INHOUDSTAFEL
1. Inleiding
1. Materieel internationaal strafrecht
2. Formeel internationaal strafrecht
2. Extra-territoriale rechtsmacht
1. Principes
2. Toepassingsgevallen
3. Internationale misdrijven
4. Relatie internationaal recht en extraterritoriale rechtsmacht
3. Internationale straftribunalen
1. Gewoonterecht
2. Verdragsrecht
3. Samenwerking
4. Uitlevering en overlevering
1. Historiek
2. Conceptuele link asiel- en uitleveringsrecht
2.1 Politieke exceptie
2.2 Terrorisme als complicatie
2.3 Non-discriminatieregel
3. Uitlevering
3.1 Seining en verzoek
3.2 Stap voor stap
3.3 Basisbegrippen
3.4 Relatie Wet-verdrag/KB EAB
4. Klassieke voorwaarden
5. Klassieke weigeringsgronden
6. Aanpassingen EAB
7. Rechtspraak
8. Europees surveillancebevel
5. Wederzijdse rechtshulp in strafzaken
1. Inleiding
2. Wetgeving
2.1 Klassiek: beperkte wetgeving en diverse verdragen
2.2 Brede aanpassing klassieke samenwerking
3. EU-Overeenkomst van 2000
3.1 Formaliteiten: van locus naar forum
3.2 Uitvoeringstermijnen
3.3 Teruggave
3.4 Interceptie telecommunicatie
3.5 Gecontroleerde aflevering
3.6 Infiltratie
3.7 Samenwerking in gemeenschappelijke onderzoeksteams
1
, 3.8 Spontane informatie-uitwisseling
3.9 Verzending gerechtelijke stukken
3.10 Horen via video- of telefoonconferentie
3.11 Tijdelijke overbrenging gedetineerden
3.12 Rechtstreekse verzending verzoeken
4. Protocol 16 oktober 2001
5. Kaderbesluit bevriezing voorwerpen/bewijs
6. Europees bewijsverkrijgingsbevel
7. Europees onderzoeksbevel 2014
7.1 Wederzijdse rechtshulp: degelijk kader, zij het gefragmenteerd
7.2 Kers op de taart: wederzijdse erkenning bewijs?
7.3 Belgisch spelbederf: voorstel tot EOB-richtlijn
7.4 EOB-wet?
7.5 Boerenbedrog: net meer fragmentatie
7.6 Wederzijdse erkenning: de nieuwe religie
7.7 Wederzijds wantrouwen: the new black
7.8 Weigeringsgronden
7.9 Specifiek geregelde onderzoeksmaatregelen
7.10 Geen vrij verkeer van bewijs
8. Toegang tot e-evidence
8.1 Probleemschets
8.2 Europa
8.3 EU-VS
8.4 Zaken en conflicten
8.5 Voorgestelde oplossingen
8.6 Concurrerende, legitieme belangen
8.7 Fundamentele rechten: overwegingen en zorgen
6. Strafvervolging, Eurojust en EPPO
1. Overdracht van strafvervolging
1.1 Koepelnotie
1.2 Discussie
2. Eurojust en Europees Openbaar Ministerie
7. Strafuitvoering
1. Confiscatiebeslissingen
1.1 Begrip
1.2 Internationale samenwerking
1.3 Bevriezing/inbeslagneming illegale voordelen
1.4 Confiscatie illegale voordelen
2. Geldelijke sanctie
3. Probatiebeslissingen
4. Vrijheidsbenemende sancties
4.1 Kaderbesluit 2008
4.2 Studie IRCP
4.3 Conclusie
2
, 5. Ontzettingen, diskwalificaties en vervallenverklaringen
8. Strafregisterinformatie en internationale recidive
1. Context
2. ECRIS + equivalent effect eerdere veroordeling
3. Vraagpunten en uitdagingen
4. Naar een generieke EU-datastructuur
5. The EU Level Offence Classification System
6. Restproblemen en -mogelijkheden
7. ECRIS-RCN: derdelanders
9. Politiële samenwerking
1. Onderscheid
1.1 Operationele politiële samenwerking
1.2 Informationele politiële samenwerking
3
,1. INLEIDING
Internationaal strafrecht wordt sterk beïnvloed door politiek omdat het internationaal en
intergouvernementeel is (regeringen van landen praten met elkaar en landen werken samen, als een
land het inopportuun acht om iets te doen dat gebeurt dat)
Het recht waarin we geloven als gezonde contouren waarin de politiek moet blijven handelen
en die de uitvoerende macht aan banden legt, loopt hier mis. We krijgen realpolitik.
2 aspecten bij internationaal strafrecht
• Materieel internationaal strafrecht
• Formeel internationaal strafrecht
1. MATERIEEL INTERNATIONAAL STRAFRECHT
Volkenrechtelijk strafrecht en Belgisch recht
- Internationaal verdrags- en gewoonterecht inzake universeel/internationaal strafwaardig gedrag
(bv genocide, misdaden tegen menselijkheid, oorlogsmisdaden)
Bekijken wat internationaal allemaal een misdrijf uitmaakt, is moeilijk omdat er weinig
misdrijven zijn waar we een absoluut akkoord over hebben en voor de misdrijven waar
dat wel het geval is (bv misdaden tegen menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden) is
er op vlak van sanctie (boven EU-niveau) nauwelijks iets gezegd (bv geen sancties bepaald
op genocide)
Sancties op EU-niveau: de EU legt voor sommige misdrijven minima op voor de
maximumstraf → dit leidt op geen enkele manier tot harmonisatie, maar enkel inflatie
naar boven en minimum gestrengheid die de EU wenst
Internationale strafwaardigheid: een land kan zeggen dat iets internationaal strafwaardig
is, ook al vinden andere landen dit niet → als een land unilateraal zegt dat ze iets
strafwaardig vinden en dat ze dit misdrijf overal ter wereld vervolgen waar het ook
gepleegd wordt, door wie dan ook, dan botst dit
- Vestigen en aanwenden extra-territoriale rechtsmacht
Ik stel iets strafbaar en verklaar er mij voor bevoegd, overal ter wereld → ik vestig mijn
rechtsmacht, extra-territoriaal, buiten mijn grondgebied
2 aspecten: enerzijds kan je het in je wet schrijven, dan ben je theoretisch bevoegd, maar
daarnaast kan je nog de rechtsmacht effectief aanwenden, pas dan clasht het met andere
landen
Bijzondere aandacht voor de Wet betreffende ernstige schendingen van het
internationaal humanitair recht
- Bestraffing inbreuken materieel internationaal strafrecht
Als landen zich niet zo breed bevoegd achten, bestaat de mogelijkheid dat internationale
tribunalen gaan kijken naar bepaald gedrag
Internationale ad hoc tribunalen en internationaal strafgerechtshof
4
,2. FORMEEL INTERNATIONAAL STRAFRECHT
De wereld globaliseert, dus de kans dat een strafzaak een internationale component heeft, wordt
ongelofelijk groot. Daarom werken landen samen, vaak op justitiële en politiële samenwerking.
- Justitiële samenwerking: niet enkel te maken met runnen strafonderzoek, maar ook uitvoeren
sancties
• Uitlevering/overlevering: een land wil iemand vervolgen of opsluiten en die persoon
bevindt zich niet op het grondgebied van dat land
• Wederzijdse rechtshulp: elke vorm van bijstand die staten of autoriteiten elkaar
kunnen verstrekken met het oog op informatieverzameling, bewijsverzameling
• Overdracht van strafvervolging, Eurojust en EPPO
Overdracht van strafvervolging: bevoegdheid geven aan een land om
bepaalde feiten te vervolgen die niet bevoegd was en jij verliest je
bevoegdheid → deze vorm bestaat nu al inzake positief rechtmachtconflict
(meerdere landen zijn bevoegd), maar wij kunnen die vervolgingsbal niet
doorspelen aan een land dat nooit de bevoegdheid zou gehad hebben indien
wij deze niet doorspelen (positief wanneer een persoon bijvoorbeeld al
veroordeeld is in een ander land en daar in de gevangenis zit, om daar de
vervolging te laten doorgaan zo kunnen we strafzaken aliniëren, kan misbruikt
worden om een persoon te laten vervolgen in een land waar de straffen hoger
zijn)
Deze figuur is cruciaal voor Eurojust: procureurs moeten kunnen spelen met
de vervolgingsbal om strafzaken te synchroniseren, zorgen voor parallelle
vervolgingen voor verdachten, traceren van criminele vermogens, het op
voorhand nadenken over waar de beste plaats is om confiscatie uit te spreken
→ vroegreflectie, in een stadium voor zaken voor de rechtbank komen over
hoe je zaken gaat plannen
• Overdracht strafuitvoering: straffen die uitgevoerd moeten worden in het buitenland
(bv boetes, confiscaties, gevangenisstraf, ontzettingen)
Je hebt het recht om een verzoek te doen om overgebracht te worden naar
een cel in het eigen land (zeer humanitaire inslag)
EU heeft hetzelfde mechanisme kapotgemaakt door een rechtsinstrument
aan te nemen waardoor EU-onderdanen met woonplaats in een ander EU-
land die hier veroordeeld worden, mogen sowieso teruggestuurd worden naar
hun land zonder hun toestemming
EU heeft geen geglobaliseerd beleid over of er doorwerking moet zijn van
bepaalde ontzettingen tot andere landen
• Uitwisseling strafregisterinformatie/internationale recidive
Wanneer een EU-onderdaan recidiveert, dan moet de rechter rekening
houden met veroordelingen in andere landen als ware het eigen
veroordelingen en de recidiveregels toepassen, daarom moet de rechter
toegang hebben tot alle veroordelingen van die EU-burger (Europees
strafregister: ECRIS)
- Politiële samenwerking: gecontroleerde aflevering, gemeenschappelijke onderzoeksteams,
grensoverschrijdende achtervolging, samenwerking met Europol, etc.
5
,- Douanesamenwerking: administratieve autoriteiten en handhaving/speurders
- Relevantie onderscheid
Sommige rechtsinstrumenten die de EU bv maakt, zijn bepaalde instrumenten flexibel
naar autoriteiten die ervan gebruik kunnen maken (bv justitie, politie,
inlichtingendiensten mogen er allemaal gebruik van maken) dan is het onderscheid
niet zo belangrijk, in andere gevallen houden ze heel krampachtig een scheidingslijn
aan bv ECRIS is voor justitie en niet politie (strafregister is een justitieel prerogatief,
terwijl politie en justitie zouden moeten samenwerken)
Deze samenwerking moet in strafzaken, we moeten de finaliteit van de gerichtheid op
strafzaken bewaken. Er is vandaag een steeds groeiende vergleiding tussen
inlichtingenwerk en strafonderzoek. Als u aanvaardt dat er geen scheidslijn meer is
tussen inlichtingenonderzoek en strafonderzoek, dan verklaar je het wetboek van
strafvordering irrelevant. Want als u toelaat dat inlichtingendiensten die niet
gebonden zijn aan dit wetboek deze informatie makkelijker kunnen krijgen en dan
delen met de strafrechtsketen, dan is het beter om het wetboek weg te gooien. De
beschermingen (due process, wapengelijkheid) zijn lager voor het inlichtingenwerk
dan voor strafonderzoek.
6
,2. EXTRA-TERRITORIALE RECHTSMACHT
1. PRINCIPES
Geografische reikwijdte Belgische strafwet is niet onbegrensd: strafwet in principe enkel van
toepassing op misdrijven op Belgisch grondgebied. Regels mbt toepassen strafwet in de ruimte noemt
men rechtsmachtrecht of jurisdictierecht.
Misdrijven op Belgisch grondgebied
• Art 3 Sw.: Bepaalt dat het misdrijf gepleegd op het Belgisch grondgebied door Belgen of door
vreemdelingen wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van de Belgische wetten
Territoriale misdrijven door wie ze ook zijn gepleegd, zijn misdrijven in België en kunnen
worden bestraft: altijd bevoegd voor misdrijven op ons grondgebied
(territorialiteitsbeginsel)
Wat is het Belgisch grondgebied? Land, zee en lucht
Ambassades zijn Belgisch grondgebied: enkel diplomatieke regels
Geen voorwaarden verbonden: men houdt geen rekening met buitenlandse
veroordelingen wegens hetzelfde feit
• Bepalen pleegplaats misdrijf: we gaan uit van de ubiquiteitsleer, niet de effectenleer
Ubiquiteitsleer: een misdrijf is België gepleegd overal waar zich een constitutief element
van het misdrijf situeert
Effectenleer: er kan een mogelijks effect zijn van een misdrijf op het grondgebied
hanteren wij niet, VS wel → geeft meer aanleiding tot conflicten omdat landen zich
bevoegd verklaren zodra er een mogelijk effect zal zijn op hun grondgebied, waardoor
ze een bredere rechtsmachtaanspraak hebben
Leer van de ondeelbaarheid: we zijn ook bevoegd voor allerlei zaken die meekomen met
het basisfeit (geheel van de daders, valse pas gemaakt in België en gebruikt in
Nederland)
Misdrijven in het buitenland
• Art 4 Sw.: misdrijven buiten het grondgebied van het rijk gepleegd wordt door België niet
bestraft dan in de gevallen door de wet bepaald
We zijn niet bevoegd, tenzij de wet bepaalt dat we bevoegd zijn
Regels staan vastgelegd in het bijzonder strafrecht
• Gezonde principes om je in het buitenland bevoegd te verklaren: volkenrechtelijke
aanknopingspunten
1. Beschermingsbeginsel: misdrijven die schade berokkenen aan het eigen land/nationale
belangen of de staatsorde ondermijnen
Een land mag zichzelf verdedigen door strafvervolging in te stellen tegen diegenen
die het land willen ondermijnen of raken in de essentiële belangen
2. Actief personaliteitsbeginsel: feiten gepleegd door onze onderdanen (die actief een feit
gepleegd hebben: pleger zijn)
Eigen onderdanen beschermen tegen uitlevering om ze beschermen tegen een
vreemde jurisdictie die we hier niet kennen en waar er misschien niet genoeg
procedurele rechten zijn
7
, Aut dedere aut judicare: ofwel uitleveren ofwel zelf berechten (in dit geval gaat
het over eigen onderdanen)
Als je je eigen onderdanen niet wil uitleveren, moet je altijd bevoegd zijn voor
je eigen onderdanen
3. Passief personaliteitsbeginsel: feiten gepleegd in het buitenland tegen Belgen (het
slachtoffer is een Belg)
Waarom? Puur omdat we denken dat die andere staat er onvoldoende werk van
zal maken → wantrouwen en daarom dus ook niet gedekt door het volkenrecht,
maar wint de laatste tijd wel aan belang door terrorisme
4. Vertegenwoordigingsbeginsel
Aut dedere aut judicare (breder dan bij personaliteitsbeginsel omdat het ook
om niet eigen-onderdanen gaat)
Als je niet uitlevert, ben je verplicht zelf de zaak te doen (we worden zelf plots
bevoegd om naar die feiten te kijken)
Cf zaak Erdal: we kunnen kennis nemen van feiten die Erdal heeft gepleegd in
Turkije, waar we obv ons eigen territorialiteitsregel niet toe zouden kunnen
komen, ook niet obv actieve of passieve personaliteit
5. Universaliteitsbeginsel: feiten gepleegd in het buitenland, door een buitenlander, tegen
een buitenlander waarvan we alsnog zeggen dat wij bevoegd zijn
Ligt volkenrechtelijk niet goed: zelfs het genocideverdrag bevat geen
universaliteitsbeginsel
Een land zegt dat zij degene zijn die de regels bepalen voor de wereld, ongeacht
of de rest van de wereld dit strafbaar gedrag vindt (indien er geen dubbele
incriminatie principe is)
Vragen die hierop kunnen inwerken
• Dubbele incriminatie: voorwaarden die een land stelt dat we niet uitleveren als het feit niet naar
ons recht strafbaar is
Actief personaliteitsbeginsel: als we Belgen vervolgen die in het buitenland misdrijven plegen
die naar Belgisch recht strafbaar zijn, voegen we daar dan aan toe dat dit op voorwaarde is dat
de feiten in dat land ook strafbaar moeten zijn?
• Moet de burgerlijke partijstelling onbeperkt mogelijk blijven?
Meeste conflicten bij passief personaliteitsbeginsel: een misdrijf in het buitenland
gepleegd en een Belg is het slachtoffer, kan die Belg dan in België zich burgerlijke partij
stellen waarbij de onderzoeksrechter een strafonderzoek moet instellen tegen de dader.
Een slachtoffer heeft dan enorm veel macht om een internationaal conflict te
genereren: een klacht met burgerlijke partijstelling verplicht tot het instellen van de
strafvordering. Als dit leidt tot een strafklacht en uitlevering van bv een buitenlands
staatshoofd, dan ligt dit niet zo goed.
Dit is het probleem met de genocidewet waar we universele rechtsmacht hadden
voorzien, waarbij België zegt dat overal waar genocide wordt gepleegd dat België het
forum is. Iedereen die ooit slachtoffer is geweest kon zich in België burgerlijke partij
stellen, België werd zo het wereldforum om vervolging in te stellen voor alle issues.
België heeft toen geknipt/gefilterd in de klacht met burgerlijke partijstelling.
8
,2. TOEPASSINGSGEVALLEN
Beschermingsbeginsel terug te vinden in het gemeenrecht: artikel 6 en 10 voorafgaande titel wetboek
van strafvordering → Belg of vreemdeling die in het buitenland een van die misdrijven pleegt kunnen
wij vervolgen
Misdaden en wanbedrijven tegen staatsveiligheid in het buitenland door zowel Belgen als
vreemdelingen vervolgbaar
Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw in het buitenland door zowel Belgen
als vreemdelingen vervolgbaar
Actief personaliteitsbeginsel: art 7 voorafgaande titel wetboek van strafvordering
Elke Belg die zich in het buitenland schuldig maakt aan een feit dat een wanbedrijf of
misdaad (geen overtredingen) is, kan in België vervolgd wordt indien het strafbaar is in het
land waar het gepleegd is (dubbele incriminatie)
Toegevoegde regel in paragraaf 2: indien het misdrijf door een Belg gepleegd is tegen een
vreemdeling kan de vervolging slechts plaatshebben op vordering van het OM (geen
burgerlijke partijstelling) en moet ze bovendien voorafgegaan worden door een klacht van
de benadeelde vreemdeling of familie ofwel door officieel bericht aan de Belgische overheid
door de overheid van het land waar het feit gepleegd is (er moet een actief signaal komen
van het buitenland)
Dus voorwaarden: (1) wanbedrijf of misdaad (2) strafbaar in buitenland (3) vervolging door
OM ingesteld (4) ofwel klacht door benadeelde of familie ofwel door overheid
Passief personaliteitsbeginsel: art 10 VT. Sv.
Misdaden (niet wanbedrijven) met een Belgisch slachtoffer gepleegd door vreemdelingen in
het buitenland zijn vervolgbaar in België indien het strafbaar is in het land waar het feit
gepleegd is waarop de straf hoger dan 5 jaar is (dubbele incriminatie)
2 drempelwaarden: misdaad in Belgisch recht (straf 5 jaar of meer) en in het buitenland
strafbaar met 5 jaar of meer → het geldt enkel voor feiten die in België en in het buitenland
straffen riskeren van 5 jaar of meer
Hogere drempel: we zijn voorzichtiger, het is een wantrouwensbeginsel waar we zuinig mee
moeten omspringen
Rem op extraterritoriale rechtsmacht: art 12 VT. Sv. (algehele gelding) bepaalt de default-regel
Default-regel: de vervolging van de misdrijven heeft alleen plaats wanneer de verdachte
in België wordt gevonden (België kan dan ook niet de uitlevering vragen van de persoon
die het misdrijf gepleegd heeft als die in het buitenland gevonden wordt omdat België pas
bevoegd is nadat die gevonden is dus je kan niet de uitlevering vragen vooraleer je
bevoegd bent)
- Er zijn wel uitzonderingen: in bepaalde gevallen kan men zeggen dat men de
voorwaarde laten vallen dat de persoon hier gevonden moet worden
- Behoudens voor de uitzonderingsgevallen benoemd in art 12, is het zo dat de
rechtsmacht die we zouden hebben in het buitenland hebben we niet tenzij de
betrokkene in België gevonden wordt en we dus de uitlevering niet kunnen vragen
9
, -Gevonden worden betekent spontaan gevonden worden, niet zomaar over de
grens geduwd worden (soms ‘helpen’ andere landen ons om een persoon te
vinden waardoor er geen uitlevering gevraagd moet worden)
Algemene regel is dat de betrokkene in België moet gevonden worden, MAAR indien de
verdachte niet in België wordt gevonden, kan de vervolging voor bepaalde misdrijven (bv
gijzelneming in het buitenland) plaatsvinden op vordering van de federale procureur of
procureur die eventuele klachten beoordeelt (= specialis regel)
Context van dit artikel: ingeschreven na de onafhankelijkheid van Congo, Belgen
die nog steeds in Congo verbleven riskeerden aangevallen te worden door de
lokale bevolking en België vertrouwde de Congolese overheid niet om hiervan een
prioriteit te stellen
3. INTERNATIONALE MISDRIJVEN
Internationale misdrijven: vertegenwoordigingsbeginsel & universaliteitsbeginsel
Genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid
- Belangrijke internationale ontwikkelingen begin jaren 90 met het oprichten van de ad hoc
tribunalen
- In die tijdsgeest ontwikkelt België de genocidewet in 1993. De achterliggende motivatie was dat
bepaalde feiten (oorlogsmisdaden) zodanig ernstig zijn dat ze altijd vervolgbaar moeten zijn, waar
dan ook, door wie ook, tegen wie dan ook gepleegd. Nadien wordt de wet uitgebreid tot genocide
en misdaden tegen de menselijkheid.
Lokt negatieve reacties uit: Congo voert aan voor het internationaal gerechtshof dat de
Belgische wet in strijd is met het internationaal recht omdat (1) door de irrelevantie van
immuniteit in onze wet (de klassieke immuniteit van regeringsleiders die normaal bestaat,
verklaren wij irrelevant, gebaseerd op het Nurenberg-charter). Congo voert aan dat we
gebonden zijn door het Verdrag van Wenen dat stelt dat landen de immuniteit van
regeringsleiders en staatshoofden moet respecteren. Congo voert dit aan omdat wij obv de
genocidewet een onderzoek gestart waren tegen minister Yerodia (buitenland minister in
Congo) wegens zijn vermeend aandeel in de genocide. Het internationaal gerechtshof geeft
Congo gelijk, dus België schendt het internationaal recht. België past de wetgeving naar
aanleiding van deze uitspraak aan. (2) Die verregaande/universele rechtsmachtclaim is
tegen het internationaal recht, daar heeft het internationaal gerechtshof niet op
geantwoord.
Reactie VS: België had strafonderzoeken gestart naar president Bush. Niet enkel
strafonderzoek naar staatshoofden werd niet geaccepteerd, de VS dreigde dat België geen
enkel onderzoek mocht starten naar Amerikaanse onderdanen (generaals of militairen) of
dat ze de NAVO-zetel uit België zouden halen. De twijfel was of we de wet helemaal
moesten afschaffen. Een andere optie is om deze misdrijven strafbaar te stellen, maar het
universaliteitsbeginsel af te schaffen en niet te vervolgen.
- Maar waarom moeten deze strafbaarstellingen in een bijzondere wet? Ondertussen
hebben we deze overgeheveld naar het strafwetboek.
- Wat doen we met de bevoegdheid? Laten we afzien van het universaliteitsbeginsel en
ons baseren op het actief en passief personaliteitsbeginsel. De herziening leidt ertoe
10