Ik heb dit vak met een 7,5 afgerond! Uitgebreide aantekeningen van Hoorcollege 1 t/m 14, behalve 9 en 12. Van het vak Geestelijke Gezondheidszorg (G&L jaar 2). Succes!
,HC 1 – Introductie
Sociaal constructivisme: we creëren zelf de realiteit zoals we vinden dat het moet zijn, we
bepalen zelf wat we normaal en abnormaal vinden. Stoornis is niet de realiteit, maar wat we
zelf construeren.
Bijvoorbeeld bij OCS; we hebben bepaald dat je er minimaal 1 uur per dag last van hebt,
maar wat als het je een half uur per dag kost?
Maar die grens heeft wel grote gevolgen.
Juridisch: als iemand iets strafbaars heeft gedaan en de psychiater geeft een evaluatie
heeft schizofrenie dus krijgt strafvermindering.
Financieel: verschuiven van criteria waardoor minder mensen de aandoening hebben,
scheelt geld!
Ethisch: wanneer heeft iemand recht op behandeling bijv. wanneer iemand depressief wordt
door rouw over overlijden van dichtbij staand persoon? Hoe stellen we richtlijnen op voor
behandelingen (binnen 10 behandelingen moet je klaar zijn met rouwen).
Psychiatrische ziekte= een ziekte met psychische symptomen en/of psychische oorzaken die
gepaard gaan met lijden en/of sociaal disfunctioneren.
DALYs = Disability Adjusted Life Years the sum of years of potential life lost due to
premature mortality and the years of productive life lost due to disability
DSM
Voordelen:
- Makkelijke en snelle communicatie van wat er met de patiënt aan de hand is
- Internationaal gebruik
- Best gevalideerde instrument tot nu toe, er is nog geen beter alternatief
Nadelen??
Rosenhan experiment: als we ervan uitgaan dat normaal en abnormaal bestaat, hoe
herkennen we die dan?
Experiment:
- 8 acteurs die zich voordeden als patiënten (dus pseudo patiënten)
- Opdracht: moesten proberen opgenomen te worden in een psychiatrische instelling.
- Moesten gaan klagen over het horen van stemmen in hun hoofd.
1
, - Zodra je in de instelling zit, moesten de pseudo patiënten zich weer normaal gaan
gedragen.
Alle patiënten werden uiteindelijk opgenomen. Tussen de 7-52 dagen opgenomen;
gemiddeld 19 dagen opgenomen.
Was een shock in de geestelijke gezondheidszorg.
Deel 2 van het experiment:
- Rosenhan kondigde aan opnieuw pseudo patiënten te sturen
- Instellingen moesten achterhalen wie de pseudo patiënten zijn.
- In die periode waren in totaal bij de instellingen die meededen 193 patiënten
opgenomen, waarvan geïdentificeerd als 41 pseudo patiënten.
- Rosenhan had uiteindelijk niemand opgestuurd! Dus de 41 ‘pseudo patiënten’ waren
gewoon echte patiënten.
Co-morbiditeit: het voorkomen van twee of meerdere symptomen/diagnosen tegelijkertijd.
Kan bijvoorbeeld dat één patiënt 3 verschillende labels krijgt. Mensen met ADHD zijn over
het algemeen ook meer angstig. Co-morbiditeit komt heel veel voor.
Kritiek DSM:
- Categoriale indeling (heel zwart wit; grens normaal/abnormaal)
- Invloed normen/waarden (bijv. homoseksualiteit)
- Gebrek aan culturele sensitiviteit, vrij westers
- Validiteit en betrouwbaarheid is niet heel erg solide
- Onderzoek mist cliëntenperspectief (vaak vanuit psychiater/psycholoog)
- Vrij veel invloed van de farmaceuten (medicalisatie)
Biologische factoren:
Genen/erfelijkheid, infecties, hersenletsel, prenatale ontwikkeling, effecten van
drugs/medicatie, voeding, blootstelling aan schadelijke stoffen, fysieke gezondheid.
Nature/nurture debate:
Discussie omtrent de oorsprong van de eigenschappen van een individu. Nature: alle
eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch
2
, materiaal. Nurture: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding,
voornamelijk door de leefomgeving.
Autisme heeft een heel hoge genetische component, en ook bipolair en schizofrenie.
Verticale as betekent; bijv. 75% wordt genetisch bepaald en de rest door omgeving.
Ook aangeboren hersenafwijkingen (neurologische factoren) kunnen aanleiding zijn tot
ontwikkeling van een psychiatrische aandoening.
De keisnijding: vroeger dachten ze dat als iemand een psychische aandoening had, deze was
bezeten door het kwade. Het idee was dat door het boren van een gat in de schedel de
kwade geest het hoofd kon verlaten.
In de 19eeeuw ontstond de frenologie: het idee dat bepaalde gebieden in de hersenen
verantwoordelijk waren voor bepaalde functies. Model ontwikkeld door Franz Joseph Gall.
Beetje willekeurig ingedeeld, want ze hadden toen nog geen hersenscans.
Phineas Gage: Amerikaanse spoorweg bouwer overleefde een ongeluk met een metalen buis
die dwars door zijn hoofd ging. Ongeluk trof een groot deel van zijn linker prefrontale kwab.
Hij veranderde; weinig emotioneel, werd vervelend, kon gedrag niet goed reguleren. Eerste
casus die connectie tussen hersenletsel en persoonlijkheidsverandering illustreerde.
Simpele uitleg delen van het brein: 3 verschillende onderdelen.
Schade in 1 van de 3 heeft verschillende uitwerking. De
onderste is onderbewuste; basisbrein, zorgt ervoor dat we
lichamelijk in orde zijn (lichaamstemp., hart). Door bovenop zit
het deels-bewuste gedeelte; verantwoordelijk voor de heel
basale, rauwe emoties en geheugen. Vervolgens meest
ontwikkelde, ‘nieuwste’, deel, dat verantwoordelijk is voor het
denken; creativiteit, beslissingen, empathie, emoties
verwerken.
- Hersenstam: dat basisbrein, bestuurt belangrijke levensfuncties als temperatuur,
hartslag, ademhaling en bloeddruk.
- Cerebellum: achter hersenstam; fijne motorische vaardigheden, eerste aangedaan
door alcohol.
- Subcorticale structuren: dat stukje met de rauwe emoties (onderdelen hoef je niet uit
je hoofd te leren). Amygdala wordt geassocieerd met emoties, en hypocampus met
geheugen.
Lobes: dat nieuwste deel, dat over denken gaat:
Frontale lobe: beslissingen maken, problemen oplossen, opzettelijke bewegingen,
bewustzijn, emoties. persoonlijkheidsstoornis, ontremd gedrag
Parietale lobe: aandacht, verwerken van sensorische informatie, motor cortex;
lichaamsoriëntatie en beweging.
Temporale lobe: geassocieerd met luisteren, spreken, taal, taalbegrip (EB: makkelijk
te onthouden want zit dicht bij oor).
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur veerleketelaers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.