Anatomie en fysiologie: het sensorisch systeem 1ejaar verpleegkunde KdG
Anatomie en fysiologie 2
Leerdoelen AFP 1.1 uitgewerkt
Tout pour ce livre (105)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
HBO Verpleegkunde
Anatomie, fysiologie en pathologie
Tous les documents sur ce sujet (39)
Vendeur
S'abonner
annedeckers
Aperçu du contenu
H4: Het weefselniveau
4.1 De vier weefseltypen zijn dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel
Weefsel → verzamelingen gespecialiseerde cellen en celproducten die een beperkt aantal functies
verrichten. Histologie (histos = ‘weefsel’) → het bestuderen van weefsels
Vier basale weefseltypen: wekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel
! Belangrijk: Weefsels zijn groepen cellen en extracellulaire stoffen die een specifieke, maar beperkte
reeks functies vervullen. Er zijn vier weefseltypen; alle structuren in het menselijk lichaam zijn uit
verschillende combinaties van deze vier weefsels opgebouwd. De vier weefseltypen zijn: dekweefsel,
bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel.
4.2 Dekweefsel bekleedt lichaamsoppervlakken, holten en buisvormige structuren en
vervult belangrijke functies
Dekweefsel (epitheel) → bestaat uit weefsels die structuren bekleden en uit klieren → cellen die
producten afscheiden. Zijn lagen cellen die in- of uitwendige oppervlakten bedekken. Kenmerken:
- Cellen liggen dicht opeengepakt
- Vrij (apicaal) oppervlak dat aan de omgeving of aan een inwendig compartiment of
inwendige transportbuis is blootgesteld
- Via basaalmembranen met het onderliggende bindweefsel verbonden
- Afwezigheid van bloedvaten: avasculaire structuur (a- = ‘zonder’ + vas = ‘vat’): moeten
voedingsstoffen opnemen uit dieper gelegen weefsels of via het uitwendige
dekweefseloppervlak
- Voortdurende vervanging of regeneratie (herstelling) van beschadigde of verloren cellen
Dekweefsels
- Bedekken de huid
- Bekleden inwendige transportbuizen die met de buitenwereld in verbinding staan
(spijsverteringskanaal, luchtwegen, afvoergangen voortplantingsstelsel, urinewegen)
- Bekleden inwendige holtes en transportbuizen (borstholte, met vocht gevulde
compartimenten in de hersenen en in het middenoor, binnenste oppervlakten bloedvaten en
hart) → vermindert wrijving, reguleert vloeistofsamenstelling inwendige holtes en beperkt
communicatie tussen bloes en weefselvocht
Functies
1. Fysieke bescherming bieden: in- en uitwendige oppervlakken beschermen tegen schaven,
uitdroging en aantasting door chemische stoffen of ziekteverwekkers
2. Doorlaatbaarheid reguleren: alle stoffen die lichaam in- en uitgaan moeten er doorheen
3. Zintuigfunctie: gespecialiseerde epitheelcellen kunnen veranderingen in de omgeving
waarnemen en doorgeven aan het zenuwstelsel
4. Gespecialiseerde klierproducten vormen:
Kliercellen → dekweefselcellen die klierproducten vormen
Klierepitheel > meeste of alle cellen vormen actief bepaalde klierproducten
- exocriene (exo- = ‘buiten’ + krinein = ‘afscheiden’) klierproducten: worden aan het
oppervlak van dekweefsel afgegeven (zweet, melk, enzymen in spijsverteringskanaal)
- endocriene (endo = ‘binnen’) klierproducten: worden aan het omringende
weefselvocht en het bloed afgegeven → hormonen: werken als chemische
signaalstoffen en reguleren of coördineren de activiteiten van andere weefsels,
organen en orgaanstelsels (in pancreas, schildklier en hypofyse)
, Onbeschadigde dekweefsellagen vormen effectieve barrières, doordat membranen van de cellen
bijeen worden gehouden door gespecialiseerde transmembraaneiwitten: celadhesiemoleculen
(CAM’s) en door een dunne laag intercellulair cement (mengsel eiwitten en polysachariden)
CAM’s zijn verbonden met: filamenten van het cytoskelet, met elkaar en met stoffen buiten de cel
Ze vormen cell junctions → gespecialiseerde hechtingsplaatsen. Voorkomende verbindingen:
- Tight junction: lipidelagen van aangrenzende plasmamembranen zijn stevig met elkaar
verbonden via in elkaar grijpende membraaneiwitten
Daar onder ligt een doorlopende fusieplaats: zijn verbonden met een netwerk van
actinefilamenten in het cytoskelet
> ze voorkomen dat water en ionen tussen cellen door kunnen
> komen veel voor tussen dekweefselcellen die zijn blootgesteld aan agressieve chemische
stoffen of krachtige enzymen
- Gap junction: twee cellen worden door ingebedde membraaneiwitten: connexonen, bij
elkaar gehouden. Ze vormen een smalle doorgang waar kleine moleculen en ionen doorheen
kunnen. Zijn noodzakelijk in hartspierweefsel en glad spierweefsel voor de coördinatie van
spiercontracties
- Demosoom (demos = ‘band’ + soma = ‘lichaam’): verbinding via intercellulair cement en door
CAM’s die met een netwerk intermediaire filamenten zijn verbonden
Hemidesmosomen: lijken op een halve demosoom en hechten een cel aan de
basaalmembraan
> komen veel voor tussen cellen in de bovenste huidlagen: daardoor worden beschadigde
huidcellen in verbonden groepen afgestoten (velletjes) ipv afzonderlijke cellen (wit poeder)
Epitheeloppervlak
Op dekweefseloppervlakken waar opname en afgifte plaatsvinden (spijsverteringskanaal en
urinewegen) hebben cellen veel microvilli: ze vergroten het celoppervlak minstens 20x
Cellen in trilhaarepitheel hebben ongeveer 250 trilharen (cilia). In de luchtwegen verplaatsen ze in
slijm ingevangen irriterende stoffen weg van de longen in de richting van de keel
Basaalmembranen → zorgen voor binding tussen dekweefsel en onderliggende bindweefsels
De dekweefselcellen zijn via hemidesmosomen stevig met eiwitvezels in het basaalmembraan
verbonden. Het membraan vormt ook een barrière voor eiwitten en andere grote moleculen
Dekweefsellaag herstelt en vernieuwt voortdurend
Het kan zijn structuur handhaven door voortdurende deling van ongedifferentieerde cellen →
stamcellen of kiemcellen. Bevinden zich in diepste lagen, vlakbij basaalmembraan
4.3 De vorm van cellen en het aantal lagen zijn bepalend voor het type dekweefsel
Indeling gelaagdheid:
Eenlagig dekweefsel → één enkele cellaag, is kwetsbaar en wordt daarom alleen op beschermende
plaats binnen het lichaam aangetroffen
Kenmerkend voor gebieden waar afscheiden en opname plaatsvindt: diffusie wordt versneld
Gelaagd dekweefsel → biedt grotere mate van bescherming gebieden die mechanisch of chemisch
worden belast (huidoppervlak, bekleding mond of anus)
Indeling celvorm:
Afgevlakt of plaveisel (squameus epitheel squama = ‘plaat of schub’): dun en vlak, kern ligt in het
dikste gedeelte van de cel
Kubisch: lijken zeshoekig in drie dimensies, op doorsnede vierkant. Kern ligt nabij het midden van de
cel en vormen een geordende rij
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annedeckers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.