Medische criminalistiek
HOOFDSTUK 1: HISTORIEK EN BASISPRINCIPES
Definities
Forensische wetenschappen/ forensic science=
de toepassing van alle wetenschappen die aangewend kunnen worden bij het achterhalen van de waarheid
en gebruikt worden voor gerechtelijke doeleinden.
➔ 3 belangrijke elementen !
Maar wat is waarheid ?
De waarheid achterhalen betekent trachten te weten komen wie wat waar wanneer waarmee en waarom
heeft gedaan.
Waarheidsvinding : iets gebeurt waarna men sporen gaat vinden en op basis daarvan ondervinden wat er is
gebeurd om zo tot waarheidsvinding te komen
Waarheid is een rekbaar begrip :
o Juridische waarheid = wat door een vonnis is bepaald (vb vrijspraak door HvA). Ook al is
de wetenschappelijke waarheid anders. Beslissing jury is waarheid
o Wat in de wet staat is waarheid. Ook al wijkt het af van uw politieke principes
Hoofddoel forensisch onderzoek:
- = reconstrueren van een unieke gebeurtenis d.m.v. wetenschappelijk sporenonderzoek.
- Dit onderzoek geeft antwoorden op volgende vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarmee, waarom
en hoe hebben de feiten zich afgespeeld?
- Belang van de waarnemer= crime scene officer als herkenner van relevante sporen ( physical
evidence)
Forensische wetenschappen versus criminalistiek:
- Forensische wetenschap: een brede term dat het deel van de wetenschap omvat dat gebruikt wordt
om een juridische vraag te beantwoorden.
- Criminalistiek = forensisch technisch onderzoek
o = een onderdeel van de forensische wetenschappen
o = geheel van wetenschappelijke disciplines en technieken die sporen bestuderen die tijdens
een gerechtelijk onderzoek aangetroffen worden en nuttig zijn om een misdrijf op te
lossen.
o = ontwikkelen en aanwenden van natuur-wetenschappelijke en technische methoden en
technieken om sporen van misdrijven te analyseren, te interpreteren en te identificeren.
o Het betreft de toepassing van verschillende wetenschappen die vragen beantwoorden m.b.t.
bewijsmateriaal in gerechtelijke onderzoeken zoals vragen omtrent vinger- en
schoenafdrukken, ballistiek,…
o Behoort bijvoorbeeld niet tot medische criminalistiek :
▪ Forensische boekhouding omdat dit niet-wetenschappelijk is
▪ Forensicshe psychologie omdat primair doel niet is waarheid achterhalen
o Medische criminalistiek is dus een deel van forensische wetenschappen, en betreft
specifiek sporenonderzoek en natuurwetenschappelijk onderzoek
o Criminalistiek is objectief (omwille van die natuurwetenschappelijke methodes).
Subdomein criminalistiek : medische criminalistiek
Subdomeinen binnen medische criminalistiek:
o DNA analyse
o Haar analyse
o Bloedspoorpatroon analyse
1
, o Leeftijd schatting levende personen
o Forensische antropologie
o Forensische geneeskunde / pathologie
o Toxicologie
Andere subdomeinen van de criminalistiek:
- Chemische criminalistiek: onderzoekt chemische sporen
- Fysische criminalistiek: onderzoekt fysische sporen
→Niet-organische sporen worden behandeld door de chemische en fysische criminalistiek.
- Microsporen
- Verdovende middelen
- Digitale technologie en biometrie
- Wapens, munitie
- Interdisciplinair onderzoek
- Forensische statistiek
Criminalistiek is terugredeneren
- Terug redeneren: vanuit de sporen terug redeneren naar wat er gebeurd is
- Op het plaat delict, zien dat er sporen zijn, ze opnemen, interpreteren en proberen terug redeneren
naar het verleden→ forensisch bewijsmateriaal dat men gaat gebruiken
- Analyse doen en interpreteren, ligt buiten het puur technische
- Uiteindelijk gaat men de waarheidsvinding vertalen in vragen
vb. Wie is het, wat is het, wanneer, waarom is het gebeurd,…
Historiek
Data niet kennen. Wel mogelijke vraag : was een toxicologisch onderzoek mogelijk in 12 e eeuw ?
- 250 BC: De Griekse arts ERASISTRATUS ontdekte dat hartritme stijgt bij liegen.
→ De eerste leugendetector is hierop gebaseerd
- 1235: SUNG TZU:
o Kijken op crimescene wat er kan gebeuren
o 1248: boek: HIS DUAN YU = ‘The wasching away of wrongs’: gaat over wat moet
gebeuren op een PD?
▪ Adviezen omtrent medicolegaal onderzoek en instructies voor post-mortem
onderzoek.
▪ Herkenning van wurging, brandlijken en verdrinking:
Is de persoon gestorven door verdrinking/brand?
Of was de persoon reeds dood toen hij in het water/vuur terecht kwam?
▪ Vb. het allereerste criminalistisch onderzoek vond plaats in een Chinees dorp.
Alle mannen van het dorp moesten samenkomen met hun sikkel (= typische
mannelijke eigenschap van dat dorp) n.a.v. een moord.
Hun wapen moesten zij voor zich leggen. Hoewel alle messen er proper uitzagen
en er visueel geen bloedsporen waargenomen konden worden, kwamen er toch
vliegen af op één sikkel. De vliegen kwamen af op het oude bloedspoor.
→Kortom: bloedsporen gaan niet volledig weg door het wapen af te kuisen!
- 1302: BARTOLOMEO DA VARAGNANA:
o voerde als eerste een autopsie uit voor gerechtelijk doeleinden in Europa.
- 1590: microscoop
- 1632-1723: Anton van Leeuwenhoek
- 1686: MARCELLO MALPIGHI:
o Bologna
o Arts
o Gebruikt microscoop voor studie menselijk lichaam
o 1e keer vingerafdrukken ontdekt in 17e E→ maar link werd niet gelegd naar het feit dat het
kon gebruikt worden om mensen te identificeren
2
, - 1787-1853: M. ORFILA
o de grondlegger forensische toxicologie.
o Hij spoorde arsenicum op a.d.h.v. the Marsch test (1936), een instrument dat toelaat
arsenicum op te sporen.
▪ Arsencium (gebruikt als rattenvergif)
▪ = 1e keer dat iemand werd veroordeeld door gebruik te maken van toxische stof
▪ Veel angst toen om vergiftigd te worden (koning)
Vb. Napoleon had als oordeel dat vergiftiging 1 van de ergste daden was
▪ Kon toen pas objectief aantonen dat vergif aanwezig was
▪ Vb. Zaak MARIE LAFARGE: Lafarge, een Française was gehuwd. Haar
echtgenoot werd op een bepaald moment ziek en werd steeds zieker waarna de
man uiteindelijk stierf. Adhv. de Marsch test kon ORFILA aantonen dat er
arsenicum was toegediend. Marie was de eerste persoon die grotendeels
veroordeeld werd obv. forensisch toxicologisch bewijsmateriaal.
examen
- 1796-1874: Lambert Quetlet
o Wiskundige, statisticus, heeft samen met Bertillon oa het BMI uitgevonden
- 1853-191: ALPHONSE BERTILLON
o 1879: ontwikkelde de antropometrie:
▪ Identificatiesysteem om personen te onderscheiden en recidive op te sporen
gebruik makend van afmetingen van het lichaam en vorm. Zo is elke persoon
uniek.
▪ gebaseerd op afmetingen van bepaalde lichaamsdelen zoals de lengte/breedte van
het hoofd en de lengte van de middenvinger, linkervoet en onderarm.
▪ Bij elke arrestatie werden bovenstaande maten opgenomen waardoor men achteraf
deze mensen kon identificeren wanneer zij terug een misdrijf pleegden.
▪ Gebaseerd op bevindingen van Lambert Quetelet
▪ Kans dat 2 personen dezelfde lengte hebben is ¼
▪ Hoe meer parameters→ hoe kleiner de kans
o Onze mugshots (verdachten hun vooraanzicht en profiel fotograferen), de foto op onze ID
kaart steunt op dat principe : iedereen is herkenbaar mits genoeg herkenningspunten.
o Systeem was populair tot een schandaal 1
o bijdrage aan fotografie mbt. criminelen en crime scenes en handschriftanalyse.
o Ook het fotograferen van crime scenes om achteraf een goed idee te hebben van waar o.a.
het slachtoffer lag.
o Bertillon deed ook handschriftanalyses
MAAR maakte een grote fout in mbt ALFRED DREYFUS (1859-1935)
Joods-Franse officier, beschuldigt van spionage obv wat achteraf bleek valse verklaringen
+ obv documenten waarvan handschrift werd gelinkt aan Dreyfus door de
handschriftanalyse van Bertillon (1894)
1895: Dreyfus veroordeeld tot levenslang
1899: pas dan vrijverklaard
examen
1
2 gevangenen met = naam in = gevangenis. Obv Bertillon zijn metingen waren beiden toch gelijk.
3
, - 1860: W.J. Herschel
- 1880: H. Faulds
- 1822-1911: F. GALTON
o grondlegger van de dactyloscopie. (Bertillonage als identificatiesysteem verdwijnt)
3 grondslagen van de dactyloscopie:
▪ Onveranderlijk: de loop van de papillair lijnen blijft gedurende het gehele leven
onveranderlijk
▪ Uniek: de verscheidenheid aan vingerafdrukken is zo groot dat duizenden personen
zonder moeite onderscheiden kunnen worden.
▪ Classificeerbaar: vingerafdrukken kunnen geclassificeerd worden.
o 1892: Galton zei dat vingerafdrukken uniek zijn aan persoon en te gebruiken voor
identificatie
- 1868-1943: LANDSTEINER
o 1901: ontdekte bloedgroepen
o 1930: Nobelprijs geneeskunde
o 1940: ontdekking resusfactor
→betekende een doorbraak voor het gebruik van bloed in criminalistische onderzoeken.
- 1887-1954: L. LATTES
o ontwikkelde een procedure om een bloedgroep te bepalen van een opgedroogde bloedvlek.
- 1877-1966: EDMOND LOCARD:
o “alle menselijke actie, en a fortiori, de gewelddadige actie die een misdaad is, kan niet
plaatsvinden zonder sporen na te laten”
o Alles samenbrengen in een labo→ wordt beschouwd als het 1e forensische criminalistieke
labo
- 1891-1955: C. GODDARD
o ‘de vader van de ballistiek’
o 1925: “Forensic ballistics”
o Maakte gebruik van vergelijkende microscoop bij onderzoek naar vuurwapens
- 1858- 1946: A. OSBORN
o ‘vader van documentonderzoek’ : is doc vervalst of niet ?
o 1910: “Questioned documents” = Documentenonderzoek
▪ Kijken of een document vervalst is of niet (vandaag ook nog actief gebruikt)
o Lindbergh case (gebaseerd op boek):
▪ zoon familie Lindbergh werd ontvoerd.
▪ Brief met eis 50.000 dollar losgeld te betalen→ werd betaald met geld dat
gescreend werd, maar het kind werd later dood aangetroffen.
▪ HAUPMANN werd verdacht van de moord en ontvoering nadat men bij hem thuis
geld aantrof dat dezelfde markering had
▪ Uiteindelijk heeft Osborn aangetoond met zijn technieken dat de brief voor losgeld
overeenkomt met het handschrift van de verdachte en op basis daarvan is hij
veroordeeld + geëxecuteerd.
- Eerste opleidingen :
o 1902 R.A. Reis, Lausanne : eerste forenssch sciende curriculum
o 1950 : Berkely : eerste afdeling criminologie / criminalistiek
- Groot succes van criminalistiek is door CSI-effect= In media gaat men de medische criminalistiek
ontrafelen en ten toonstellen aan algemene publiek maar wordt steeds zeer onevenwichtig uitgelegd
- WATSON – CRICK: 1953: uitvinders structuur DNA
- ALEC JEFFREYS: 1984: DNA-profielen
- 1983: KARY MULLIS: PCR= polymerase chain reactive
- Ontstaan van databanken (anders weinig nut DNA)
4