DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN
Thema 1: Sociale stratificatie
Wat is sociale stratificatie
= oorsprongelijk begrip uit geografie die toegepast
wordt op menswetenschappen
Het is een gelaagdheid van de samenleving, een
bepaalde hierarchie binnen de samenleving. Het is
een geïnstitutionaliseerde sociale ongelijkheid.
Sociale ongelijkheid
Kan je vergelijken met een plaats op een maatschappelijke ladder. Verwijst naar het gegeven
dat personen die hoger op de ladder gepositioneerd zijn een betere toegang hebben tot
belangrijke middelen
SOCIAAL ECONOMISCHE POSITIE SOCIAAL ECONOMISCHE STATUS
Plaats op de ladder, waar situeer je u Welk gedrag je aanneemt. Tot welke status
binnen de ladder je behoort.
Doorheen de cursus wordt SES (sociaal economisch status) gebruikt in ruime zin.
link met macht
Hoe hoger je op die sociale ladder hoe meer macht je hebt, hoe lager op de ladder hoe
minder. Je zal dan opkijken naar diegene die hoger op de sociale ladder staan.
Je sociale positie speelt een rol bij de toegang van middelen
Door u positie op die ladder kan het zijn dat je geen toegang hebt tot bepaalde middelen en
dan wordt u die toegang ontnomen door je positie.
welke middelen
• gezondheid
• voeding - levenskwaliteit
• huisvesting - welvaart en welzijn
• relaties & gezin - levenskansen en levenskeuzes
• sociale contacten
• rechten en besluitvorming worden beïnvloed door je sociale positie op de sociale
• vrije tijd ladder
• voeding
• na scholing en vorming
De sociale economische status = multidimensioneel
,met 3 deelcomponenten: er moet onderlinge verwevenheid zijn
- financiële middelen zo niet ➔ statusinconsistentie
- Te werkstellingen
- beroepsstatus
Statusinconsistentie
houdt in dat iemand hoog scoort op één van de deelcomponenten maar laag op een ander.
vb: poolse arts die in België te werk gesteld is als poetsvrouw. Ze heeft wel een hoog
opleidingsniveau maar een lage beroepsstatus en laag inkomen.
Hoe voelt het om onderaan de ladder te staan?
• beperkte toegang tot middelen
• kan leiden tot armoede
• meestal laag financiële inkomsten
• gepaard met lage scholingsgraad en lage beroepsstatus
armoede
= een gebrek aan financiële middelen om een kwaliteitsvol leven te kunnen leiden.
Financiële aspect staat hier centraal!
hoe lager je scoort op de financiële middelen, te werkstelling en beroepsstatus hoe
kwetsbaarder ze zijn voor armoede.
“armoede is een netwerk van sociale uitsluiting (breuklijn) dat zich uitstrekt over meerdere
gebieden (zie aspecten) vh individuele en collectieve bestaan.(groepen) Het scheidt de
armen vd algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving”. VRANKEN
verwijzen hier naar:
deelaspecten vd levenskwaliteit
onderlinge verbondheid in het netwerk
armoede overstijgt het individuele
Begrippen op een rijtje
• sociale differentiatie
= verschillende actoren weliswaar verschillende gespecialiseerde taken opnemen en
verschillende rollen uitvoeren.
• sociale ongelijkheid
= ongelijke toegang tot belangrijke middelen in een samenleving naargelang de
positie die men inneemt op de maatschappelijke ladder en de statusverschillen die
samenhangen met deze positie.
• sociale strateficatie
= slaat op geïnstitutionaliseerde sociale ongelijkheid, dit impliceert dat deze
ongelijkheid een min of meer stabiel karakter heeft beseft wordt door de leden van
een samenleving en dat er impliciete of expliciete regels voor de verdeling aanwezig
zijn.
,Geïnstitutionaliseerde vorm van sociale ongelijkheid
relatief stabiel verankerd
(h)erkend door leden van samenleving
impliciete of expleciete regels voor verdeling
stratificatie gaat van generatie op generatie (reproductiemechanismen)
via:
- sociale groepen
- leefvormen
- onderwijs
Sociale mobiliteit
verandering inzake sociale positie niet uitsluiten binnen de samenleving
Permeabiliteit van een samenleving
synoniem: openheid van samenleving
1. Het is dus mogelijk om een verticale mobiliteit te hebben.
Een verschuiving maken op de maatschappelijke ladder en dus van sociale
economische klasse veranderen.
twee richtingen
dalende pijl
neerwaarts: zakken op de sociale ladder, macht daalt, sociale status
neemt af + toegang tot middelen daalt en mensen kijken neer.
stijgende pijl
opwaarts: stijgen op de sociale ladder, macht neemt toe, sociale
status neemt toe + toegang tot middelen neemt toe + aanzien
INTRAGENERATIONEEL INTERGENERATIONEEL
= jij zelf binnen je generatie die opklimt je hebt een hoger diploma dan je moeder
en wie weet u kind wel nog hoger dan uzelf.
over de generaties heen Binnen de generatie
de mogelijkheid tot verticale mobiliteit zijn niet in elke samenleving in dezelfde mate
aanwezig.
Positionele mobiliteit
= niet enkel actoren kunnen zich opwaarts of neerwaarts bewegen op de
maatschappelijk ladder maar ook posities!
, vb: leerkracht lager onderwijs stond vroeger boven op de sociale ladder terwijl dit nu
niet echt hoog meer op de sociale ladder. => zakt in hierarchie.
2. horizontale mobiliteit
= dan blijft men op dezelfde ‘hoogte’ qua positie maar veranderd met van functie
vb: verpleegkundige die in een andere gelijkaardige afdeling tewerkgesteld wordt in
een nieuwe vestiging van een ziekenhuis na een fusie
Drie basiscomponenten
In huidige samenleving zijn er 3 essentiële factoren
• financiële middelen (economische dimensie)
• tewerkstelling/ beroepsstatus (sociale dimensie)
• opleidingsniveau (culturele dimensie)
1. FINANCIËLE MIDDELEN
familiekapitaal na een erfenis
inkomsten
tewerkstelling
inkomensvervangende
inkomstaanvullende stelsels van sociale zekerheid
bijstand
Financiële wordt vaak gezien als het verschil tussen rijk en arm. Maar armoede is veel meer
dan het gebrek aan financiële middelen. Het vormt toegang tot voldoende financiële
middelen nu eenmaal een belangrijke basis om armoede te overstijgen
Sociale uitsluiting
“Zonder geld val je overal buiten. Het doet er ineens niet meer toe of je ook je best hebt
gedaan of wat je kan. Het ergste is dat je niet meer mee mag doen.”
Metingen voor armoede te bestempelen
economische maat om te bekijken of iemand arm is of niet.
armoederisicodrempel
een bedrag dat berekend wordt als 60% van het mediane inkomen van alle mensen.
wie eronder zit = beschouwd als armoederisico
boven = beschouwd zonder armoederisico
referentiebudgetten
Men bepaalt in eerste instantie aan welke behoeften minimaal voldaan moeten worden om
een (basis)kwaliteitsvol (menswaardig) leven te kunnen leiden.
- eten
- kledij
- mobiliteit
- huisvestiging
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SchaniaVanpoucke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.