Welke diversiteiten kent de dovengemeenschap en hoe zou je ze kunnen classificeren?
- Prelinguaal doof -> Dit zijn mensen die vanaf hun geboorte doof Zijn, of die Voor het derde jaar
doof zijn geworden
- Doof +/Meervoudig gehandicapte doven -> Dit zijn doven die naast hun doofheid nog een andere
handicap hebben.
- Slechthorende (licht/zwaar) -> mensen met een verminderd gehoor, variërend van licht tot zwaar
slechthorend.
- Doof-blinden -> mensen die zowel auditief als visueel beperkt zijn. Slechthorend/slechtzienden,
slechthorend blinden, doof-slechtzienden en totaal doofblinden.
- Plots- en laatdoven -> mensen die op jeugdige leeftijd of volwassen leeftijd doof zijn geworden
- Allochtonen doven -> naast hun doofheid ook te maken met een andere culturele afkomst.
- Ouderdomsslechthorendheid (presbyacusis)
- Tinnitus -> Geluiden in het hoofd horen.
- Ziekte van Méniere
Welke technische oplossingen zijn er voor doven en slechthorenden?
- Gebarenpostzegel (tolk op TV)
- Subcatch (nov ’19)
- Tweetalig onderwijs
- Ondertiteling op TV
- CI
Leerdoelen:
De student
- kan een globale beschrijving geven van de dovengemeenschap. (wie, hoeveel, verschillen in
doelgroepen/identiteiten)
Horende mensen die gebarentaalvaardig zijn, horende kinderen van dove ouders, doven,
slechthorende (wanner zij zich thuis voelen in de Dovengemeenschap) behoren allemaal tot de
dovengemeenschap. Zie verder vragen hierboven.
- heeft basiskennis over hoe doven en slechthorenden leven, wonen, werken en gebruik maken van
technische middelen
Zie vragen hierboven.
,Les 3
Oefenvragen:
Geef 3 voorbeelden van een subcultuur en 3 voorbeelden van contracultuur
Subcultuur: Nerds, Hippies, Hipsters
Contracultuur: feministen, dierenactivisten, milieuactivisten
Leerdoelen:
De student:
kan een globale beschrijving geven van het begrip: 'cultuur' en dit nader uitleggen.
Cultuur is het min of meer samenhangende geheel van voorstellingen, opvattingen, waarden en
normen die mensen zich als lid van hun maatschappij door middel van leerprocessen hebben
verworven, dat in hoge mate hun gedrag beïnvloedt, waardoor zij zich onderscheiden van de leden
van andere maatschappijen.
Aspecten van cultuur:
- Gemeenschappelijk bezit
- Normatief
- Materieel
- Immaterieel
- Spontaan en duurzaam
- Iedereen
kan de 3 belangrijkste elementen van ‘cultuur’; 'symbolen', 'waarden en normen', en
'vaardigheden' benoemen en deze begrippen uitleggen aan de hand van voorbeelden.
+ Symbolen: Betekenis die wordt toegekend aan waarneembare zaken, die iets abstracts
vertegenwoordigen. TULP: bloem. Flora. Maar deze staat ook voor de Nederlandse identiteit. Bijv.
stroopwafels, klompen, molens.
+ Waarden: Meer of minder bewuste collectieve voorstellingen omtrent wat mensen als goed en juist
en daarom ook als nastrevenswaardig beschouwen.
+ Normen: Min of meer bindende verwachtingen inzake het handelen of niet handelen door de leden
van een samenleving of groepering.
+ Vaardigheden: Bijvoorbeeld fietsen. Dit is een vaardigheid die zo vanzelfsprekend is voor
Nederlanders. ‘Nederlanders worden op een fiets geboren’. In onze taal, wordt afstand in fietstijd
uitgedrukt.
kan ‘subculturen’,‘contraculturen’, ‘dominante culturen’ en 'minderheden' beschrijven en de
verbanden benoemen tussen deze begrippen.
- Dominante cultuur: De overheersende cultuur die bij een land hoort de Nederlandse dominante
cultuur horen bijv. bij kaas, sinterklaas en schaatsen.
- Minderheidscultuur:
+ Weinig connectie met dominante cultuur
+ Cultuur van ergens anders
+ Multiculturele samenleving (Jager, H. De & Mok, A. L., Berkers, P. (2014: 273)
Volgens Ladd (Deafhood, 2003) heeft Dovengemeenschap kenmerken van minderheidscultuur
- Contracultuur: Onder contracultuur wordt een cultuurpatroon verstaan dat ontstaat in en uit
conflictsituaties en/of onder als frustrerend ervaren sociale omstandigheden. Zo’n cultuurpatroon is
een reactie op bestaande opvattingen, waarden en normen, en bestaande (machts)verhoudingen, en
een vorm van protest en verzet tegen de dominante cultuur. Bv. studenten die de universiteit
bezetten uit protest, omdat ze zich niet gehoord voelen in hun kritiek op het onderwijssysteem.
,- Subcultuur: Een subcultuur is een cultuurpatroon dat in bepaalde opzichten afwijkt van, maar in
andere opzichten overeenkomt met het grotere culturele geheel waarbinnen de subcultuur van een
bepaalde groepering in de samenleving voortkomt. Bv. het christendom, hierin heb je hervormd,
gereformeerd en katholiek.
Zie verder vraag hierboven.
kan uitleggen wat Deafhood inhoudt.
- Paddy Ladd is britse filosoof.
- Deafhood is het doofzijn
- Doofheid: wijst in de richting van ‘niet functionerende oren’: dit is het niet functioneren van de oren
maar heeft niets te zeggen over de identiteit van deze persoon.
- Doofzijn: benadert de holistische identiteit van een doof persoon. Immers, doven zijn meer dan
alleen maar hun ‘defecte’ oren. Hierbij vind de dove dat hij zichzelf ook kan zijn
kan uitleggen wat er wordt bedoeld met: 'materiele' en 'immateriele' cultuur.
Materieel:
- Het geheel van materiële producten van de menselijke activiteit (huizen, televisie, kledij…)
- De fysieke veruitwendiging van de interactie tussen mensen
Immaterieel:
- De opvattingen die door meerdere personen gedeeld worden en die als functie de specificatie en
verduurzaming van het sociaal gedrag hebben
- Hier ligt de nadruk op voor sociologen
kan beschrijven hoe 'cultuur' verworven wordt en uitleggen of deze 'aangeleerd' of 'aangeboren'
wordt
De plek of het gezin waarin je geboren wordt geeft je een bepaalde cultuur mee (enculturatie), bv je
eerste taal. Ook bij adoptie op jonge leeftijd spreek je van enculturaie. Bij het later aanleren van een
cultuur spreek je van acculturatie. Ik leer nu gebarentaal (dus op latere leeftijd) dat is acculturatie.
kan uitleggen wat er wordt bedoeld met: 'cultuur is gemeenschappelijk, normatief bezit'. ( Dr. H.
De Jager/ Dr. A.L. Mok, Dr. Berkers (2014:264)
Het is normatief omdat je je verbindt met een cultuur omdat het verbindt met een mening, een norm
of een ideaal. Het is gemeenschappelijk omdat het de normen van een grote groep benadrukt.
kan uitleggen waarom cultureel relativisme ons kan behoeden voor etnocentrisme.
- Cultureel relativisme: Wijst erop dat de denkwijze van normen en waarden afhangen van de
cultuur.
- Etnocentrisme: Neiging om andere culturen af te keuren. Je beoordeelt een andere cultuur met je
eigen normen en waarden van je cultuur. Hierbij is je houding sterk bij je eigen cultuur.
Cultureel relativisme zorgt ervoor dat mensen zich realiseren dat iedereen andere denkwijzen heeft
en probeert iedereen hiermee in zijn eigen waarden te laten. Tussen de twee zit een spanningsveld,
bv bij het onderwerp zwarte piet.
kan de drie dimensies: (tijd, geografische & sociale ruimte) van cultuuroverdracht nader uitleggen.
- Tijd: de tijdsperiode (bv de eeuw) is van invloed op wat kan op dat moment
- Geografische ruimte: de plek waar je bent op de wereld
- Sociale ruimte: waar hoor je bij, welke sociale netwerken etc.
kan benoemen in welke situatie er sprake is van: 'enculturatie', 'acculturatie' en 'marginalisatie'.
- Enculturatie: Het aanleren en verwerven van de (sub)cultuur van de samenleving of het milieu
waarin men geboren wordt.
, - Acculturatie: Het aanleren van kenmerken van een cultuur waar je oorspronkelijk niet toe behoort.
Bepaalde dingen overnemen van een andere cultuur. Bijv. andere taal. Het later alsnog aanleren en
verwerven van een andere (sub)cultuur of elementen daaruit
- Marginalisatie: Het zich bevinden op de grens van twee samenlevingen met ieder een eigen cultuur,
die op belangrijke punten niet alleen van elkaar verschillen, maar zelfs tegenstrijdig zijn. Bv een Turks
kind dat thuis Turks praat en volgens de Turkse cultuur leeft en op school Nederlands moet praten en
zich volgens de Nederlandse waarden en normen moet gedragen. Of een horend kind met dove
ouders.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jis2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.