Alle vaardigheden van OWE1 van Skillsonline: vitale functies, medicatie toedienen, saturatie meten, temperatuur meten, persoonlijke hygiëne, verplaatsingstechnieken, hygiëne en infectiepreventie, etc. Ik heb hiermee een 8.3 behaald op de kennistoets.
Verpleegtechnische vaardigheden theorie OWE1 - Hartslag, ademhaling, bloeddruk
Vitale functies = de belangrijkste functies van het lichaam
Controle van de vitale functies is een essentieel onderdeel van de ABCDE-methode:
Airway (luchtweg)
Breathing (ademhaling)
Circulation (circulatie - bloedsomloop)
Disability (bewustzijn)
Exposure (lichaamstemperatuur)
Lichaamsfuncties die vallen onder de term ‘vitale functies’: hartslag, ademhaling, bloeddruk,
lichaamstemperatuur, bewustzijn.
HARTSLAG
Pulsatie is het beste voelbaar op plekken waar de slagader vlak onder de huid loopt en vlak
boven een harde onderlaag zoals bot of een spierlaag.
Plaatsen om hartslag te meten:
- arteria temporalis = slaap
- arteria carotis = hals
- arteria brachialis = arm
- arteria radialis = pols
- arteria femoralis = lies
- arteria poplitea = knieholte
- arteria dorsalis pedis = voetrug (bovenkant voet)
- arteria tibialis posterior = onderbeen
Een normaal hartritme is 60-100 slagen per minuut.
Bij kinderen ligt dit hoger:
Tot 1 jaar ---> 110-160 per minuut
1-2 jaar ---> 100-150 per minuut
2-5 jaar ---> 95-140 per minuut
5-12 jaar ---> 80-120 per minuut
>12 jaar/volwassenen ---> 60-100 per minuut
Verhoogde hartslag = tachycardie ---> (> 100 slagen per minuut)
Vertraagde hartslag = bradycardie ---> (< 50 slagen per minuut)
Tachycardie komt voor bij koorts, lichamelijke inspanning, stress, bloedingen, zuurstoftekort
of een schildklierafwijking.
Bradycardie komt voor bij fanatieke sporters in rust, tijdens de slaap of wanneer iemand
hartslagverlagende medicijnen gebruikt.
Hartslag tellen doe je als:
- de persoon aandoeningen heeft aan het hart of hartklachten heeft
- voor en na een operatie
- bij het gebruik van bepaalde medicijnen (bv. voor hartritmestoornissen)
Voor het opmeten van de hartslag heb je een polsteller (zandloper) nodig of een horloge met
een secondewijzer.
Polstellers zijn verkrijgbaar in ¼ minuut of ½ minuut. Je moet dan het aantal slagen met 4 of
2 vermenigvuldigen.
,Werkwijze pols tellen:
1. handhygiëne toepassen en de benodigdheden binnen handbereik zetten, zorgvrager
neemt ontspannen houding aan
2. plaats de toppen van wijs-, middel- en eventueel ringvinger aan de binnenkant van de
pols, oefen lichte druk uit op de polsslagader, verplaats eventueel je vingers om het kloppen
beter te kunnen voelen
3. zorg dat het zand van de polsteller in de onderste helft zit, draai de polsteller snel om en
houdt deze in het zicht
4. start met tellen: tel 15 seconden (tot zand beneden is) en observeer de hartslag:
regelmaat - gelijkmatigheid - vulling - spanning. Bij afwijkende hartslag -> tel de hele minuut
5. vermenigvuldig het aantal getelde hartslagen met 4 (of met 2 als je een ½ polsteller
gebruikt)
6. noteer de bevindingen en pas handhygiëne toe
Beoordeling hartslag
FREQUENTIE
Hoe vaak trekt het hart per minuut samen?
Normaal voor volwassene: 60-100 per minuut
GELIJKMATIGHEID
Wordt bij elke samentrekking van het hart evenveel bloed rondgepompt?
REGELMAAT
Volgen de slagen elkaar op met steeds een gelijke pauze ertussen?
Normaal klopt het hart regelmatig.
SPANNING
De druk in de vaten.
Bij een lage druk kun je de hartslag niet goed voelen.
VULLING
Hierbij gaat het om de hoeveelheid bloed die elke keer als het hart samentrekt in de
slagaders wordt geperst. Te onderscheiden in: grote, normale en geringe vulling.
Aandachtspunten
1. Gebruik twee of drie vingers (wijs-, middel-, of ringvinger)
---> niet de duim, want deze heeft een sterke eigen hartslag
2. Bij een routinemeting tel je meestal 15 seconden, bij een afwijking kun je beter heel de
minuut tellen
3. Is de hartslag aan de pols niet goed voelbaar? Probeer dan een andere plaats. Wanneer
de toestand van de zorgvrager verslechtert door bijvoorbeeld een (inwendige) bloeding, voel
dan aan de halsslagader (arteria carotis). Let er wel op dat je niet op de splitsing van de
halsslagader (sinus caroticus) boven in de hals, dichtbij de kaak drukt of aan beide
halsslagaders tegelijk voelt. Dit kan leiden tot stoornissen in het hart en de bloedtoevoer naar
de hersenen.
Complicaties
De hartslag is soms niet te voelen. Dit kan door een te hoge drukuitoefening. Probeer
eventueel een andere plaats.
,ADEMHALING
Vormen van ademhaling
Borstademhaling
---> tussenribspieren trekken zich samen waardoor de inhoud van de thorax groter wordt. Er
ontstaat een negatieve druk in de longen t.o.v. de druk buiten het lichaam en de lucht
stroomt de luchtwegen en longen in. Bij uitademing wordt de borstholte kleiner, omdat
de ribben weer naar beneden bewegen. Lucht wordt naar buiten gedreven.
Buikademhaling
---> de borstholte wordt vergroot doordat het middenrif naar beneden trekt. De buikorganen
worden weggedrukt (hierdoor komt de buikwand naar voren). Door de vergrote borstholte,
wordt er lucht gedreven in de longen en luchtwegen. In rust is er over het algemeen sprake
van buikademhaling.
Ademhalingspatronen
Normale ademhaling (eupneu)
- een volwassene ademt 8-20 keer per minuut
- pauzes tussen in- en uitademing
- ademhalingsbewegingen zijn vrijwel onzichtbaar, gaan automatisch en moeiteloos
- rustige en regelmatige ademhaling zonder geluid
Ademstilstand (apneu)
Wanneer de ademhaling soms stokt.
Diepere ademhaling (hyperneu)
Wanneer we ons lichamelijk inspannen gaan we vaker en dieper ademhalen.
Sterk versnelde ademhaling (tachypneu)
- bij koorts en longontsteking
- bij lichamelijke inspanning
- bij een hartafwijking
Hyperventilatie
= versneld en te diep inademen
- kan ontstaan door angst en spanning
- kan ook ontstaan door een lichamelijke aandoening zoals een longembolie of hartinfarct
- vaak onbewust
- klachten: benauwdheid, duizeligheid en zweten
Cheyne-Stokes-ademhaling
= ademhaling is afwisselend snel en diep en wordt daarna steeds minder totdat een pauze
(20-60 sec) intreedt, om vervolgens weer snel en diep te worden, enz.
Treedt op bij:
- verhoogde hersendruk
- een zuurstofgebrek in de hersenen
- ernstige hartfalen
- niet goed functionerende nieren
, - hersenvliesontsteking
- een overdosis van medicijnen
- ontstaat ook in de stervensfase
Kussmaul-ademhaling
= ademhaling wordt snel en zeer diep, zonder pauzes, gaat moeizaam en lijkt op zuchten
Treedt op bij:
- verzuring van het bloed (acidose)
- een stofwisselingsstoornis (vb. diabetisch coma)
- slecht werkende nieren (nierinsufficiëntie)
Indicaties
Als je verwacht dat een zorgvrager een stoornis in de ademhaling krijgt of deze al heeft
controleer je de ademhaling.
Ademhaling controleren bij:
- een longaandoening
- een hersenaandoening
- bewusteloosheid
- tijdens en na onderzoek en/of behandeling
- na verstikking
- het toedienen van medicijnen die invloed kunnen hebben op de werking van het hart, de
longen en/of de hersenen
- een hartstilstand
Werkwijze ademhaling tellen:
Je kunt dit tellen met behulp van een polsteller of klokje met secondewijzer.
Tellen gedurende 30 seconden en de uitkomst vermenigvuldigen met 2. Bij sterke afwijking:
hele minuut tellen.
Tellen door te kijken naar het op en neer gaan van de borst van de zorgvrager. Is vaak een
combinatie van borst- en buikademhaling.
1 ademhaling = inademing + uitademing
! Vertel de zorgvrager niet dat je de ademhaling telt, maar leidt hem af door bijvoorbeeld ook
de pols vast te pakken. Anders let de zorgvrager teveel op de ademhaling, dit kan de meting
beïnvloeden.
1. handhygiëne toepassen en de benodigdheden binnen handbereik zetten, zorgvrager
neemt ontspannen houding aan
2. zorg dat het zand van de polsteller in de onderste helft zit, draai de polsteller snel om en
houdt deze in het zicht
3. start met tellen bij de inademing op het moment dat de thorax omhoogkomt
4. observeer de ademhaling naast de frequentie, ook op:
- regelmaat
- diepte
- geur
- geluid
- symptomen van benauwdheid
Let bij kinderen op het gedrag: Is er sprake van onrust of huilen?
5. vermenigvuldig het aantal getelde ademhalingen met 4 (of met 2 als je de ½ polsteller
gebruikt hebt)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kayleighbenschop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.