Sociologie
Humane wetenschappen 1V deel 2
Hoe studeren?
- Leren in functie van de zieke mens
- Voor jezelf (hoe je zelf in een bepaalde sociale context bent geboren en dat nu
bepalend is voor je keuzes)
1. Inleiding Blikopener
o (On)bewust heb je weet van de regels en de kracht van de regels in een werksituatie,
een klas, in een gezin, in een vriendenkring…
Er zijn ‘spelregels’ waar we ons aan moeten houden in een bepaalde setting
(bv. thuis, op het werk, …)
o Cursus sociologie = als speler / toe-schouwer vertrouwd raken met de regels van het
maatschappelijk spel
o Niet uitputtend!
Opzet
o Oog krijgen voor de sociale werkelijkheid en haar invloed op de (zieke) men (als
gezondheidswerker)
Oog krijgen op de spelregels die er zijn en hoe de maatschappelijke context
en de mens daarin functioneren
De bedoeling is om te kijken naar de sociale werkelijkheid op de zieke mens
OF als gezondheidswerkers
o Door de standaardbegrippen van de sociologie leren kennen
o Voorbeeld:
Sterven van baby’s kunnen linken aan de social klasse van mensen
Levensverwachtingen kunnen koppelen aan studieniveau
Levensverwachting in 2018 in België:
- Vrouwen 83,7 j (+13 dagen) Mannen 79,2 j (+75 dagen).
- Gemiddeld = 81,5 j
- Vlaanderen (82,3j), Brussel (81,5 j), Wallonië (79,9 j)
Sociologie binnen zijn sociale context om van daaruit beter te
begrijpen waarom de mens functioneert zoals hij functioneert
Sociale ongelijkheid
o Sociale ongelijkheid inzake gezondheid
Hogergeschoold leeft langer dan lager- geschoold. Stijgende
levensverwachting.
De levenswijze (roken, voeding, fysieke activiteit…) wordt bepaald door de
socio-economische groep.
Toegang tot gezondheidszorg wordt bepaald door onderwijsniveau,
tewerkstelling, financies, woonomstandigheden,…
sociale context zal erg bepalend zijn voor de levensverwachting van mensen
,Doelstellingen
Algemene doelstellingen
o Inzicht in maatschappelijke verschijnselen
o Sociologisch begrippenkader leren kennen
De belangrijkste begrippen zijn de specifieke doelstellingen (zie verder)
o Inzicht en begrippen toepassen op hulpverlening / gezondheidszorg
o Verbanden tussen individuele problemen en maatschappelijke omstandigheden zien
o Maatschappelijke factoren die (eigen) gedrag en houding beïnvloeden leren zien
Specifieke doelstellingen
o Ontstaan van sociologie & Sociologie als wetenschap
o Referentiekader
o Sociologie in en van de gezondheidszorg
o Sociale structuur & Sociale rol, sociale positie, sociale status & Sociale mobiliteit
o Cultuur & Socialisatie & Groep en stereotypering
2. Wetenschap van de samenleving
Ter info: opbouw van de cursus
1) Sociologie als menswetenschap en historische situering
2) Sociale structuur als speelveld voor het sociale spel (positie, rol, status, differentiatie,
ongelijkheid en mobiliteit)
3) Cultuur als drager van voorstellingen en opvattingen, van waarden en normen
4) Socialisatie of cultuuroverdracht
5) Groepen
Situering
Sociologie
= sociale wetenschap
= studie van de intermenselijke relatie
Voorbeelden van intermenselijke relaties zijn: relatie tussen broer en zus, vrienden,
mensen van de jeugdbeweging/ sportvereniging, …
Sociologie gaat op 2 manieren de studie maken van deze intermenselijke relaties:
1. Processen bekijken (hoe verhouden mensen zich tegenover elkaar, dus
relatie tussen broer en zus, vrienden, …)
2. De instituties en de organisaties doe voortkomen uit de intermenselijke
processen bestuderen (uit broer/ zus komt ‘het gezin’, mensen van de
jeugdbeweging vormen ‘de jeugdbeweging, …)
Invalshoeken
1) Het menselijke aspect (globaal) = materiaal object (dit is ook bv. psychologie of
filosofie)
2) Het sociaal aspect (specifiek voor sociologie) = het formeel object (dit is specifiek en
dus voor elke ‘menswetenschap’ anders, bv. psychologie houdt zich bezig met het
psychisch functioneren, filosofie met nadenken over het bestaan van de mens)
, Historische situering
o Sociologie is een jonge wetenschap ( + 1 eeuw geleden ontstaan) – MAAR denken
over samenleven is oeroud (bv. Socrates)
o Verband tussen de aard van de samenleving --- de ontwikkeling van het denken en
het leven?
o 1789: Franse Revolutie = gevolg van het denkproces van de 18° eeuw = de Verlichting
De rede in samenspel met de waarneming ontsluit de waarheid =
rationalisme (wat je ziet krijg je, verstand)
Dus niet meer traditie, overlevering, openbaring
Rationalisme gekoppeld aan vooruitgangsgeloof
Kritische kijk op maatschappelijke ordening (traditie…)
Industriële revolutie
o Sociaal-economische omwentelingen (door stoommachine komt de wereld in
beweging – een heerschappij, door de kerk geleidt, vervalt en nu is alles anders, het
denken wordt beïnvloedt) FILMPJE in video 3
o feodale structuur vervalt (= moderne samenleving ontstaat, vb. vakbonden
ontwikkelen)
Dus sociologie ontstaat als de maatschappij in een evolutie terecht komt, het gaat van
luisteren naar nadenken en op dat moment zijn er mensen die denken: ‘Hoe moet die
samenleving dan georganiseerd worden?:
1) Auguste Comte (1798-1857) spreekt als eerste over ‘sociologie’
Dacht dat het sociale leven aan vaste wetten onderworpen was (is niet zo
maar dit was zijn veronderstelling)
Zijn sociologie = nieuwe wetten zoeken om de problemen van de nieuwe
maatschappijordening aan te pakken.
2) Emile Durkheim (1858-1917) en Max Weber (1864-1920) denken niet ‚wettig‘ maar
gaan ruimte voor verandering opnemen
Sociologie als wetenschap: een moeilijk toegankelijk domein
Wat weet je over sociologie?
Vanuit enquêtes (bv. welbevinden in tijden van corona of over verwachtingen van
een sportclub waar je in zit)
Wat zijn weerstanden of moeilijkheden van sociologie?
Moeilijk toegankelijk