Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting biomedisch over het hart en de bloedvaten.
Periode 1.1 (jaar 1 blok 1 - biomedisch - hogeschool Inholland - HBO-V).
Duidelijke samenvatting met alles wat je moet weten voor je toets!!
Inhoud bestaat uit H11, H12, H13 van anatomie en fysiologie, H6 H7 pathologie en de zorgthem...
BIOMEDISCH
HART & BLOEDVATEN
INHOLLAND AMSTERDAM – HBO V
BLOK 1 JAAR 1
Kennisbasis toets 1 biomedisch
Het hart & bloedvaten
INHOUD
Anatomie & Fysiologie:
o H11
o H12
o H13
o H14:3.7
o H17:7.7.4
Pathologie:
o H6
o H7.1
ProActive Nursing:
o Zorgthema 5: 2A + 3
o Zorgthema 6
o Zorgthema 13
De inhoud van deze samenvatting bevat alles wat je moeten weten voor je eerste biomedische toets
van de opleiding HBO-V. Plaatjes en tekst zijn afkomstig uit de boeken. Het gaat over het hart & de
bloedvaten.
Studiejaar 2020-2021.
, 12.1
H12
HET HART
FUNCTIE
Het hart zorgt voor het stromen van bloed, zodat organen voorzien worden van bloed en zuurstof. Alle
functies van het bloedvatenstelsel zijn afhankelijk van het hart en alle organen zijn afhankelijk van bloed
(zuurstof en voedingsstoffen).
BLOEDSOMLOPEN
De bloedsomloop kan worden onderverdeeld in:
o de kleine bloedsomloop (pulmonaire circulatie)
vervoert zuurstofarm bloed vanuit rechterventrikel naar de longen en komt uit in de grote
bloedsomloop (met zuurstofrijk bloed)
o de grote bloedsomloop (systemische circulatie)
vervoert zuurstofrijk bloed vanuit het linkerventrikel naar de rest van het lichaam en komt weer
uit in de kleine bloedsomloop (met zuurstofarm bloed)
BLOEDVATEN
Er zijn verschillende soorten bloedvaten:
o Arteriën ookwel slagaderen of efferente bloedvaten ® voeren bloed van het hart weg
o Venen ookwel aders of afferente bloedvaten ® voeren bloed naar het hart terug
o Capillairen ® zijn kleine dunwandige bloedvaten tussen de kleinste arteriën en venen, waar de
uitwisseling van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen plaatsvindt.
ATRIA EN VENTRIKELS
Het hart bestaat een: rechteratria, rechterventrikel, linkeratria en een linkerventrikel. Atria worden ook wel
boezems genoemd en ventrikels de kamers.
Bloed stroomt vanuit:
® rechterventrikel stroomt zuurstof arm bloed naar de longen en vanuit daar stroomt het
zuurstofrijke bloed in de
® linkeratria, het linkeratria duwt het bloed in het linker ventrikel
® linkerventrikel duwt het zuurstof rijke bloed (door de aorta) de grote bloedsomloop naar de rest
van het lichaam
® rechteratria het inmiddels zuurstof arme bloed komt weer in het rechteratria uit en vanuit hier
wordt het bloed in het rechterventrikel geperst
De grens tussen de atria en de ventrikels: atrioventriculaire groeve en is met
een aanzienlijke hoeveelheid gevuld. De grens tussen het linker- en
rechterventrikel: de ventrale interventriculaire groeve en dorsale
interventriculaire groeve. De grens tussen het linker- en rechteratrium heet
het septum. Het onderste puntige uiteinde van het hart is de apex.
De atria hebben een betrekkelijk dunne gespierde wand en kunnen zich
uitrekken, als de atria niet gevuld zijn met bloed loopt deze leeg en vormt dit
een hobbelige kronkelige flap: auricula.
,BUITENWAND HART
De wand van het hart bestaat uit drie lagen
(van binnen naar buiten):
o Endocard
- staat in contact met het hart en bestaat uit:
enkelvoudig epitheel en losmazig bindweefsel
o Myocard
- de gespierde wand van het hart die bestaat uit:
hartspierweefsel, bloedvaten en zenuwen.
o Epicard
- buitenste oppervlakte van het wand
§ epicardium (visceraal pericardium)
staat in contact met het myocard en bestaat uit epitheel en los bindweefsel
§ perciardiale holte
dit is een holte die een hoeveelheid pericardiale vloeistof bevat dat werkt als
glijmiddel om wrijving te voorkomen tussen oppervlakte als het hart klopt.
§ pariëtaal pericardium
buitenste laag en bestaat uit een dicht netwerk van collagene vezels die de positie
stabiliseren.
De wand van het rechterventrikel is relatief dun ten opzichte van het linkerventrikel. Rechterventrikel moet
minder kracht leveren om het bloed weg te pompen in de longen. Het linkerventrikel heeft ene dikkere
gespierdere wand. Hierdoor als het linker ventrikel zich samenperst wordt de afstand tussen de basis het
hart en de apex kleiner en wordt het diameter kleiner.
BINDWEEFSEL
Het bindweefsel van het hart bestaan uit vele collagene en elastische vezels rond elke afzonderlijke
hartspier. De vezels zorgen voor:
1. verstevigen de hartspiervezels, bloedvaten en zenuwen van het myocardium
2. verstevigen het hart en voorkomen dat het te veel wordt uitgerekt
3. helpen het hart na een contractie naar zijn oorspronkelijke vorm terug te keren.
HARTSPIERCELLEN
Hartspiercellen bevatten en centraal gelegen celkern en zijn kleiner dan skeletspiervezels. Elke hartspiercel
bevat (net als een skeletspiervezels) myofibrillen. Hartspiercellen hebben veel mitochondriën en een
myoglobinereserve (voor zuurstofopslag). Energiereserves zijn opgeslagen in de vorm van glycogeen en
vetten.
Cellen staan in contact met elkaar samen op de intercalaire schijven. De demosen brengt de cellen samen
en de gap junctions zorgen voor de verplaatsing van ionen en kleine moleculen waardoor de actiepotentiale
zich snel van de ene cel naar de andere cel kan verplaatsen.
KLEPPEN
Het hart bevat vier kleppen die worden onderverdeeld in:
o atrioventriculaire kleppen
tussen de atria en de ventrikels
§ tricuspidalis ® klep tussen rechteratrium en rechterventrikel ( 3 slippen)
§ mitralisklep ® klep tussen linkeratrium en linkerventrikel (2 slippen)
o halvemaanvormige kleppen
tussen de ventrikels en de (elastische) arterie
§ pulmonalis ® rechter ventrikel naar de arterie truncus pulmonalis
§ aorta ® linker ventrikel naar de aorta
,Kleppen zorgen ervoor dat bloed niet kan terugstromen. Enige mate van terugstromen kan bij gezonde
mensen gewoon voorkomen en dit noem je regurgitatie. De slippen zorgen ervoor dat de kleppen op hun
plek worden gehouden. Dit gebeurd door de zogenoemde chordae tendineae (peesdraden) die verbonden
zijn met papilspieren. Bij een samentrekking van het hart komen de peesdraden strak te staan waardoor
een klep niet kan terugslaan.
BLOEDTOEVOER NAAR HET HART
Het hart heeft ook zuurstof nodig om te werken, want dit is ook een spier. Dit noem je de coronaire
bloedsomloop en hier is de bloeddruk het hoogst. Tijdens inspanning van het hart stijgt de zuurstofbehoefte
aanzienlijk (9 keer zo hoog). De kransslagaderen geven bloed aan het hart. Deze ontspringen bij de aorta
en heten:
o linker a. coronaria ® vervoert bloed naar linker ventrikel, linkeratrium en tussenschot tussen de
ventrikels, en splitst zich in:
§ ramus circumflexus en ventrale interventriculaire tak
o rechter a. coronaria ® vervoert bloed naar rechteratrium en beide ventrikels en splitst zich in:
§ marginale en dorsale interventriculaire
Via de v. cordis magna en v. cordis media wordt het bloed weer teruggeven via de sinus coronarius aan het
rechteratrium.
HART – MYOCARDINFARCT
Een onderbreking van een coronaire circulatie zorgt voor een hartaanval (myocard infarct). Hierbij raakt
een coronaire geblokkeerd en krijgt geen zuurstof meer waardoor het afsterft.
, 12.2
TOTSTAND KOMING HARTSLAG
Bij een hartslag trekken altijd eerst de atria samen en vervolgens de ventrikels. Bij een hartslag spelen twee
type hartspiercellen en rol:
o contractie cellen (99%
brengen de krachtige contracties teweeg waarmee het bloed wordt voortgestuwd
Een contractie (samentrekking van het hart) komt tot stand door binding van calcium aan
troponine.
o gespecialiseerde, niet-contractiele spiercellen van het geleidingssysteem
coördineren en reguleren de activiteiten van de contractiele cellen
Het hart trekt autonoom samen. Het geleidingsnetwerksysteem bestaat uit twee type
hartspiercellen:
§ nodale cellen
bepalen de snelheid van de hartcontracties die zich in de SA en AV knoop bevinden.
De gangmaker cellen depolariseren 70-80 actiepotentiale per minuut.
§ geleidende cellen geleiden de prikkel voort over het volledig myocardium
FASES HARTSLAG
Een hartslag bestaat uit de volgende stappen:
1. Sinusknoop (SA-knoop) wordt geprikkeld
2. Prikkel verspreidt zich naar de AV-knoop (als de AV knoop geen prikkel ontvangt neemt de AV
knoop het over en genereert dan 40-60 slagen per minuut)
3. De prikkel wordt enigszins vertraagt zodat de atria kunnen samentrekken en de ventrikels gevuld
kunnen worden.
4. De prikkel verplaatst zich via de bundel van His naar de bundeltakken tot de Purkinjevezels
5. De Purkinjevezels zorgen ervoor dat de prikkel over het hele myocardium (hart) terecht komt en
de contractie van de ventrikel begint.
SNELLE OF TRAGE HARTSLAG
Een normale hartslag genereert dus 70-80 hartslagen per minuut. Bij een bradycardie is er sprake van een
trage hartslag met minder dan 60 slagen per minuut. Bij een tachycardie is er sprake van een snelle hartslag
met meer dan 100 hartslagen per minuut.
ECG ® ELEKTROCARDIOGRAM
Een elektrocardiogram registreert alle elektrische gebeurtenissen die in het hart plaatsvinden. Het volgende
over een ECG moet je weten:
o P – golf ® depolarisatie (samentrekking) van de atria
o QRS – complex ® depolarisatie van de ventrikels (sterk signaal doordat de spiermasse van de
ventrikels groter is dan die van de atria)
o T – golf ® repolarisatie (ontspanning) ventrikels
Aan de hand van een ECG kan veel worden afgelezen. Bij bijvoorbeeld een
kleiner elektrisch signaal dan normaal kan dit betekenen dat de hartspier in
gewicht is afgenomen, terwijl buitengewoon sterke depolarisatie kunnen
beteken dat de hartspier is vergroot.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Fleurvdbergxxx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.