BPG
Het examen betreft twee algemene vragen, één open vraag over een verplichte illustratie en één
open vraag over het herinneringsdossier (ter vervanging van de groepstaak). Aan de hand van
het gegeven herinneringsdossier rond het thema collectief geheugen m.b.t. verzet tijdens WOII.
Het dossier bevat wetenschappelijke literatuur, opiniërende stukken, video, audio,… Dit moet
worden aangevuld met zelfgezocht materiaal zoals o.a. ‘kinderen van het verzet’,
monumenten/tentoonstellingen/organisaties in uw gemeente rond het verzet.
Hoofdstuk 0. Inleiding
Drie traditionele breuklijnen
Zonder deze BLen kan de geschiedenis van België niet begrepen worden en die vandaag ook nog
altijd een rol spelen. Het belang van deze BLen wisselt wel in de loop van die kleine twee
eeuwen Belgische geschiedenis.
1. Levensbeschouwelijke breuklijn
De BL tussen een Belgische staat in 1830 met zijn GW in 1831 die zeer liberaal
is en met een gewetensvrijheid voor alle Belgen vs. belangrijke katholieke
machtsgroep die van meet af aan in België aanwezig is en terug gaat op de
voorgeschiedenis waarbij de Zuidelijke Nederlanden een soort katholieke
frontstaat zijn na de godsdienstoorlogen onder de Spaanse en Oostenrijkse
Habsburgers tegen de protestantse wereld. Dus het katholicisme is heel sterk
aanwezig. De breuk of strijd tussen die katholieke machtsgroep en de
gelaïciseerde staat volgens de liberale principes, was de dominante BL tijdens
de 19e E en zelf nog in het begin van de 20ste E. Vandaag de dag zouden we dit
niet meer zeggen. Het euthanasiedebat is hiervan een voorbeeld waarbij men
ziet dat de CD&V als politieke partij (die zijn oorsprong vindt in die katholieke
zijde van de BL) een ander standpunten heeft dan de liberalen. Een ander
voorbeeld is het onderwijs, waarbij er nog steeds een onderverdeling is
tussen het katholiek onderwijs en vrij onderwijs. De levensbeschouwelijke BL
is vandaag de dag op een andere manier aanwezig in onze maatschappij en in steeds meer
toeneemt aan belang. Er is namelijk een nieuwe assertieve godsdienst in ons midden gekomen
namelijk de islam. Zij belijden hun godsdienst op een dominante manier waardoor de strijd zich
op een andere manier voortzet, zoals het hoofddoekendebat.
2. Sociaal economische breuklijn
De BL tussen arbeid en kapitaal, de strijd tussen sociale partners, vakbonden,
WGorganisaties met de staat als neutrale derde. Het gaat over loonoverleg,
flexibilisering van arbeidsomstandigheden,… Deze BL wordt prominenter
naarmate de arbeiders zich gaan organiseren wat begint in het laatste kwart van
de 19e E. Het wordt een van de grote, dominante BLen in de 20ste E.
3. Communautaire breuklijn
In België hebben zich twee gemeenschappen rond taal gevormd en die ongeveer
even groot zijn en elkaar in een soort houdgreep hebben. Deze BL ontstaat rond
taal, ook rond 1830 praatte 60% van de bevolking al een Nederlands dialect
terwijl het land bestuurd werd in het Frans (in de GW stond taalvrijheid). Dit
zorgt voor de opkomst voor taalbewegingen die taaleisen voorleggen. WOI is
een soort versnellingsmoment in deze BL en tegelijkertijd ook een moment dat
deze BL verandert van karakter want het wordt meer en meer een nationale BL.
Het gaat niet alleen meer over taal, de taaltegenstellingen hebben een soort van
1
,Vlaamse subnatie gevormd die een eigen identiteit hebben en waarbij een radicaliseringsproces
optreedt en waarbij binnen die Vlaamse beweging een radicale stroming ontstaat die vindt dat
Vlaanderen onafhankelijk moet worden. Dat is vandaag ook niet meer marginaal, want zij geeft
o.a. vorm aan grootste partij van België, namelijk de NVA.
Nieuwe BLen sinds de jaren 1960
De drie traditionele BLen alleen volstaan niet om de hedendaagse Belgische maatschappij te
begrijpen. Er zijn nieuwe sociale bewegingen die opkomen vanaf ’60 en soms uitmonden in one-
issuepartijen zoals ecologie, migratie en die tot samenlevingsspanningen leiden. Nieuwe BLen
zoals de postmaterialistische BL, ecologische BL, etnische BL. Nieuwe thema’s enten zich op
oude BLen. Een voorbeeld hiervan zijn de ‘gele hesjes’. Dit is een beweging die gestart is door
verhoogde dieselprijzen in Frankrijk, in arme regio’s waar oude dieselwagens gebruikt worden
en waar lange afstanden gereden moeten worden. Deze verhoogde prijzen kwamen er door het
klimaat. Dus het ecologische thema ent zich op de sociaal economische BL en dus ook op stad en
platteland
BLen: conflict en polarisatie
Er worden telkens compromissen gevonden om deze
conflicten en polarisatie op te lossen. Het scherpste
breuk die we kunnen terugvinden in de geschiedenis
van België is deze rond de positie van Koning Leopold
III. Dat heeft geleidt tot een quasi-burgeroorlog. Het
gaat over de houding van de Koning in het bezette
land. Uiteindelijk zal deze hele situatie worden
trachten opgelost door een groot compromis. In dit
geval aan de hand van een volksraadpleging. En dan
zie je de BL duidelijk op de kaart staan, de kiesarondissementen die zalmroze zijn
stemden tegen de terugkeer van Koning Leopold III op de troon en de witte voor de terugkeer.
Het compromis is dat zijn oudste zoon op de troon wordt gezet en hij niet meer.
Werkt het pacificatie- en consensusmodel nog wel?
Schoolpact, cultuurpact, sociaal pact en dan nog enkele
communautaire pacten zoals de zes staatshervormingen.
Maar precies op de communautaire BL vraagt men zich
af of dit wel nog werkt vb. mislukt Egmontpact.
2
,Hoofdstuk 1. België avant la lettre
Centrale vraag: Waar moeten we ons verhaal over de Belgische geschiedenis eigenlijk starten?
De Belgae
De Belgae treden de geschiedenis in omdat ene Julius Caesar ze eigenlijk uitroeit. Het
waren de dappersten der Belgen, m.a.w. ze hadden tegenstand gepleegd tegen een van zijn
legioenen. Op de foto zien we het Ambiorixstandbeeld in Tongeren, één van de oudste
Romeinse steden van België. Hij kwam in opstand tegen Julius Caesar. Wat hebben deze
oude Belgen nu eigenlijk te maken met de geschiedenis van België? Deze Belgen hebben
weinig overgelaten, de enige continuïteit die er bestaat is in de geest van de mensen. De
functie van het standbeeld is België een oude geschiedenis geven, wat oud is is
eerbiedwaardig. ‘’Horum omnium fortissimi sunt Belgae’’
’S lands glorie
Typisch canonieke geschiedenis. Wat over de oude Belgen wordt gezegd in dit boek (1950) is dat
‘’omtrent de vierde eeuw voor Christus wordt ons land bezet door Belgische stammen’’, ‘’Een
van deze stammen die in de moerassen woont noemt men de Moringen…’’ en ‘’Een andere
Belgische Stam was die der Trevieren, die onze Ardennen bewoonden en die, voor meer dan
tweeduizend jaar, reeds wisten hoe hammen te roken…’’. Dit is typisch teleologisch, canoniek
procedé waarbij je lukraak elementen uit de geschiedenis plukt en daar een soort hedendaagse
connotatie aan geeft. Dus schrap deze oude Belgen uit uw voorgeschiedenis.
1. (Gallo-)Romeinse tijd
‘Onze gewesten’ liggen in Romaans-Germaans grensgebied en werden dus gedomineerd
door de Romeinen. Hier zijn een aantal dingen die we kunnen connecteren met de
voorgeschiedenis van ‘onze gewesten’. Het feit dat we nog altijd Latijn gedoceerd worden is iets
dat voortkomt uit de Romeinse tijd, net zoals het christendom dat als onze staatsgodsdienst
gebruikt wordt. Europese instellingen en beschaving (recht, politiek, cultuur, godsdienst,
infrastructuur,… Hier zien we ook duidelijk dat de BL tussen politiek en godsdienst hierop
teruggaat. Voorts heb je ook infrastructuur zoals heirwegen, steden, Tongeren, etc. Dit is dus een
verre voorloper van onze communautaire BL. Maar het feit dat deze BL daar ligt, wil niet zeggen
dat dit leidt tot onze taalgrens vandaag. We hadden ook heel andere uitkomsten kunnen hebben.
2. Merovingen en Karolingen
De val van het WRR (476), dan krijg je de Germaanse invallen, of eerder volksverhuizingen
waarbij dus in onze gewesten zich de Germaanse volksstam de Franken komt vestigen en
waarvan één van de koningen van deze Franken, nl. Clovis, zich in 496 laat dopen. Dit is een
belangrijk moment in onze voorgeschiedenis, want deze doop bevestigt de eeuwenoude traditie
van staatsgodsdienst. Het christendom wordt opnieuw een staatsgodsdienst in de contreien
waar wij ons bevinden. Deze godsdienst wordt bovendien ook de legitimering van politieke
macht, het hele systeem dat blijft bestaan tot aan de Franse Revolutie. Tot die tijd overheerst een
feodaal regime dat eigenlijk teruggaat op dat samenspel tussen kerk en staat en waar politieke
legitimiteit gebaseerd is op religie.
Het geslacht van de Merovingen en Karolingen dat erop volgt, vestigt het Frankische rijk van
Karel de Grote, waarvan het centrum zich min of meer in onze gewesten zich bevond (Aken).
Een rijk dat na de dood van Karel uiteenvalt in drie stukken en waaruit een West-Frankisch Rijk,
een Oost-Frankisch Rijk en een Middenrijk (Notaringen) uit tevoorschijn komt. Dit had te maken
met de typische Germaanse erfopvolging waarbij het land verdeelt werd onder de zonen van
Karel de Grote. Belangrijk voor de voorgeschiedenis van België is dat onze gewesten zich
bevinden in dat Middenrijk. Dit rijk blijft zelf aanwezig tot in onze contemporaire geschiedenis.
3
, De Bourgondische ideeën. Leon de Grel was een mythomaan, iemand die zijn eigen leugens
geloofde. Het was een collaborateur en beweerde dat hij een soort missie had gekregen van
Hitler om een soort van baas te worden van een groot middenrijk. Het enige wat hij ermee
bereikte is dat hij leider werd van de Walen. Leon de Grel zijn troepen aan het oostfront
noemden de Bourgondiërs. De Bourgondische ideeën waren sterk gefocust op die van het
middenrijk.
Aantal belangrijke aspecten: het rijk van Karel de Grote, de opdeling van het rijk en het feit dat
onze gewesten zich in dat Middenrijk bevinden zullen enkele complicaties hebben.
Belang van de feodaliteit?
Dat ze vorm geeft aan een machtsmodel dat eeuwenlang in stand gehouden zal worden. We zien
de monarch (met de kroon) waarvan de macht soeverein is, wat betekent dat hij zijn macht van
God heeft gekregen en dat niemand deze macht kan betwisten want het behoort tot de
goddelijke orde. Deze soeverein gaat besturen met zijn vazallen die stukken grond in leen
krijgen van de monarch. Dat betekent dat deze vazallen eigenlijk op dat stuk grond heer en
meester zijn. Het enige wat zij moeten doen is leenhulden betalen aan de vorst op het moment
dat zij hun grond overerven aan hun kinderen, moet er een som geld betaald worden. Ze zijn in
principe ook trouw verschuldigd aan hun monarch wanneer deze in oorlog komen met een
andere monarch. Zij moeten dan hulp bieden. Die vazallen zullen dan op hun beurt de grond
opdelen in vazallen van vazallen en zo gaat dat verder, een soort piramidaal systeem.
Belang van de standenmaatschappij?
Dit wordt geïntroduceerd door de Karolingers. Opnieuw schrijft de goddelijke
orde voor dat mensen in een stand geboren worden en daar voor eeuwig inzitten
en daar niet uit kunnen geraken. Er zijn drie belangrijke standen. De eerste en
belangrijkste stand is deze van religie, religie verklaart alles en geeft antwoord
op alle dingen waarom ze zijn zoals ze zijn (pas na de Verlichting zal hier
verandering in komen). Dit is dus de vertegenwoordiger van God op Aarde de
paus. De stand van de adel bestaat uit de monarch met zijn vazallen. De derde
stand bestaat uit de rest van de bevolking, deze bestaat grotendeels uit boeren
(want economie in het AR is grotendeels obv landbouw en grondbezit),
handelaars en voor onze gewesten is deze groep handelaars belangrijk omdat we
sterk verstedelijkt waren, waar sterk gehandeld werd en ambachten werden
uitgeoefend. De steden worden rijk en machtig door deze handel en kunnen voor een stuk in
deze feodale maatschappij een tegengewicht vormen tegen de adel en de koning. Deze feodale
standenmaatschappij is dus belangrijk voor het verstaan van onze Belgische geschiedenis met
deze sterke steden in onze contreien die voor het eerst tegen dit systeem opkomen en het
vrijheidsidee beginnen vorm te geven. Pirenne had het over de wil van vrijheid en dat deze reeds
aanwezig was in de Middeleeuwen.
Het Karolingische rijk en zijn verdeling
De standenmaatschappij en het systeem van feodaliteit krijgt gestalte in het rijk van Karel de
Grote. Het Middenrijk verschrompelt langzaamaan en dat is belangrijk voor onze gewesten want
deze liggen exact op deze grens tussen wat dan West en Oost-Francië was, wat de voorentiteiten
zijn wat Frankrijk en Duitse Keizerrijk zal worden.
3. ‘Onze gewesten’ van de 10e tot de 14e Eeuw
Diverse politieke territoria die leenrechtelijk verbonden zijn met de monarch van West-
Francië, de Franse koning en aan de andere kant de monarch van Oost-Francië, de Duits
keizer. Die grens ligt pal in onze gewesten en stadjes zoals Ename waren ooit grote centra
precies omdat ze op deze grens lagen, de grens werd ongeveer gevormd door de Schelde (cfr.
verdeling Karolongische rijk). Op deze plaatsen vond er veel handel plaats.
4