’19 – ’20 Master Handelswetenschappen: AF Semester 1
Consolidatie & international accounting
EXAMEN
• Consolidatie: toepassingen
• International accounting: verwachtingen, hypothese (je krijgt output die je moet interpreteren)
• Dit deel telt voor 60% van het totaal mee (1/6 project en 5/6 schriftelijk examen)
• Project zal doorgaan op 13 december 2019 (i.s.m. PwC)
• Notities en ppt voltstaat (hb is aanvullend)
1 Consolidatiekring IFRS vs BGAAP
1.1 Geconsolideerde JR
Elk bedrijf is wel verplicht een enkelvoudige jaarrekening neer te leggen. Hier vindt je ook de AW
terug. Hier vindt je moeilijk de werkelijke waarde van je dochterbedrijf terug. Ook de investering in
kleindochtermaatschappijen zie je niet terug aangezien de dochter hierin investeert. Prestaties van de
dochter (winst/verlies) vind je niet terug bij de enkelvoudige JR van de moedermaatschappij. Wat je
wel terug vindt is de uitgekeerde dividenden van dochter aan moeder. Dochters zijn aparte
identiteiten/ondernemingen.
Bij de geconsolideerde JR krijg je een beeld van de volledige groep.
In de geconsolideerde jaarrekening worden het vermogen, de financiële positie en het resultaat
van een moeder met haar dochtervennootschappen in haar geheel opgenomen alsof het om één
enkele vennootschap gaat.
• Nut: (voordelen)
o Beter economisch beeld dan enkelvoudige JR
o Eliminatie onderlinge transacties
o Geen rechtstreekse juridische gevolgen
▪ Als de dochter schulden heeft kan men niet gaan aankloppen bij de
moedermaatschappij, aangezien ze elke een eigen vennootschap zijn.
o Financiële analyse relevanter
• Nadelen zijn er ook
o Een heel diverse groep: interpretatie moet je zeer voorzichtig zijn! (vb. groep van
diensten en productiebedrijven → je gaat de voorraadrotatie interpreteren is niets
zeggend aangezien dienstbedrijven geen voorraad hebben)
o Als je enkel transacties doet met 1 groepslid kan de groepsjaarrekening er goed uit zien
maar is het toch belangrijk om naar de enkelvoudige JR te kijken
ACTIEF
• Goodwill = consolidatieverschil (zie 1.2 regelgeving)
• Uitgestelde belastingvorderingen
o Je hebt goederen verkocht van M → D, maar dochter heeft ze niet doorverkocht.
Aangezien je transacties elimineert bij de groepsjaarrekening, heb je in je enkelvoudige
JR te veel winst en wordt dit in de geconsolideerd gecorrigeerd
PASSIEF
• Overgedragen winst en reserves worden samengeteld
• Omrekeningsverschillen (indien er dochter in een andere munt werken)
• Minderheidsbelangen (je bezit 80% v.d. aandelen D. Neemt 100% op dus 20% MHB)
• Uitgestelde belastingverplichtingen uitgestelde belastingvorderingen
Document1 1
,’19 – ’20 Master Handelswetenschappen: AF Semester 1
Kosten die verworpen worden bij het opstellen van de geconsolideerde JR. Waardoor je
o
eigenlijk meer wints hebt
Bestaat uit: (IAS 1.8)
• Geconsolideerde balans
• Geconsolideerde winst- en verliesrekening
• Staat van wijzigingen van het eigen vermogen
• Kasstroomoverzicht
• Toelichting
1.2 Regelgeving
• BELGIAN GAAP
o Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV) van 23 maart 2019 + KB 29 april
2019 ter uitvoering WVV
o Quasi altijd toegepast door niet-beursgenoteerde ondernemingen actief in niet-
financiële sector.
o Verplichte structuur
o Consolidatieverschil VERPLICHT afschrijven over 5 jaar
• IFRS
o Meest relevant voor consolidatie: IAS 21, IAS 28 , IFRS 3, IFRS 10, IFRS 11
o Beursgenoteerde ondernemingen + financiële instellingen: verplicht IFRS
o Niet-beursgenoteerde niet-financiële ondernemingen: mogelijkheid tot toepassing full
IFRS
o Meer vrijheid in het bepalen van de structuur
o Goodwill: meerprijs die je betaald voor de overname van een bedrijf (=
consolidatieverschil)
▪ Afschrijven is VERBODEN
▪ Waarde van werkelijke waarde lager als goodwill dan mag je dit wel corrigeren
▪ Indien deze hoger is, onderneem je niks
1.3 Begrippen (IFRS 10)
• Geconsolideerde jaarrekening (consolidated financial statements): de jaarrekening van
een groep waarin de activa, verplichtingen, het eigen vermogen, de baten, de lasten en de
kasstromen (typisch IFRS) van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen
worden gepresenteerd alsof het die van een afzonderlijke economische entiteit betreft.
• Groep: Een moedermaatschappij en haar dochterondernemingen.
• Moedermaatschappij (parent): een entiteit die zeggenschap heeft over een of meer
entiteiten.
• Dochteronderneming (subsidiary): een entiteit, waarover een andere entiteit de
zeggenschap heeft.
• Zeggenschap (controle): investeerder heeft zeggenschap over een deelneming wanneer hij is
blootgesteld aan, of rechten heeft op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn
betrokkenheid bij de deelneming en over de mogelijkheid beschikt die opbrengsten door zijn
macht over de deelneming te beïnvloeden.
• Belangenpercentage: financieel aandeel in het eigen vermogen en resultaat van een andere
vennootschap waarin aandelen worden aangehouden. Bij een onrechtstreekse deelneming
wordt het belangenpercentage berekend door vermenigvuldiging van opeenvolgende
deelnemingspercentages.
Document1 2
,’19 – ’20 Master Handelswetenschappen: AF Semester 1
1.3.1 Zeggenschap → IFRS 10, 5 -18
• Indien investeerder macht heeft over de deelneming: (beslissingen van een dochter kunnen
sturen)
o Bestaande rechten die doorlopend de mogelijkheid bieden de relevante activiteiten te
sturen:
▪ Rechten in de vorm van (potentiële) stemrechten
• Met meerderheid (>50%)
• Zonder meerderheid, maar met contractuele overeenkomst, de facto controle,
met potentiële stemrechten
o De facto controle:
▪ Vb. De facto: A: 40% v.d. aandelen, de andere AH hebben <1%, zij
gaan niet de moeite doen om naar AV te komen dus ben je quasi de
enige en heb je dus volgens IFRS wel zeggenschap
▪ Bij BGAAP kijkt men naar de 2 laatste AV
▪ IFRS schat op voorhand in.
o Met potentële stemrechten
▪ In de toekomst meer aandelen kan verwerven (een optie hebt)
▪ Kans groot is dat je de optie gaat uitvoeren, indien deze klein is gaan
we deze niet mee in rekening houden
▪ Recht om beslissingnemers (topmanagers) te sturen, benoemen of te ontslaan
▪ Recht om een andere entiteit die de relevante activiteiten, stuurt te benoemen of te
ontslaan
▪ Recht de deelneming transacties te doen aangaan, of een veto te stellen aan
veranderingen in transacties, ten gunste van de investeerder
▪ Andere rechten waardoor relevante activiteiten gestuurd kunnen worden
o Indien investeerder rechten heeft op veranderlijke opbrengsten
▪ Bedrag van de dividenden is onzeker
▪ Verandering in de waarde v.d. aandelen
▪ Variëren als gevolg van de prestaties van de deelneming
▪ Houders van belangen zonder zeggenschap delen in de winsten of uitkeringen van
een deelneming
o Indien investeerder over de mogelijkheid beschikt zijn macht te gebruiken om
opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming te beïnvloeden
▪ Is vooral van toepassing voor fondsbeheerders
1.3.2 Zeggenschap / Controle → BGAAP
• Controle in rechte (de jure) (art. 5$2 W. Venn.): (Belgisch recht)
o Bij meerderheid van de stemrechten
o Bij recht om meerderheid v.d. bestuurders of zaakvoerders te benoemen of te ontslaan;
o Krachtens de statuten of gesloten overeenkomsten
o Op grond van een overeenkomst met andere vennoten van de betrokken vennootschap
o In geval van gezamenlijke controle
1.3.3 Controlepercentage
• Graad van zeggenschap (bevoegdheid om financiële en operationele beleid van een
onderneming te sturen om voordeel te halen uit activiteiten van de onderneming)
• Samenvoeging rechtstreekse bevoegdheid met onrechtstreekse bevoegdheid via
dochteronderneming
• Totale stemrechten worden verminderd met stemrechten van aandelen aangehouden door de
dochteronderneming (eigen aandelen)
Document1 3
, ’19 – ’20 Master Handelswetenschappen: AF Semester 1
1.3.4 Verwerking van deelnemingen
• Dochteronderneming (macht): integrale consolidatie – IFRS 10
• Joint venture (gezamenlijke zeggenschap ): vermogensmutatiemethode – IFRS 11
Proportionele consolidatie volgens BGAAP
• Geassocieerde ondernemingen: vermogensmutatiemethode (equity methode) - IAS 28
• Andere ondernemingen: waardering volgens IFRS 9
• Gezamenlijke zeggenschap: contractueel afgesproken delen van de zeggenschap over een
overeenkomst wanneer besluiten over de relevante activiteiten unanieme instemming vereisen
van de partijen die zeggenschap delen (IFRS 11.7)
• Geassocieerde ondernemingen: entiteit waarin de investeerder een invloed van betekenis
uitoefent en die geen dochteronderneming of belang in joint venture is (IAS 28.2) (VM)
o Invloed van betekenis: macht om deel te nemen aan de financiële en operationele
beleidsbeslissingen van de deelneming (maar geen zeggenschap) . Dit gebeurt bij:
▪ >= 20% stemrechten
▪ < 20% stemrechten waarbij:
• Vertegenwoordiging RvB
• Deelname aan beleid
• Materiële transacties tussen beide ondernemingen
• Tewerkstelling gemeenschappelijke managers
• Verschaffen essentiële technische informatie
• (IAS 28.6 en IAS 28.7)
• Voorbeeld:
B C D
Controle % 65% 70% + 10% = 80% 35%
Belangen % 65% 70% + (70% x 10%) = 76,5% (70% x 35%) = 26,75%
Consolidatiemethode IC IC VM
B C D
Controle % 35% 60% 70%
Belangen % 35% 60% + (35% x 30%) = 70,5% (60% x 70%) = 49,35%
Consolidatiemethode VM IC IC
Consolidatiemethode → kijken naar controle%
Document1 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sandrine_. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.