In dit document staan uitgebreide samenvattingen van Berns, NRC en de artikelen behorende tot de tentamenstof van de cursus 'Pedagogische Systemen in de Baby- en Kindertijd'.
Dit document omvat:
- H1-H7 & H10 Berns (10de editie)
- NRC H4 blz. 85-118 & 128-171
- NRC H5 blz. 209-235
- NRC H6 blz. 23...
samenvatting pedagogische systemen in de baby en kindertijd
pedagogische wetenschappen
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Chapter 3 Powerpoint Notes
PSKA: Samenvatting Child, Family, School, Community
PSBK: Samenvatting Child, Family, School, Community
Tout pour ce livre (36)
École, étude et sujet
Universiteit Utrecht (UU)
Pedagogische Wetenschappen
Pedagogische systemen in baby- en kindertijd
Tous les documents sur ce sujet (21)
24
revues
Par: donyaaltaher2203 • 1 mois de cela
Par: gewoonextraaa • 1 mois de cela
Par: koelewijnuu • 2 année de cela
Par: ikassrien • 2 année de cela
Par: ninaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa • 2 année de cela
Par: NataliaV • 2 année de cela
Par: sabsab2001 • 2 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
eliannevlieg
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Berns, 2016 Child, family, school, community socialization and support
Hoofdstuk 1: Ecology of the child
Ecologie is de wetenschap naar de onderlinge relaties tussen organismen en hun omgeving.
Vaak gaat dit over planten of dieren, maar er is ook een menselijke ecologie (human
ecology). Deze heeft betrekking op de biologische, psychologische, sociale en culturele
contexten waarin een ontwikkelend persoon interacteert, en de daaruit voortvloeiende
processen die zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Wanneer de mens zicht ontwikkelt, is
verandering (adaptation) belangrijk. Verandering houdt dat een organisme en/of het gedrag
van het organisme aangepast moet worden, zodat het beter kan leven met de condities van
de omgeving. In het geval van mensen houdt dit in dat ze zich moeten aanpassen aan
persoonlijke, sociale en maatschappelijke veranderingen, zoals demografische,
economische, politieke en technologische veranderingen.
➔ De term bio-ecologisch verwijst naar de rol die organismen spelen bij het vormgeven
van hun omgeving in de loop van de tijd. In het geval van menselijke organismen
wordt er gekeken naar biologische, sociale en psychologische kenmerken.
Het doel van dit boek is om verder te onderzoeken hoe opgroeien in een veranderende
wereld van invloed kan zijn op een kind door socialisatie. De onderwerpen socialisatie en
invloed/socialisatie van de omgeving zullen in dit hoofdstuk daarom worden besproken.
Socialisatie
socialisatie is het proces waarbij individuen de kennis, vaardigheden en
karaktereigenschappen verwerven die hen in staat stellen om deel te nemen als effectieve
leden aan groepen en de samenleving. Ook zorgt socialisatie ervoor dat het bestaan van een
maatschappij en de sociale orde daarvan kunnen bestaan. Socialisatie vindt plaats in het
gezin, op school, in de peer-groep in de gemeenschap, en via de media. Volgens, Handel,
Cahil en Elkin vindt socialisatie plaats (1) door de jaren heen, (2) door interacties met
belangrijke mensen om je heen, (3) door middel van communicatie, en (4) in emotioneel
belangrijke contexten.
Socialisatie is een uniek menselijk proces. Dit komt doordat mensen taal hebben en kunnen
denken. Er is een relatie tussen taal, gedachtes, en gedrag: taal stelt mensen in staat om het
vermogen tot redeneren en een kenmerkend gedragspatroon te ontwikkelen. Het zijn
redenering en het gedrag die ons in staat stellen de attitudes van anderen te internaliseren.
Vervolgens passen we ons gedrag daarnaar aan, waardoor we gesocialiseerd worden als
een generalized other.
Naast dat socialisatie uniek is voor mensen, is het ook een wederkerig, dynamisch proces.
Dit wederkerige, dynamische proces wordt complexer naarmate kinderen zicht ontwikkelen
door veranderingen in het kind en in de mensen die het kind socialiseren.
➔ Wederkerig: wanneer een individu met iemand interacteert, dan lokt een reactie van
de een vaak een reactie in de ander uit.
➔ Dynamisch: interacties veranderen door de tijd heen, en individuen kunnen zowel
responsen geven als responsen van anderen ontvangen.
Kinderen spelen ook zelf een rol in hun socialisatie. Dit kan bijvoorbeeld komen door genen,
temperament en ontwikkeling/rijping (maturation):
- Genen: er is een correlatie tussen iemands genotype (de totale samenstelling van
erfelijke instructies gecodeerd in de genen op het moment van conceptie), en
, iemands omgeving die van invloed is op iemands ontwikkeling. Er zijn verschillende
soorten genotype-omgeving interactie:
Passief: het genotype dat ze aan hun kind
overdragen zorgt ervoor dat het kind een
bepaalde aanleg heeft om beïnvloed te worden
door de omgeving die de ouders creëren.
Evocatief: het genotype van een individu zal de
neiging hebben om bepaalde reacties op te
roepen of uit te lokken in de omgeving waarin
hij of zij omgaat.
Actief: het genotype van een individu zal de
persoon ertoe aanzetten om omgevingen te
zoeken die het meest passen bij zijn of haar
genetische aanleg.
- Temperament is de aangeboren kenmerken die de gevoeligheid van een individu
voor verschillende ervaringen en het reactievermogen op patronen van sociale
interactie bepalen. Er zijn drie soorten temperament/fysiologische responsen: easy,
slowy-to-warm-up, en moeilijk (zie plaatje). Het socialisatie proces van een kind kan
positief beïnvloed worden/smooth gaan als de opvoeders goed weten om te gaan
met, en begrip kunnen hebben voor het
temperament van het kind. Als er
echter geen goede ‘fit’ is tussen het
temperament van het kind en de
opvoeders, dan zal socialisatie vaak
moeilijk gaan.
- Maturation zijn de veranderingen in iemands ontwikkelingen die
samengaan met ouder worden. Die veranderingen vereisen ook
dat ouders hun verwachtingen en bepaalde aspecten van hun
opvoeding bijstellen.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen opzettelijke en onbedoelde
socialisatie (intentional/unintentional socialization). Met intentionele
socialisatie wordt bedoeld dat ouders bepaalde waarden consequent en
expliciet aan hun kind overbrengen, en dit wordt gedaan door middel van
goedkeuring voor de naleving en negatieve gevolgen voor het niet
naleven. Grusec en Davidov zien socialisatie als een domein-specifiek
proces: verschillende situaties waarin kinderen zich bevinden, hebben
verschillende interacties en socialisatie nodig. Er zijn verschillende
domeinen te onderscheiden, zoals bescherming,
interactie/wederkerigheid, controle, begeleid leren, en groepsdeelname.
Intentionele socialisatie kan echter moeilijk zijn door bepaalde unieke
biologische eigenschappen die kinderen hebben. Hierdoor spelen
kinderen zelf ook een rol in hun socialisatie.Tegenover intentionele
socialisatie, staat onbedoelde socialisatie. Er worden dan onbewust
bepaalde waarden of kennis overgebracht op het kind, bijvoorbeeld door
interacties tussen mensen of de observatie daarvan.
,Zoals duidelijk is worden kinderen door veel verschillende actoren in de maatschappij
gesocialiseerd en beïnvloedt. In een maatschappij vinden soms veranderingen plaats die ook
die socialiserende actoren kunnen beïnvloeden. Dit kan de socialiserende actoren direct
beïnvloeden, bijvoorbeeld door onzekerheid, waardoor de kinderen indirect worden
beïnvloed. Dit kan zowel zorgen voor spanningen binnen een familie, als voor bepaalde
uitdagingen. Een dergelijke uitdaging die is voortgekomen uit verandering is het concept van
kindertijd. We gaan ervan uit dat de kindertijd een bijzondere periode is waarin we worden
verzorgd, onderwezen en beschermd, omdat we niet volwassen genoeg zijn om deze dingen
voor onszelf te doen. De vraag is of de kindertijd verandert - wordt deze langer of korter -
wanneer de samenleving verandert. Het lijkt erop dat de druk die ouders ervaren er
tegenwoordig voor zorgt dat de bescherming van kinderen wordt ondermijnt. Wat kan helpen
om je aan te passen aan de verandering, is het analyseren en onderzoeken van (een aantal
van) de variabelen die betrokken zijn bij het socialisatie proces.
Het bio-socio-ecologische model van Bronfenbrenner
Een wetenschappelijke theorie is een georganiseerde reeks uitspraken die observaties
uitlegt, verschillende feiten of gebeurtenissen integreert en toekomstige uitkomsten
voorspelt. Ze bieden (1) een kader om onderzoeksresultaten te interpreteren en geven
richtlijnen voor toekomstig onderzoek; (2) ze leggen een bepaald aspect van ontwikkeling uit;
(3) ze beschrijven bepaalde aspecten die de ontwikkeling van een kind beïnvloeden; en (4)
ze onderzoeken de interactie tussen het kind en de omgeving.
Bronfenbrenners bio-socio-ecologische model kijkt naar verschillende ecologische
omgevingen waarin een kind zich omgeeft. Volgens Bronfenbrenner, bepaalt de sociale
context van individuele interacties en ervaringen de mate waarin individuen hun
vaardigheden kunnen ontwikkelen en hun potenties kunnen realiseren. Hij onderscheid vier
systemen die de ontwikkeling van mensen kunnen beïnvloeden:
1. Microsysteem: activiteiten en relaties met anderen die een ontwikkelend persoon
ervaart in een bepaalde kleine omgeving, zoals familie, school, leeftijdsgroep of
gemeenschap.
• Familie: zorgt voor verzorging, affectie, en mogelijkheden. Het is de
voornaamste
socialiserende
actor, heeft de
grootste invloed
op een kind.
• School: kinderen
leren over hun
maatschappij, de
ontwikkeling van
vaardigheden en
gedrag wordt
bemoedigd,
geven
rolmodellen, en
stimuleren
motivatie om te
leren.
• Peergroep:
onafhankelijkheid
ervaren, identiteit
, ontwikkelen, leren samenwerken en rollen aan te nemen, en vrienden bieden
steun en vriendschap.
• Gemeenschap/buurt: kinderen leren door te doen, voorziendingen bepalen
welke ervaringen ze wel en niet hebben.
• Media: bieden een omgeving waarin een kind de gehele wereld kan
ontdekken. Het is niet officieel onderdeel van Bronfenbrenners model, maar
wordt door veel sociologen wel erkend als microsysteem.
➔ De ontwikkeling van het kind wordt in elk van de bovengenoemde situaties beïnvloed,
niet alleen door de relaties van het kind met anderen in het gezin, op school,
leeftijdsgenoten of gemeenschap, maar ook door interacties tussen leden van het
specifieke microsysteem
2. Mesosysteem: verbindingen en onderlinge relaties tussen (meer dan) twee
microsystemen van een persoon, zoals thuis en school of school en gemeenschap.
De impact van mesosystemen is afhankelijk van het aantal en de kwaliteit van de
onderlinge relaties. Hierbij geldt: hoe talrijker de kwalitatieve verbanden of onderlinge
relaties tussen de microsystemen van het kind, hoe meer impact ze hebben op
socialisatie. Mesosystemen bieden dan ondersteuning voor activiteiten die
plaatsvinden in microsystemen.
3. Exosystemen: omgeving waarin een kind zelf niet deelneemt, maar die wel invloed
heeft op een van hun microsystemen, zoals het werk van hun ouders, de
schoolcommissie of de gemeenteraad. Het effect van exosystemen is indirect via de
microsystemen.
4. Macrosysteem: de maatschappij en subcultuur waartoe het zich ontwikkelende
persoon behoort, vooral de geloofssystemen, levensstijlen, patronen van sociale
interactie en levensveranderingen die daarbij horen. Er zijn low-context
macrosystemen, die individualistisch georiënteerd zijn, en die gekenmerkt worden
door rationaliteit, bruikbaarheid, concurrentie, individualiteit en vooruitgang.
Daarnaast zijn er ook high-context macrosystemen: culturen die gekenmerkt worden
door intuïtiviteit, emotionaliteit, samenwerking, groepsidentiteit en traditie. Deze
verschillende macrosystemen verschillen bijvoorbeeld in hun communicatie, in hun
relaties met de natuur en met de sociale omgeving, en in hun aangepaste gedrag om
te overleven.
• Maatschappij: een gemeenschap, natie of grote groep mensen die dezelfde
tradities, instituties en collectieve activiteiten en interesses hebben.
• Voorbeelden van macrosystemen zijn etniciteit en cultuur. Etniciteit is een
toegeschreven eigenschap van lidmaatschap van een groep waarin leden
zichzelf identificeren door nationale afkomst, cultuur, ras of religie. Cultuur is
het aangeleerde of verworven gedrag, met inbegrip van kennis, geloof, kunst,
moraal, wet, gebruiken en tradities, dat kenmerkend is voor de sociale
omgeving waarin een individu opgroeit.
Naast de vier genoemde systemen is er ook nog het chronosysteem. Dit systeem zorgt voor
tijdelijke veranderingen in ecologische systemen of binnen individuen, waardoor nieuwe
omstandigheden ontstaan die de ontwikkeling beïnvloeden. Hierbij kan gedacht worden aan
een economische crisis of terroristische aanslagen. Het chronosysteem voor de toekomst
houdt in dat de socialiserende actor zich bezig moet houden met het voorbereiden van
kinderen op zowel stabiliteit als verandering. Training voor stabiliteit, die wordt
geïmplementeerd door het doorgeven van de status quo aan kinderen, houdt in dat hun
gedrag enigszins voorspelbaar en conform wordt gemaakt; maar paradoxaal genoeg houdt
de voorbereiding op verandering, die kinderen in staat stelt competent te worden voor een
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eliannevlieg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.