Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Vennootschapsrecht ( 1204TEWVSG) €3,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Vennootschapsrecht ( 1204TEWVSG)

1 vérifier
 87 vues  5 achats

Alle nodige info voor het examen van Vennootschapsrecht van professor Vanhees. Alles conform de nieuwe wetgeving omtrent vennootschappen sinds 2019. Enige document nodig voor het studeren van het examen. Met verwijzingen naar het wetboek, dat heel handig is voor het examen. Alles is bijna op te zoe...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 58  pages

  • 13 novembre 2020
  • 58
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: strefferlorenz • 2 année de cela

avatar-seller
TEWBKLN
Vennootschapsrecht
Hoorcollege
 Donderdag: 16h00 – 17h30
 Donderdag 17/10 geen les
Examen:
 MPC: 40 vragen
 Giscorrectie: -0,25
 Geen vragen meer vanaf 19 december

Inleiding
Vennootschappen: BV(BA), NV, …

Redenen waarom er iemand een vennootschap zou oprichten?
1. Ze hebben een goed idee dat ze willen commercialiseren maar ze hebben geen geld om dat
te doen.
OF U heeft geld, maar geen goed idee dat je door middel van een vennootschap wil delen
met iemand die een goed idee heeft maar geen geld.
2. Financiële redenen
3. Fiscale redenen
4. U probeert uw handelsactiviteit door te geven aan diegene die na u komen.
5. Een vennootschap laat de aansprakelijkheid verminderen.
a. Indien u als fysiek persoon failliet gaat, kunnen ze al uw bezittingen aanraken. Als u
failliet gaat als vennootschap, kan u enkel uw bezittingen die u in uw vennootschap
hebt gestoken kwijtspelen.
6. Een juridische structuur die ervoor zorgt dat je binnen een samenwerking met andere
handelspartners op dezelfde hoogte staat.
a. Onderscheid tussen handelspartners op basis van aandelenbezit
7. Vennootschappen zijn technieken om samen te werken.

Wijzigingen 1 mei 2019. Waarom?
 Eerst waren er handelsvennootschappen & burgerlijke vennootschappen.
o Handelsvennootschappen: handel drijven
o Burgerlijke vennootschappen
 Nu: geen onderscheid meer tussen vennootschappen
 15 vennootschapstypes vroeger
 Nu: minder, nl 4
 Minder regels van dwingend recht
 BVBA  BV
o Ook beperkte aansprakelijkheid, maar geen minimumkapitaal meer inbrengen
o Soepele vennootschapsvorm
 Nieuwe zetelleer, het aantrekken van buitenlandse vennootschappen

Nieuw vennootschapsrecht in een nieuw wetboek
 Wetboek van vennootschappen en verenigingen (W.V.V.)
DEEL 1
 Boek 1: Inleidende bepalingen
1

, o Titel 1. Vennootschap, vereniging en stichting (definities!)
o Titel 2. Inbreng
 Boek 2. Bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in dit wetboek
o Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid  belangrijkste vennootschappen
 Boek 3.
DEEL 2
 Boek 4. De maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap
(laatste 2 zijn varianten op de maatschap)
 Boek 5. De besloten vennootschap
 Boek 6. De coöperatieve vennootschap (gaan we niet uitgebreid zien, is sterk gelijk met de
besloten vennootschap)
 Boek 7. De Naamloze vennootschap
 Boek 8. Erkenning van vennootschappen
DEEL 3
DEEL 4
 Boek 12. Herstructurering van vennootschappen
 Boek 13.
 Boek 14. Omzetting van vennootschappen, verenigingen en stichtingen
DEEL 5

Mogelijkheden om een vennootschap op te richten
 Minstens 2 personen (pre 1/5/’19)
 Men schrijft geen maximum aan vennoten voor
 Een NV en een BV mogen na 1/5/’19 alleen worden opgericht
 Alle andere blijven met 2, uitgezonderd de coöperatieve vennootschap

NOTE: Bestuurder vennootschap beperkt aansprakelijk
Thomas Cook heeft vlak voor hun faillissement iets aangepast in hun statuten waardoor de
bestuurders door middel van de nieuwe wetgeving beperkt aansprakelijk konden worden gesteld.

Wat is het verschil tussen een vennootschap en andere juridische structuren?
Wat is een vennootschap?
Art. 1:1 (1 = boek 1 : 1 = artikel 1  artikel 1 in boek 1)
Een vennootschap wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten
genaamd, die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of
meer welbepaalde activiteiten tot voorwerp. Een van haar doelen is aan haar vennoten een
rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.

 Vennoot = ± aandeelhouder
 Voorwaarden moeten cumulatief worden vervuld.
 Rechtshandeling is een handeling die u stelt met de bedoeling juridische gevolgen te
hebben. (éénzijdig of meerzijdig)
 Inbreng; u kan geen vennootschap oprichten of vennoot worden zonder inbreng
= Vermogen
 Eén van de doelen moet altijd zijn:
o Winstoogmerk
o Winstverdeling
 winst maken en die winst uitdelen aan haar vennoten

2

,Wat is een vereniging?
Art. 1:2
Een vereniging wordt opgericht bij een overeenkomst tussen twee of meer personen, leden
genaamd. Zij streeft een belangeloos doel na in het kader van één of meer welbepaalde
activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig
vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig
ander persoon behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel. Elke verrichting in strijd
met dit verbod is nietig.
(Bijvoorbeeld: VZW)

 Een overeenkomst is sowieso tussen 2 of meer personen
 Je mag wel leden uitbetalen voor gemaakte kosten binnen de vereniging. (bijv. trainers
uitbetalen)

Wat is een stichting?
Art. 1:3
Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door één of
meerdere personen, stichters genoemd. Haar vermogen wordt bestemd om een belangeloos doel
na te streven in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij
mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de
stichters, de bestuurders of enig andere persoon, behalve voor het in de statuten bepaald
belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.

 Constructie ZONDER leden
 Geen overeenkomst

Wat is het verschil tussen een overeenkomst en een vennootschap?
 Wanneer u met meerder personen een vennootschap opricht, dan spreekt men van een
overeenkomst. Deze overeenkomst wordt geklasseerd als vennootschap als:
o er een inbreng is;
o er winstoogmerk en winstverdeling is.
 De koop-verkoop tussen student en prof voor de cursus is een overeenkomst maar geen
vennootschap.
o De prof wil wel winst maken maar dat geldt niet voor de koper.
o Er wordt niets in gemeenschap gebracht (inbreng).

Wat is het verschil tussen een vennootschap en een onverdeeldheid van goederen?
 SITUATIE: Prof en student kopen samen een kot.
 Onverdeeldheid van goederen:
Student verblijft er. Geen vennootschap aangezien er geen welbepaald doel is.
Het samen bezitten van iets. (Bijv. wanneer u iets erft samen met broers en zussen van
ouders.)
 Vennootschap:
Wanneer u het kot gaat verhuren en er zo winst uit halen, kan er wel een vennootschap
opgericht worden. Dan bestaat uit het doel uit het verhuren van koten.




3

,Artikel 1:5
In het W.V.V. wordt er gesproken van 4 types van vennootschappen. (In het vorige W.V.V. waren
dit er 15!)
1. Maatschap
2. BV (Besloten vennootschap)
 In opvolging van de BVBA
 Uitverkoren type van de wetgever
3. Naamloze vennootschap
4. CV (Coöperatieve vennootschap)
 In de praktijk zijn er veel meer types, aangezien er vele varianties mogelijk zijn op deze 4 types.
 Er bestaan ook nog 3 Europese vennootschapstypes (later meer).

Art. 1:5
§1. De maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. (1)
§2. Dit wetboek erkent als vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:
- De vennootschap onder firma; VOF
- De commanditaire vennootschap; CommV
- De besloten vennootschap; BV (2)
- De coöperatieve vennootschap; CV (3)
- De naamloze vennootschap; NV (4)
- De Europese vennootschap; SE
- De Europese coöperatieve vennootschap; SCE
§3. Dit wetboek erkent het Europees economisch samenwerkingsverband, afgekort EESV, als een
rechtspersoon.

 VOF en CommV zijn varianten op de maatschap
 Rechtspersoonlijkheid (Zie tekening extra blad)
o Fysiek persoon (ik, jij, hij, iedereen)
 Naam, nationaliteit, adres, volledig handelingsbekwaam (kan dagvaarden,
kan overeenkomst sluiten, kan gedagvaard worden, …)
 SITUATIE: Een fysiek persoon die in een vennootschap zit, heeft schulden.
 Er kan in geen geval beroep worden gedaan op het vermogen van de
vennootschap door de schuldeiser.
o Rechtspersoon = juridische entiteit opgericht door X aantal vennoten
 Staat los van de vennoten
 Naam, nationaliteit, adres, volledig handelingsbekwaam (kan dagvaarden,
kan overeenkomst sluiten, …)
 SITUATIE: Vennootschap heeft schulden.
 Schuldeiser kan beroep doen op het vermogen van de vennootschap en
indien schulden hoger dan dat vermogen kan er in sommige gevallen ook
beroep worden gedaan op het persoonlijk vermogen van de vennoten zelf.
Er zijn maar een paar types van vennootschappen waarbij beperkte
aansprakelijkheid een kenmerk is (bijv. BV en NV) waardoor de vennoot niet
aansprakelijk wordt gesteld voor gemaakte schulden van de vennootschap.
In alle ander gevallen: onbeperkte aansprakelijkheid.
o Zonder rechtspersoon
 Staat niet los van de vennoten
 Het zijn de vennoten zelf die een overeenkomst moeten sluiten, die
gedagvaard kunnen worden, schulden moeten betalen, …
4

,  SITUATIE: Vennootschap heeft schulden.
 Schuldeiser zal eerst beroep doen op het vermogen van de
vennootschap. Indien de schulden hoger zijn is er sprake van onbeperkte
aansprakelijkheid en zal er ook beroep worden gedaan op het persoonlijk
vermogen van de vennoten.
 Rechtspersoonlijkheid is NIET GELIJK aan beperkte aansprakelijkheid
 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid kunnen enkel schriftelijk worden opgericht.
U moet bij de griffie van de ondernemingsrechtbank enkele geschriften neerleggen.
(zie Art. 2:6)
 Bij een maatschap is een mondelinge overeenkomst genoeg. Indien de geschriften niet
neergelegd bij de griffie wordt de vennootschap geklasseerd als maatschap.

In de Belgische wetgeving wordt er bij vennootschapstypes uitgegaan van een besloten systeem
van typendwang.
 U mag alleen een vennootschapstype oprichten dat door de wet wordt erkend is.
 Bij het oprichten van een vennootschap moet u kiezen uit één van de types aangereikt in
Art. 1:5.
 Indien u toch een vennootschap opricht die niet binnen deze types valt en u komt later
voor de rechter, zal deze het zelfgekozen type herleiden tot één van de types beschreven
in Art 1:5.

Fundamentele begrippen (HB 49. P46-48)
NOTE: Sinds 1 mei 2019 is de nieuwe wetgeving in werking getreden. Alle vennootschappen
opgericht na die datum moeten hieraan voldoen. Voor de vennootschappen opgericht voor die
datum geldt er een overgangstermijn zodat ook deze na verloop van tijd conform de nieuwe
wetgeving zijn.

1. Handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen
Voor 1 mei was er sprake van:
 Handelvennootschappen en burgerlijke vennootschappen.
o Handelvennootschappen; doel = handel drijven
o Burgerlijke vennootschappen; niet tot doel handel te drijven (dokters, meeste vrije
beroepen, maar ook het kopen van een huis om dan door te verhuren is valt
hieronder).
 Enkel handelsvennoten vielen onder het handelsrecht.

Vanaf 1 mei:
 Worden alle vennootschappen beschouwd als een onderneming met als gevolg dat alle
regels die voorheen enkel gelde voor handelsvennootschappen nu ook voor
vennootschappen, die voor 1 mei beschouwd werden als burgerlijke vennootschappen,
gelden.
o Gevolgen:
 Alle vennootschappen moeten ingeschreven zijn in de
ondernemingsrechtbank.
 Ook dokters, advocaten, vrije beroepen, … kunnen failliet gaan.
 NOTE: Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen handelsvennootschappen en
burgerlijke vennootschappen.


5

,2. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid en met rechtspersoonlijkheid
 Art. 1:5
o Zonder rechtspersoonlijkheid: §1
o Rechtspersoonlijkheid: §2 en §3

3. Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid
(Het gaat hierover het risico van vennoten, niet bestuursleden)
 Beperkte aansprakelijkheid
o NV, BV
o Wanneer u een vennootschap opricht en deze gaat na verloop van tijd failliet, kan u
enkel de inbreng verliezen.
 Onbeperkte aansprakelijkheid
o VOF, Maatschap, …
o Wat u ook inbrengt, u bent met heel uw hebben en houden aansprakelijk voor de
schulden van de vennootschap.
o Bij onbeperkte aansprakelijkheid is er altijd sprake van hoofdelijke
aansprakelijkheid.
SITUATIE: U brengt €50 in een vennootschap maar woont in een villa in Brasschaat,
heeft heel veel auto’s, …. U vennoot brengt €20.000 in, maar woont in een sociale
woning in Diest, heeft geen auto, …
 De schuldeiser mag alle schulden aansprakelijk stellen aan de vennoot die maar
€50 in bracht. Hij mag kiezen. (= hoofdelijke aansprakelijkheid)

4. Personenvennootschappen en kapitaalvennootschappen
 Personenvennootschappen
o NOTE: Intuitu personæ overeenkomst is een overeenkomst waarbij de
medepersoon binnen het contract van groot belang is.
o Personenvennootschap = vennootschap intuitu personæ
De persoon waarmee u een vennootschap opricht is van groot belang. U wil niet
zomaar met eender wie een vennootschap oprichten, maar specifiek met uw beste
vriend bijvoorbeeld.
o 3 elementen die kenmerkend zijn voor een personenvennootschap:
 Bestuur.
 Er is geen bestuur, de vennoten leiden de vennootschap.
 Overdracht van aandelen
 Het is in de regel niet mogelijk om uw aandelen van een
personenvennootschap over te dragen.
 Lot van de vennoten
 Wanneer een van de vennoten te overlijden komt, betekent dit het einde
van de vennootschap.
 Kapitaalvennootschap
o De persoonlijkheid van de vennoten zijn niet van belang.
o Het enige wat noodzakelijk is, is dat de personen waarmee u een vennootschap
opricht een inbreng doen.
o NV = kapitaalvennootschap
o 3 elementen die kenmerkend zijn voor een kapitaalvennootschap:



6

,  Bestuur.
 Binnen een kapitaalvennootschap moet er een bestuur worden
opgericht.
 Overdracht van aandelen
 In de regel mag iedereen zijn aandelen vrij overdragen.
 Lot van de vennoten
 Het lot van de vennoten heeft geen invloed op het verdere bestaan van
de kapitaalvennootschap.
 Sinds de nieuwe wetgeving is er binnen deze soorten vennootschappen een
versoepeling gekomen.
o Je mag bijvoorbeeld aangeven dat bij de oprichting van een NV, dat je niet wil dat
aandelen vrij overdraagbaar zijn. A
o Je mag ook binnen een personenvennootschap de mogelijkheid geven om aandelen
beperkt over te dragen.
o Je kan ook aangeven in de statuten van een personenvennootschap dat wanneer
een vennoot komt te overlijden, de vennootschap niet meteen wordt ontbonden.
 Er bestaan ook types van vennootschappen die niet ingedeeld kunnen worden in één van
bovenstaande vennootschappen.
o BV. Er is geen inbreng nodig om een BV op te richten, dus is het al sowieso geen
kapitaalvennootschap. Op het eerste zicht is het dan een personenvennootschap,
maar aangezien het mogelijk is om de 3 elementen te versoepelen binnen de
statuten kan men ook niet meer echt spreken van een personenvennootschap.
o CV

5. Vennootschapen met een vast kapitaal en met een variabel kapitaal.
 Variabel kapitaal
o Het is mogelijk om van vandaag op morgen zonder veel geregel het kapitaal van de
vennootschap aan te passen.
o Bijv. VOF.
Een VOF is een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid. Vennoten mogen
naar believen kapitaal toevoegen en onttrekken van de vennootschap aangezien de
vennoten aansprakelijkheid kunnen gesteld worden indien ze failliet gaan.
 Vast kapitaal
o Er zijn zeer strikte regels omtrent het wijzigen van kapitaal.
o Bijv. NV.
Een NV is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het is dus logisch dat
het kapitaal niet van vandaag op morgen gewijzigd kan worden, aangezien enkel de
vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld indien ze failliet gaat.

6. Vennootschappen met een continu bestuur en een discontinu bestuur.
 Continu bestuur
o U duidt mensen aan binnen de vennootschap die de vennootschap gaan leiden en
deze mensen zijn na benoeming bijna niet af te zetten.
o SITUATIE: Familievennootschap waarbij de ouders bestuurders zijn en al op enige
leeftijd zijn geven hun aandelen door aan hun kinderen.
 Wanneer het een vennootschap is waarbij continu bestuur niet van toepassing
is, kunnen de kinderen de leiding van de ouders meteen overnemen. Bij een
vennootschap waar continu bestuur wel van toepassing is, gaat dit niet.

7

, o BV, VOF, …
 Discontinu bestuur
o Een bestuur dat om de zoveel tijd een hernieuwing nodig hebben van hun mandaat
o NV
7. Vennootschappen met winstoogmerk en winstverdeling en vennootschappen met sociaal
oogmerk.
 Vennootschappen met winstoogmerk en winstverdeling zijn de regel;
 Vennootschappen met sociaal oogmerk zijn een uitzondering op de regel. Mag geen winst
uitkeren
o De enige vennootschap die als doel een sociaal oogmerk mag hebben is een CV.

De verschillende vennootschapstypes (Art. 1:5)
1. Maatschap
 Beschreven in Art. 1:5 (§1)
 Het is een vorm van overeenkomst met een aantal kenmerken van een vennootschap
o Inbreng, winstoogmerk, winstverdeling
 Een maatschap is een vennootschap ZONDER rechtspersoonlijkheid (zie W.V.V.)
o Een maatschap heeft geen eigen vermogen. Het vermogen bestaat uit een
onverdeeldheid van goederen.
 Personenvennootschap
 De vennootschapsvorm heeft geen echte reglementering.
o U kan de maatschap vorm geven zoals u zelf wil.
Bijv. of u een bestuur wil, de bijdrage van de vennoten, …
 Een maatschap wordt mondeling opgericht.
 De vennoten van een maatschap zijn onbeperkt aansprakelijk en hoofdelijk aansprakelijk.
 Waarom worden er maatschappen opgericht?
o Vermogensbeheer
Wanneer men huizen, effecten, aandelen, … bezit en men deze wil overdragen naar
de volgende generatie, raden banken vaak aan om een maatschap op te richten en
het vermogen in de vennootschap te steken. Een nadeel is dat het niet zo
gemakkelijk is om dat vermogen er zo maar weer uit te halen (later meer).
 W.V.V.: Deel 2 – Boek 4 – Titel 1-6

2. Stille maatschap/stille vennootschap
 Variant op de maatschap maar is niet beschreven in Art. 1:5
 De maatschap bestaat maar is niet zichtbaar. Heeft dezelfde kenmerken, enkel
aansprakelijkheid is anders:
o 2 soorten vennoten
 Werkende vennoten
= doen ook een inbreng, maar houden zich ook bezig met de vennootschap
zelf, vaak als bestuurders
 Indien je een overeenkomst wil sluiten met een stille vennootschap,
zal je in contact komen met de werkende vennoten als persoon en
niet met de vennootschap. De werkende vennoot handelt uit eigen
naam.
 Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk



8

,  Stille vennoten
= geldschieters, maar houden zich voor de rest niet bezig met de
vennootschap
 Beperkt aansprakelijk: Indien het misloopt, is hij enkel zijn inbreng
kwijt aangezien schuldeiser niet weten dat hij ‘bestaat’.
 De enige manier dat men het bestaan van een stille vennootschap kan weten, is wanneer
er een geschil is tussen de vennoten zelf in de rechtbank.
 W.V.V: Deel 2 – Boek 4 – Titel 1-6

3. Tijdelijke maatschap/tijdelijke vennootschap
 Variant op de maatschap maar is niet beschreven in Art. 1:5
 Heeft dezelfde kenmerken als een maatschap, met het enige verschil dat ze een tijdelijk
karakter heeft.
 Kan plaatsvinden in 2 situaties:
o Oprichting van een vennootschap voor een bepaald project
 Bijv. voor het renoveren van het Centraal station in Antwerpen hebben
verschillende bouwpromotoren samen een tijdelijke maatschap opgericht.
Dit omdat een maatschap weinig regels heeft:
 Geen minimuminbreng, geen uitgebreide reglementering
voorzien/naleven, …
o Oprichting van een vennootschap voor een bepaalde/tijdelijke duur
 Bijv. 2 bedrijven kunnen samen beslissen om voor 3 jaar samen te werken
en dat te doen onder de vorm van een tijdelijke maatschap.
 Alle vennoten zijn onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk
o MAAR een vennootschap kan opgericht worden door andere vennootschappen. Als
een tijdelijke vennootschap wordt opgericht door 3 NV’s die op hun beurt beperkt
aansprakelijk zijn, waardoor het risico verlaagd wordt om zo’n tijdelijke
vennootschap op te richten.
 Komen zeer veel voor, vooral bij grote bouwprojecten.
 W.V.V.: Deel 2 – Boek 4 – Titel 1-6

4. Vennootschap onder firma; VOF
 Variant op de maatschap en beschreven in Art. 1:5 (§2)
o §2, dus MET rechtspersoonlijkheid
 Komt grotendeels overeen met een maatschap.
o Een VOF is een personenvennootschap
o Er is onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid
o Een vennootschap met weinig reglementering.
 U kan kiezen of u werkt met een bestuur
 Geen minimuminbreng noodzakelijk bij oprichting
 Toch ook enkele belangrijke verschillen:
o Een VOF heeft een eigen vermogen
 Aangezien het een vennootschap is met rechtspersoonlijkheid wordt er een
eigen entiteit opgericht.
 Er is geen onverdeeldheid van goederen meer.
o U bent verplicht bij oprichting een geschrift neer te leggen bij de griffie van de
ondernemingsrechtbank.
 W.V.V.: Deel 2 – Boek 4 – Titel 1-7

9

, 5. Commanditaire vennootschap; CommV
 Variant op de maatschap en beschreven in Art. 1:5 (§2)
o §2, dus MET rechtspersoonlijkheid
 Komt bijna helemaal overeen met de VOF, op 1 verschilpunt na:
o 2 soorten vennoten (zoals bij stille vennootschap):
 Werkende vennoten
= geldschieters, maar zijn ook nog verder de vennootschap nog zullen
besturen.
 Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk
 Stille vennoten
= geldschieters, die zich voor de rest niet bezig houden met de
vennootschap
 Beperkt aansprakelijk
o Zelfde principe als bij stille vennootschap, maar een CommV is een vennootschap
met rechtspersoonlijkheid.
 Komt heel veel voor in de praktijk
o Bijv. C&A is een CommV, dit omdat ze geen inkijk willen geven binnen de
structurering van de vennootschap. Aangezien het een variant is op de maatschap
is er weinig reglementering. Het risico blijft echter ook beperkt aangezien de stille
vennootschappen beperkt aansprakelijk zijn en de werkende vennoten
vennootschappen zijn die op hun beurt beperkt aansprakelijk zijn.
 W.V.V.: Deel 2 – Boek 4 – Titel 1-7

6. Besloten vennootschap; BV
 Beschreven in Art. 1:5 (§2)
o §2, dus MET rechtspersoonlijkheid
 Vennootschap met eigen vermogen
o Wordt door de wetgever gezien als de standaardvennootschap.
 Niet te kwalificeren als personenvennootschap of kapitaalvennootschap
 In een BV zit geen kapitaal
o Vennoten moeten een inbreng doen, maar er zijn geen regels over hoeveel dat
moet zijn.
 Al de vennoten zijn bepekt aansprakelijk, in sommige situaties geldt er echter doorbraak
van beperkte aansprakelijkheid:
o Conventionele doorbraak
 SITUATIE: U gaat voor uw BV geld lenen bij de bank, maar aangezien er geen
minimuminbreng meer vereist is bij oprichting, wil de bank een zekerheid
inbouwen voor moest het mislopen. Hij kan vragen om in een overeenkomst
neer te schrijven dat indien het misloopt, de bank aan je persoonlijke
vermogen mag komen. (= gevaarlijk)
o Wettelijke doorbraak
 Er zijn een aantal door de wet gespecifieerde gevallen, waarbij beperkte
aansprakelijkheid wordt doorbroken. Dit komt voor wanneer de regels
gesteld voor vennootschappen niet werden nageleefd.
 SITUATIE (toegepast op NV): Bij een NV moet je €61.500 inbrengen bij
oprichting. Indien je dit niet doet en maar €1.000 inbrengt en je gaat failliet,
ben je wel aansprakelijk voor de resterende €60.500.

10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur TEWBKLN. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,48  5x  vendu
  • (1)
  Ajouter