LES 14: CAPITA SELECTA
1. Capita selecta in de neurologie
1.1. Het cerebrovasculair accident
= Ontstaan van celdood van neuronen door gebrek aan bloedvoorziening. Jaarlijkse incidentie België: 1/460 (frequent).
o Vormen: ischemisch (embool: voorkamerfibrillatie of thrombose: arteriosclerose) en hemorragisch.
Symptomen: afhankelijk van grootte en lokalisatie van aangetaste regio. Vaak voorkomende aantasting is aan het gebied
van Borcka: geeft spraakproblemen. De symptomen ontstaan acuut (van min tot uren waarbij klonter het bloedvat steeds
meer toe duwt) en zijn soms transiënt (TIA: transiënte ischemische aanval: minder dan 24u, meestal enkele minuten;
dikwijls val in bloeddruk bij bloedvatstenose waardoor 80% reductie vd diameter vh bloedvat).
• Afasie: taalproblematiek. Motorisch (men heeft nog begrip voor wat men vraagt, spreken zelf is incoherent) of
sensorisch (persoon begrijpt niet wat je vraagt).
• Hemiplegie: eerst hypotoon en later hypertoon (strak, gefixeerd), aan de contralaterale zijde van het infarct.
• Apraxie: coördinatieproblematiek.
• Neglect: geen aandacht voor L of R kant van een ruimte en het lichaam.
• Hemianopsie: deel gezichtsveld is weg.
• Lacunair infarct: aantasting kleine bloedvaten, vaak 10tallen zeer kleine infarctjes die kleine symptomen geven
waardoor hersenen globaal minder goed functioneren. Kan leiden tot een dementieel beeld (multi-infarctdementie).
• Slikstoornissen!
Diagnose: klinisch, CT scan ter uitsluiting van bloeding en zo snel mogelijk oorzaak achterhalen (ECG, duplex halsvaten,…).
Behandeling hemorragisch CVA: neurochirurgie bloeding laten stoppen en druk afnemen via drain. Behandeling
ischemisch CVA: mechanische thrombectomie, thrombolyse indien binnen de 4,5u, later is dit zinloos aangezien de
schade dan onherstelbaar is en er meer risico komt op bloedingen elders indien deze medicatie toch gegeven is. Op lange
termijn: bloedplaatjesremmers, bloeddrukcontrole, behandeling risicofactoren (roken, diabetes, cholesterol, …). Snelle
start van revalidatie!
1.2. Epilepsie
= Verandering in elektrische activiteit van hersenschors, veroorzaakt door veralgemeende of focale synchrone neuronale
ontladingen. 1 op 20 zal ooit een epileptische aanval hebben.
• Acuut symptomatische epileptische aanval: indien 1 malig.
• Epilepsie: herhaaldelijk optreden van aanvallen zonder uitlokbare oorzaak.
- Focale of partiële epilepsie: slechts een deel van hersenschors.
- Gegeneraliseerde epilepsie: gehele hersenschors is betrokken.
Symptomen zijn sterk variabele van presentatie, afhankelijk van de getroffen zone. 3 fasen =
• Aura: symptomen of sensaties die voorafgaan aan de aanval vb. reuk, visueel of tactiele veranderingen.
• Partiële aanval: motorisch: clonieën, of sensorisch: tintelingen, hallucinaties, reuksensaties, visuele waarnemingen…
Het bewustzijn kan bewaard zijn!
• (Primaire of secundaire) veralgemeende tonico-clonische aanval: tonische contractie van alle spieren voor 10-30
sec met risico op schouderluxatie en tongbeet. Nadien clonische trekkingen (schudden, beven, …) voor 1-2 minuten.
Het bewustzijn is volledig weg!
• Postictale fase voor 3-15 minuten met vaak amnesie nadien. Ze worden moeilijk wakker met beperkte interactie.
Bij 1% gaat aanval niet spontaan voorbij = status epilepticus: de aanvallen komen continu of herhalen zich om de zoveel
minuten. Ademhaling komt in het gedrag! Medisch zeer urgent.
Oorzaak: epilepsiesyndromen (afwijking in hersenen die gevoeligheid voor epilepsie vergroot), koortsstuipen of
secundair als gevolg van vb metabool of toxisch, ontwenning, trauma, CVA, …
Behandeling =
• In acute fase: meestal niks, aanval laten passeren. In postictale fase de pers in veilige positie leggen (aspiratierisico).
Indien de aanval niet spontaan voorbijgaat (status epilepticus): benzo’s intraveneus of rectaal.
• Chronisch: anti-epileptica (werken in op neurotransmitters) met als doel de pers aanvalsvrij krijgen zonder
bijwerkingen (lukt bij 70% van de patiënten) en aanvallen proberen te reduceren.