezen en bereden door professionele rijder (200 000 prijs)
- Op 2 juli en 16 augustus
- Race tussen wijken
- NIET BELANGRIJK HOE JE WINT MAAR DAT JE WINT
- Corruptie toegelaten
- Alles toegelaten tijdens race
o Slaan met zweep
o Elkaar bocht afsnijden
o Elkaar van paard duwen of trappen
- Paard die eerst aankomt wint
- Wijk die wint hangt vlaggen uit
International Worldgames Association
KENNY BASTELEUS 4