Samenvatting van het vak Inleiding tot statistiek voor de gedragswetenschappen.
Alle lesopnames van Jennifer zijn erin verwerkt, alsook extra informatie en de formules telkens volledig uitgeschreven. Ook heel veel voorbeelden die in de lessen gegeven worden staan in deze samenvatting.
Short and powerful: very nicely reflects the essence of the profession. Also has short details that are only in class. Sometimes he is a bit short, but that also shows that this is the essence. I recommend him. (At the time of writing, the last particle still needs to be added).
, 7.2.3 Variantie ............................................................................................................................... 52
7.3 Regels voor (wiskundige) verwachtingen .................................................................................... 53
7.4 Regels voor varianties ................................................................................................................. 54
H.8 Steekproevenverdelingen ............................................................................................................... 55
8.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 55
8.2 Binomiale verdelingen van steekproefaantallen......................................................................... 56
8.2.1 Inleiding ................................................................................................................................ 56
8.2.2 4 voorwaarden van een binomiale situatie .......................................................................... 56
8.2.3 Speciale gevallen .................................................................................................................. 57
8.2.4 Binomiaalcoëfficiënt ............................................................................................................. 58
8.2.5 Binomiale verdelingen .......................................................................................................... 58
8.3 Binomiale verdelingen in steekproeven ...................................................................................... 59
8.4 Binomiale kansen bepalen .......................................................................................................... 59
8.5 Verwachting en standaardafwijking van een binomiale verdeling ............................................. 60
8.6 Normale benadering van de binomiale verdeling van aantallen ................................................ 60
8.7 Continuïteitscorrectie.................................................................................................................. 61
8.8 Normale benadering van de binomiale verdeling van proporties .............................................. 62
8.9 Centrale limietstelling ................................................................................................................. 62
8.10 Schema benaderingen ............................................................................................................... 63
H.9 Inleiding tot inferentie .................................................................................................................... 64
9.1 Inferentiemethoden .................................................................................................................... 64
9.2 Schatten....................................................................................................................................... 64
9.2.1 Puntschatting........................................................................................................................ 64
9.2.2 Intervalschatting ................................................................................................................... 65
9.3 Significantietoetsen ..................................................................................................................... 66
9.4 Z-toets.......................................................................................................................................... 68
9.5 Overschrijdingskansen (p-waarden) vs vast significantieniveau α.............................................. 68
4
, H.1 Meetschalen
1.1 Inleiding
1.1.1 Meten is gebaseerd op 4 eigenschappen
1) Identiteit (= en ≠ ) of categoriseerbaarheid: NOMINALE SCHAAL
→ als ik een observatie maak, kan ik deze perfect ergens gaan indelen
Bv. Als je de oogkleur bruin hebt, zet ik je in die klasse.
→ identiteit is er altijd!
2) Ordenbaarheid
Bv. Oogkleur is niet ordenbaar: je kan niet zeggen dat blauw beter is dan groen.
Bv. Wel ordenbaar: 2 seconden duurt langer dan 1 seconde.
Bv. Aantal goals dat Kevin de Bruyne heeft gescoord in zijn laatste match.
3) Bestaan van een meeteenheid
Bv. Meten hoe groot iemand is, hoe warm het is.
→ iedereen bekomt hetzelfde, kan dit perfect aflezen (iedereen gebruikt eenzelfde
meeteenheid)
Bv. Graden Celsius (temperatuur)
Bv. Verschil tussen 10 en 15 cm = verschil tussen 20 en25 cm. 1cm betekent hetzelfde voor
iedereen!
Een tas koffie is daarentegen geen vaste meeteenheid, want niet alle tassen zijn even
groot!!!
4) Bestaan van een absoluut nulpunt
→ je kan niet negatief gaan
Bv. Graden Celsius is geen ratioschaal, want dit kan wel negatief gaan
Bv. Wel ratioschaal: Aantal kinderen in een gezin, hoe lang de les heeft geduurd,…
Als iets identiteit en ordenbaarheid heeft: ORDINALE SCHAAL
Als iets identiteit, ordenbaarheid en een meeteenheid heeft: INTERVALSCHAAL
Als iets identiteit, ordenbaarheid, een meeteenheid en een absoluut nulpunt heeft: RATIOSCHAAL
→ belangrijkste in de statistiek, hier altijd eerst naar kijken bij oefeningen!!
1.1.2 Soorten meetschalen
1) Nominale schaal
→ je mag geen enkele berekening doen, dus je kan enkel de modus nagaan
Bv. Haarkleur, geslacht
2) Ordinale schaal
→ je kan enkel < en > gebruiken
3) Intervalschaal
→ je mag <, >, + en - gebruiken
4) Ratioschaal
→ je mag <, >, +, -, * en : gebruiken
1.1.3 Hoe bepaal ik mijn meetschalen?
Stel een ja/neen-vraag bij elke eigenschap
→ daar waar je voor het eerst “neen” schrijft stopt het
Meetschalen zijn hiërarchisch!
→ alles wat je op nominaal mag doen, mag je ook op ordinaal, interval en ratio toepassen!
5
, Ordinaal: bv. aankomst in een wedstrijd (diegene die eerst is heeft goud, tweede: zilver,…)
→ hier is geen vaste meeteenheid, want het kan zijn dat diegene die goud heeft na een uur is binnen
gelopen en diegene die brons heeft pas na 3 uur.
→ diegene die behoort tot de ordinale, behoort ook sowieso tot de nominale!
1.1.4 Kwalitatief vs kwantitatief
Kwalitatief: nominale en ordinale schaal
Kwantitatief: interval -en ratioschaal
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur axanad. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.