Op basis van art. 3:33 BW bestaat er partijautonomie.
• Iedereen is dus in beginsel vrij af te spreken wat hij wil.
• Het artikel vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring openbaart
• Dit gebeurt vaak volgens art. 6:217 BW (aanbod + aanvaarding)
Hier wordt de wilsvertrouwensleer van belang!
❖ Men kan niet de innerlijke wil van iemand bekijken. Deze is subjectief
❖ Daarom beoordeeld men die innerlijke wil aan de hand van uiterlijke factoren. Deze zijn objectief.
❖ Op basis van art. 3:33 en 3:35 BW staat de uiterlijke schijn boven de internet wil als de wederpartij
gerechtvaardigd heeft vertrouwd. Er komt dan een rechtshandeling tot stand.
➢ Wordt beoordeeld aan de hand van art. 3:11 BW (de goede trouw)
➢ Als men redelijkerwijs had moeten twijfelen, bestaat er een onderzoeksplicht.
Soms is er een probleem met de wil.
• Wilsgebrek
Bij een wilsgebrek is er wel een wil tot stand gekomen, maar deze is gebrekkig.
(i) Dwaling (art. 6:228) – Er is een onjuiste voorstelling van zaken die zo essentieel is dat
de ovk anders niet zou zijn gesloten.
(ii) Bedrog, bedreiging, misbruik v. omstandigheden (art. 3:44 BW)
• Wilsontbreken
Men kan hier denken aan een blijvende (schizofrenie) of een tijdelijke (alcoholisme) geestelijke
stoornis.
❖ Art. 3:34 BW
Dit artikel zegt eerst dat m.b.t. een verklaring van iemand met een geestelijke stoornis,
de wil wordt geacht te ontbreken als die ver verklaring onder invloed van de geestelijke
stoornis is gedaan.
❖ Daarnaast wordt vermoed dat de verklaring onder invloed van de stoornis was gedaan
indien deze nadelig is.
→ Duidelijk terug te zien in arrest Eelman/Hin!
MAAR dit sluit art. 3:35 BW en het gerechtvaardigd vertrouwen niet uit!
→ Maakt vernietiging wel makkelijker voor geestelijke gestoorden.
Hoe zit het met derden?
• Op basis van art. 3:36 geldt er ook een gerechtvaardigd vertrouwen voor derden.
• Een derde heeft op grond van een verklaring of gedraging gerechtvaardigd vertrouwd op het
bestaan of NIET bestaan van een overeenkomst tussen twee andere partijen.
➢ VERSCHIL MET 3:35 BW “(…) op de juistheid van die veronderstelling heeft
gehandeld”
➢ De derde moete wel echte een rechtshandeling hebben verricht (doorgaans).
1
, Onderwerp 2 De precontractuele fase
De fase van de onderhandeling voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst.
• Waarom van belang?
(i) Voor de vaststelling van de inhoud van de overeenkomst.
Wanneer later een geschil ontstaat is de vraag wat hebben partijen bedoeld?
❖ Haviltex-arrest
Hier stelde de Hoge Raad dat niet enkel gekeken moet worden naar de
taalkundige betekenis van de tekst in de overeenkomst, maar ook naar hetgeen
partijen over en weer hebben verklaard en wat zij redelijkerwijs uit elkaars
verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden.
(ii) Vergoeding voor gemaakte kosten bij het afbreken van onderhandelingen
Hier zijn 3 belangrijke arresten bij de Hoge Raad over gewezen:
1. Baris/ Riezenkamp
Door te onderhandelen komen partijen in een bijzondere rechtsverhouding die
wordt beheerst door de goede trouw. Zij moeten hun gedrag daardoor laten
bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. Deze zorgplicht
vindt men tegenwoordig terug in ‘redelijkheid en billijkheid’ (art. 6:248 BW).
2. Plas/ Valburg
Dit arrest maakt onderscheidt tussen 3 onderhandelingsstadia. In de eerste fase
is iedereen vrij zelf te beslissen of zij een overeenkomst aan gaat of niet. In het
tweede stadium mag men de onderhandeling ook nog afbreken, maar niet
zonder dat bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten worden vergoed. In
de laatste fase is afbreken in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De
wederpartij kan vorderen dat de onderhandeling worden voorgezet of eventueel
schadevergoeding.
3. CBB/ JPO
In dit arrest nam de Hoge Raad wat afstand van Plas/ Valburg door te stellen
dat contractsvrijheid nog altijd voorop staat. Men mag de onderhandelingen
afbreken tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd totstandkomings-
vertrouwen van de wederpartij onaanvaardbaar zou zijn.
Wat kan men vorderen?
(i) Positief contractbelang
- Wat als het contract wel was gesloten?
❖ Gemaakte kosten
❖ Gederfde winst
(ii) Negatief contractbelang
- Wat als je met een andere partij in plaats daarvan een contract had gesloten?
❖ Lost opportunities
❖ Dooronderhandelen
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LisajUM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €18,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.