1. AGOGIEK EN AGOGISCH HANDELEN
1.1. AGOGIEK EN AGOGISCH HANDELEN
1.1.1. VERANDEREN, AGOGISCH HANDELEN , AGOGIE
Mensen veranderen voortdurend en dit in 2 betekenissen
overgankelijk: jij bent diegene die iets of iemand verandert
Onovergankelijk: jij bent diegene die zelf verandert
Veranderen gebeurt meestal spontaan, onbewust, niet doelgericht
Soms gebeurt dit echter bewust en doelgericht: men heeft dan expliciet de bedoeling om iemand te
veranderen, wat ook wel agogisch handelen of agogie genoemd wordt
Agogisch handelen volgens ten have
“de intentionele, niet-wederkerige beïnvloeding door één of meerdere personen gericht op een
wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als welzijnsbevordering"
1.1.2. AGOGISCH HANDELEN EN PROFESSIONALISERING
De industrialisering (eind 19e e) zorgde voor maatschappelijke veranderingen
door de ontwikkeling van wetenschap en techniek veranderde de maatschappij ingrijpend en aan
zo’n tempo dat volwassenen hun handelen voortdurend moesten bijstellen
men moest bijleren en veranderen om goed te blijven functioneren terwijl voor de
industrialisering het leven van een volwassene in vaste patronen verliep
Door de stijgende individualisering moest je als volwassene zelf kiezen wat je doet
Hiervoor leefden mensen in vrij, kleine, besloten gemeenschappen met heel duidelijk
voorgeschreven normen, waarden en regels
Als reactie op de veranderingen in de maatschappij organiseerde de maatschappij hulp en begeleiding
aan (jong)volwassenen in het ‘welzijnswerk’
Oorspronkelijk vrijwilligerswerk, waarbij het agogisch werkveld ontstaan is met de daarbij horende
beroepen zoals pedagogen, psychologen, therapeuten…
Door de industrialisatie ontstonden meer beroepen en toenemende specialisaties (eerst in de materiële
productie en daarna andere sectoren zoals onderwijs, verpleegkunde…)
De professionalisering kenmerkte zich in het welzijnswerk door:
Differentiatie: beroepsactiviteiten gestandaardiseerd, duidelijk afgebakend en maatschappelijk
herkenbaar
Institutionalisering: een vast patroon in het handelen, beroepsactiviteiten volgen een bepaalde
werkwijze waarbij kennis wordt doorgegeven en beroepsopleidingen ontstaan
Legitimering: beroepsactiviteiten maatschappelijk erkend door bv een diploma
Gevolgen van de professionalisering
Het welzijnswerk kreeg een eigen functie in de samenleving
Beroepskrachten en organisaties namen toe
Ontstaan van beroepsopleidingen, beroepsorganisaties en beroepscodes
Beroepskrachten hielden zich met specifieke doelgroepen en problematieken bezig
Ondanks grote ≠ tussen de werkvelden stond verandering centraal en stonden beroepskrachten in
voor het begeleiden van veranderingsprocessen
agogisch handelen of agogie: “het begeleiden van veranderingsprocessen"
Studiegebied van het agogisch handelen: de sociale (ped)agogiek
1
, 1.1.3. AGOGIEK ALS WETENSCHAP
Sociale agogiek volgens ten have:
“de arbeid waarbij welbewust wordt gestreefd naar een verbetering van een bepaalde toestand,
althans naar verandering van deze toestand.”
Agogiek volgens koffeman:
“agogiek is een verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen, ongeacht hun
leeftijd, op een beroepsmatige manier. De in de sociale dienstverlening gebruikte methoden behoren
tot de leer van de agogiek.”
Agogiek volgens winkelaar:
“agogiek is de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele
personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en dat zij
mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk zelf te handelen teneinde tot de gewenste
verandering te komen (emancipatie).”
1.1.4. HET TERREIN VAN DE (SOCIALE) AGOGIE
Enerzijds het terrein van de hulpverlening
het terrein van de hulpverlening wordt meestal aangeduid als welzijnswerk in categoriale
zorgvoorzieningen (bv. K&g, bjb…) dat gericht is op een bepaald deel van de bevolking en algemene
welzijnsvoorzieningen van openbare (bv. Ocmw) of private aard (bv. Caw) dat gericht is op iedereen.
Anderzijds het vormingswerk
1.1.5. NIVEAUS VAN VERANDERINGSPROCESSEN
Een op van beugen geïnspireerde definitie van bobbink (2005)
“agogisch handelen is het door de dienstverlener beïnvloedend inwerken op sociale processen en
sociale structuren met als doel het welzijn van een cliëntsysteem te bevorderen.
1.1.5.1. Microniveau
Micro = ‘klein’
Deze begeleiding wordt gekenmerkt door een gering beïnvloedingsspectrum: je werkt met een persoon
of kleine groep zoals een gezin
Je biedt je cliënt hulp bij problemen van sociale, psychologische of lichamelijke aard
voorbeelden: rouwverwerking, opvoedingsproblemen, grote schulden, huiselijk geweld, drug- of
drankmisbruik, angst om dood te gaan…
1.1.5.2. Mesoniveau
Meso = ‘midden'
Agogisch handelen op mesoniveau is de hulpverlening of vorming aan een groep of organisatie of
begeleiding van hulpverleners
een groep is een verzameling van mensen die elkaar kennen, met elkaar omgaan en waarvan je ziet
dat ze bij elkaar horen: gezinnen, teams, klassen, leefgroepen,...
Organisaties zijn groter en anoniemer dan groepen, mensen kennen elkaar van op afstand, de
communicatie verloopt minder direct en formeler
niet alleen met de cliënt werken is, maar ook voor de cliënt door ervoor te zorgen dat goede
hulpverlening mogelijk is
2