LES 4: ALCOHOL EN VERSLAVING
1. Alcohol: epidemiologische aspecten
Alcoholische gisting = ontstaat uit suikers door gisten en een aantal andere micro-organismen pyrodruivenzuur en
tenslotte ethanol. Alcohol is een sterke problematiek in het Westen, veel minder in de ontwikkelingslanden!
• 6,5% van alle doden in Europa gerelateerd aan alcohol.
• >2.370.000 levensjaren verloren door leverziekte voor 50jarige leeftijd: dat is meer dan longkanker, slokdarm,
maag, darm en pancreaskanker samen!
• Hoge economische kost: 125 biljoen € in Europa.
Verbruik van alcohol is 4x gestegen tussen 1950 en 1980.
• Eerstejaars KUL: 6% J en 1.6 % M vertonen afhankelijkheidstekens (10% misbruik).
• Spoedgevallendiensten: Dijon en Edinburgh 25 % tgv alcohol, 40 % heeft een positieve ademtest.
• Overschakeling van bier naar sterkere dranken " meer kanker, pancreatitis, epilepsie (evolutie).
• Vrouwen drinken ook!
Wie drinkt het meeste alcohol? De gemiddelde patiënt met alcoholische cirrose drinkt 15flessen wijn/week!
o Geslacht: man.
o Leeftijd: piek tussen 40-75jaar, nadien afname van overmatig alcoholgebruik. Er doet zich een shift voor: steeds
meer jongeren beginnen drinken én steeds op jongere leeftijd. 1/8 doet aan binge drinking wat evenschadelijk kan
zijn als chronisch drinken.
o Sociale status: deprivatieparadox = alcoholgebruik neemt toe naarmate de SES daalt wat 100j geleden niet zo was!
Vroeger was het iets van de rijkeren, nu het steeds meer beschikbaar wordt komt het meer voor bij lage SES
waardoor ook meer sterfte in deze klasse.
o Relationele status: mannen die samenleeft met een partner (maar niet getrouwd), drinken het meeste.
Vrouwen zijn gevoeliger voor de effecten van alcohol omwille van lichamelijke factoren: vetpercentagel, sneller een
hogere alcohol bloedspiegel, … Mannen hebben een betere overlevingskans in jaren bij overmatig alcoholgebruik dan
vrouwen (zie slide).
De negatieve effecten van alcohol zijn volumegerelateerd: naarmate men meer drinkt, is er een linieair verband tussen
de hoeveelheid en het risico op overlijden door alcoholgebruik --> trend doet zich voor in alle landen.
9 Enkele studies geven mogelijk gunstige effecten aan bij lage dosis alcoholinname: vb Franse Paradox = in regio’s in
Frankrijk waar veel wijn gedronken wordt, sterft men minder aan hart en bloedvaten problematiek dan wanneer
men niet drinkt. Hierbij werd geen rekening gehouden met de globale sterfte waarin duidelijk wordt dat andere
risico’s toenemen door alcoholgebruik " coronaire voordeel wordt teniet gedaan door andere gevolgen!
‘Veilige grenzen’ van inname is een variërend begrip =
- Mannen: 60g alcohol per dag = 3 pintjes van 25cc of 3 glazen wijn.
- Vrouwen: 20-30g alcohol per dag = max 2 pintjes of max 2 glazen wijn.
Economische en politiek-geografische factoren omtrent alcoholgebruik =
o Pareto-effect: 80% van de omzet in alcohol wordt gebruikt door 20% van de populatie. Slechts een kleine groep is
verantwoordelijk voor een groot deel van de omzet waardoor de industrie er fel op inspeelt! (20/80% regel)
o Impuls op alcoholindustrie:
• Rol van sensibilisering.
• Focus op kwaliteitsproducten.
o Effect van overheidsmaatregelen op alcoholgebruik: studie in Brits Columbia geeft aan: indien taks verhogen
(toegang beperken) " sterke daling alcoholgebruik én alcoholgerelateerde mortaliteit.
2. Alcohol gebruiksstoornis (alcohol use disorder, AUD)
Alcoholonttrekking is de belangrijkste prognostische factor bij alcoholisch leverlijden " stoppen met alcohol is de
belangrijkste factor voor de bepaling van de overleving.
• Er zijn ethisch-sociale vooroordelen tegenover patiënten in medisch milieu: slechts 10% vd patiënten met
alcoholisch leverlijden krijgt een behandeling voor AUD!
• Er is meer inzicht in het pathofysiologisch ontstaan van alcoholdependentie.
, Abstinentie: 60% hervalt na een periode van abstinentie binnen het jaar.
o Abstinentie is moeilijk te bereiken bij patiënten met AUD.
o Het afbouwen van alcoholgebruik is tegenaangewezen bij gevorderde leverziekte (omdat dit gebruik vaak in kader
van een verslaving is). Men zet beter in op totale abstintentie.
o Bereiken van korte termijnabstinentie (CAVE: onttrekkingssymptomen) en lange termijnabstinentie (CAVE: herval).
Korte termijn alcoholabstinentie kan risicovol zijn, het kan vb. een acuut onttrekkingsdelier uitlokken =
Pathofysiologie:
" Genetische factoren, sommigen zijn er kwetsbaarder voor dan anderen.
" Alcohol werkt neurodeprimerend door versterking van gamma-amino boterzuur (GABA) en inhibtie van Glutamaat.
Acute onttrekking van alcohol verstoort abrupt de ‘nieuw ontstane homeostase’ in aanwezigheid van alcohol
waardoor de neurotransmitters de bovenhand nemen en te sterk stimulerend worden.
De symptomen ontstaan tussen 6-24u na laatste inname van alcohol (intentioneel of niet-intentioneel):
" Mild: angst, onrust, hoofdpijn, nausea, fors zweten, …
" Ernstig: tonisch-clonische epileptische insulten, alcoholische hallucinosis (vooral visueel, patiënt is angstig en
bewust) en delirium tremens.
Delirium tremens = hallucinaties, disorientatie, tachycardie, hypertensie, hyperthermie, agitatie, en
diaphoresis. Begint meestal na 48u en duurt 1-5 dagen. Mortaliteit actueel 5%.
De neurologische symptomen worden erger én lichamelijke symptomen ontstaan als gevolg van de disregulatie
in de hersenen.
De diagnose wordt klinisch gesteld waarbij het uitsluiten van IC bloeding, encephalopathie en Wernicke syndroom
belangrijk is omdat dit beeld vaak voorkomt in combinatie met trauma vb na val op feestje op de spoed terecht komen.
De behandeling van acuut onttrekkingsdelier bestaat uit =
Correctie van vocht en ionenstoornissen. Vitaminesubstitutie.
Ondersteuning van de vitale parameters/lichamelijke symptomen (soms kunstmatig coma-ventilatie).
Benzodiazepines (vg. Diazepam met lange halfwaardetijd die onderdrukkend effect op hersenen kunnen
overnemen, dikwijls aan hoge dosis omdat ze gewend zijn veel alcohol te nemen waardoor ze een zeer sterke
alcoholverwerking hebben id lever wat dezelfde werking is voor verwerking van deze benzo’s.
Lange termijn alcoholabstinentie wordt bekomen door een gebruikelijke combinatie van =
a) Gedragstherapie: psychologisch-psychiatrische interventie zoals 12 step facilitation (AA), CBT en/of motivational
enhancement therapy.
b) Pharmacotherapy: vb disulfiram (Antabuse®) waarbij men misselijk wordt indien men iets drinkt. Cave:
levertoxiciteit dus oppassen bij mensen die leverziek zijn. vb. Lioresal (Baclofen®: spierverslapper), heeft
tegenstrijdige data, maar doch veilig bij patiënten met cirrose.
Syndroom van Wernicke met als pathofysiologie een deficiëntie van vitamine B1 (veroorzaakt door malnutritie in het
kader van alcoholgebruik). Iedereen die in de spoed binnenkomt krijgt als behandeling standaard B1 intraveneus om dit
te voorkomen waardoor het nu niet meer zo vaak gezien wordt. Het gaat gepaard met hemorragische necrose in de
hersenen en leidt onbehandeld altijd tot het overlijden van de patiënt!
• Symptomen =
Encephalopathie: verwardheid, gestoorde aandacht, desorientatie.
Oogbewegingsstoornissen: meetal nystagmus.
Ataxie: gangstoornissen, soms uitgesproken.
3. Lichamelijke effecten van alcohol
a) Acute intoxicatie: apnee (ademstilstand), hypoventilatie, hypothermie (onderkoeling), apiratie (braaksel in luchtpijp
doordat men niet genoeg bewustzijn heeft om de reflex te maken bij het braken, vaak bij studenten).
b) Gastro-intestinale tractus:
• Alcoholisch leverlijden + alle complicaties. • Motiliteitsstoornissen (slokdarm, reflux,
• Alcoholische pancreatitis (acuut-chronisch). maaglediging, diarree).
• Maligne tumoren (oraal, faryngeaal, • Alcoholische leverziekte.
esophagaal, colorectaal, pancreatisch). • Mucosale schade (hemorragische gastritis etc).