Organisatie van welzijns- en gezondheidszorg
1. Welzijns- en gezondheidszorg
1. Inleiding
2. Begripsverklaring
2.1. Organisatie
- = samenwerkingsverband tussen 2 of meerdere personen, instanties, diensten of zorgvoorzieningen
- de krachten, kennis en vaardigheden worden gebundeld om elk zijn of haar doel te realiseren
- een formele structuur in de organisatie is noodzakelijk —> vastgelegde taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden
- organisatie van de welzijns en gezondheidszorg —> verantwoordelijkheid : overheid
2.2. Welzijn
- = toestand van voldoening en tevredenheid die ontstaat waneer iemand tot ontplooiing van zijn
bestaan komt in de verschillende facetten van het leven —> op individueel, relationeel en
maatschappelijk vlak
- mensen stellen hoge eisen aan hun levenskwaliteit
- gezond blijven, van het leven genieten, zo weinig mogelijk door ziekte of functionele beperkingen gehinderd
worden, voldoende sociale contacten hebben, zich gedragen en veilig voelen
2.3. Welzijnsbeleid
- = het beleid dat erop gericht is die toestand van welbevinden te realiseren
- ultieme doel —> “goed in je vel voelen voor elke mens”
- ze streven dit na door :
- toe te zien dat alle initiatieven in de samenleving voor iedereen toegankelijk zijn
- voldoen aan de reële noden en vragen van alle lagen van de bevolking
2.4. Welzijnszorg
- zorg aan individuen of groepen die een verhoogde kwetsbaarheid tonen
- voor betrekking tot hun sociaal welbevinden
- die een tekort hebben aan ontplooiingskansen
- = maatschappelijke sector die zich richt op mensen die niet ten volle kunnen participeren aan het
maatschappelijke leven —> ze voorzien zorg en ondersteuning
- informeren, adviseren, bemiddelen, signaleren, therapieën, begeleiding, activiteiten, onderdak
geven, …
2.5. Gezondheid
- = toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn —> niet slechts de
afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken (WHO)
- holistische mensvisie :
- het is een multidimensionaal gegeven en steeds in wisselwerking met omgeving en
maatschappelijke context
Pagina 1 van 34
,2.6. Gezondheidszorg
- handelingen die helpen om ziekte, lichamelijke of psychische beperkingen te voorkomen of te
genezen
- verzorging van mensen met langdurige of ongeneeslijke gezondheidsproblemen
- in België wordt dit georganiseerd door de overheid :
- curatieve en langdurige gezondheidszorg
- preventie
- screeningsprogramma’s
- sensibiliseringscampagnes
- vaccinatieprogramma’s
- monitoring zorgsysteem
- kwaliteitsbewaking
- efficiëntieverbetering
2.7. gezondheidsbeleid
- = beleid dat ernaar streeft om ‘gezondheid’ te realiseren
- —> herwinnen, bevorderen en in stand te houden
3. Ordeningssystemen van de welzijns- en gezondheidszorg
Doel van de verschillende ordeningssystemen
- hulp- en zorgvragen vertalen naar een zorg- en ondersteuningsaanbod op maat van de zorgontvanger,
waarbij de noden en doelen centraal staan
- —> dialoog en overleg met de zorgontvanger en sociale achterban
—> Uitgebreid aanbod, er is veel overlap
1. doelgerichte indeling
2. verticale indeling
3. horizontale indeling
4. categoriale indeling
5. indeling naar soort hulpverlening
6. indeling naargelang status van de initiatiefnemer
7. conventioneel en niet-conventioneel
ordeningssystemen
doelgericht verticaal horizontaal categoriaal soort status van de (niet)
hulpverlening initiatiefnemer conventioneel
curatief 0e lijn intramuraal (op basis van zelfzorg openbare / conventioneel
doelgroep) publieke sector
preventief 1e lijn extramuraal mantelzorg privé sector niet-conventioneel
revalidatie 2e lijn semimuraal vrijwilligerswerk
palliatief 3e lijn transmuraal zelfhulpgroepen
sociaal 4e lijn
Pagina 2 van 34
,3.1. Doelgerichte indeling
- 1. curatieve sector
- genezen en of verzorgen van zieken, ziekten, aandoeningen en onwelzijn staat centraal
- hele proces —> onderzoeken, diagnose, behandeling, vervolgonderzoeken
- 2. preventieve gezondheidszorg
- preventie = initiatieven die doelbewust en systematisch een probleem voorkomen
- primaire preventie
- geen actueel probleem, wel mogelijk potentiële problemen
- —> is erop gericht om omstandigheden te voorkomen die ziekte-ontwikkeling in de hand
kunnen werken
- bv. vaccinatie
- secundaire preventie
- alle activiteiten die ziekten vroegtijdig opsporen en behandelen
- bv. borstscreening bij alle 50-jarige vrouwen
- tertiaire preventie
- voorkomen dat een aanwezig probleem zich verder ontwikkelt of nogmaals voordoet
- —> verdere invalidering te voorkomen : resterende validiteit te optimaliseren
- bv. rugschool bij intense rugproblemen
- quarternaire preventie
- maatregelen gericht om ‘quality of life’ te behouden of te verbeteren (wanneer een
gezondheidsprobleem niet meer kan verholpen worden)
- bv. decubituspreventie bij palliatieve zorgontvangers
- quintaire preventie
- begeleiding en ondersteuning van een mantelzorg (iemand die instaat voor de
ondersteuning van een persoon die een niet-omkeerbare aandoening heeft)
- bv. begeleiden mantelzorger van kind met syndroom van Down
- 3. revalidatiezorg
- multidisciplinaire niet-acute of post-acute zorg
- gericht op interactie tussen ouders-kinderen, verslavingsstoornissen, personen met hersenverlamming, …
- revalidatie na een acute problematiek, revalidatie bij chronisch ziekte of psychosociale revalidatie
- 4. palliatieve gezondheidszorg
- alles wat nog dient gedaan te worden als men denkt dat er niet meer kan gedaan worden
- doel = welzijn en comfort te vrijwaren
- 5. sociale gezondheidszorg
- voorkomen van of het omgaan met de gevolgen van gezondheidsveranderende
gebeurtenissen (gebeurtenissen op de persoon, omgeving en maatschappij)
- bv. maatschappelijke dienst in psychiatrie
3.2. Verticale indeling
- lijnen of echelonnering (0 tot 4)
- eerstelijnszorg vormt doorgangspoort tot het gezondheidszorgsysteem en van daar uit
doorverwijzing naar een hoger niveau
- ordening :
- 0e lijn
- zelfzorg, mantelzorg, zelfhulpgroepen en vrijwilligerswerk
- niet-professionele hulpverlening in een vertrouw milieu, toegankelijk voor iedereen
Pagina 3 van 34
, - 1e lijn
- rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg
- huisarts, thuisverpleegkundigen, vroedvrouwen, ergo- en kinesitherapeuten, psychiatrische
thuiszorg, diëtisten, apothekers en tandartsen
- 2e lijn
- zorg- en hulpverleners die kunnen worden geconsulteerd na doorverwijzing
- ambulante consultaties in algemene ziekenhuizen, bij psycholoog en psychotherapeut
- 3e lijn
- opname gebeurt op verwijzing vanuit de 1e of 2e lijn of via spoedopname
- opname in gespecialiseerde en intramurale zorg
- 4e lijn
- na verwijzing of na intakegesprek, soms met lange wachtlijsten en tijden —> de opname
is residentieel of langdurig van aard
- doelstellingen van verticale ordening:
- juister en efficiënter gebruik van middelen en voorzieningen
- rationeel beheer en controle = kosten onder controle houden
- beter ordenen van het zorgaanbod : toenemende complexiteit en onverzichtelijkheid
- betere taakverdeling en coördinatie = zorg op maat
3.3. Horizontale indeling
- 1. intramuraal
- opname —> zorg voor gezondheid binnen een zorgvoorziening
- bv. ziekenhuizen, wzc, verblijf in vluchthuis
- 2. extramuraal
- zorg buiten de muren van een zorgvoorziening, zonder opname
- bv. consultaties bij de huisarts, thuisgezondheidszorg, diensten, …
- 3. semimuraal
- de zorgontvanger is aangewezen op de zorg die in de zorgvoorzieningen wordt verleend, maar
verblijft er niet langer dan 24u
- bv. nierdialyse patiënten, persoon met beperking die naar het dagcentrum komt
- 4. transmuraal
- specialistische zorg wordt bij de zorgontvanger thuis gegeven
- bv. peritoneale dialyse, palliatieve zorg, chemotherapie die thuis gebeurt
3.4. Categoriale indeling
- op basis van doelgroepen
- bv. integrale jeugdzorg, gezinshulp, ouderenzorg, kansengroepenbeleid, voorzieningen voor
personen met een beperking, voorzieningen voor personen met een psychische stoornis &
voorzieningen en ondersteuningen voor palliatieve zorgontvangers
3.5. Indeling naar soort hulpverlening
- 1. zelfzorg
- omvat activiteiten die nodig zijn om te voldoen aan de dagelijkse behoeften (ADL)
- 2. mantelzorg
- niet-professionele zorg en hulpverlening die wordt gegeven aan een zorgbehoevend persoon
op grond van een affectieve of sociale band met de zorgbehoevende
- 3. vrijwilligerswerk
- geheel van activiteiten dat op vrijwillige basis wordt uitgevoerd in georganiseerd verband
Pagina 4 van 34