Ross en wilson anatomie en fysiologie in gezondheid en ziekte-
Uitgebreid uitgewerkte lesdoelen van anatomie, fysiologie, pathologie farmacologie (AFPF). Met onder andere circulatie, atherosclerose, bloed, zenuwstelsel, endocrinologie, pancreas, bijnieren en cognitieve stoornissen
Lesdoelen
de structuur en functies beschrijven van arteriën, venen en capillairen en de verschillen samenvatten
tussen deze verschillende soorten bloedvaten.
De wand van arterien en venen bestaat uit drielagen van buiten naar binnen: tunica adventitia (externa), tunica
media, tunica intima.
Arterien hebben meer elastisch spierweefsle om de bloeddrukgolven op te vangen
Arteriolen -> kleinere slagaderen heten ook wel weerstandsbloedvaten omdat de systemische bloeddruk
voornamelijk bepaald wordt door de weerstand van deze kleine slagaderen tegen de bloedstroom.
Arteriolen hebben meer glad spierweefsel zodat ze oiv het sympatisch zenuwstelsel kunnen samentrekken
(vasosconstrictie) of uitzetten (vasodilatatie)
Capillairen: het bloed en de weesfels kunnen makkelijk stoffen uitwisselen door
- de wand is heel dun (bestaat maar uit een laag cellen.)
- de diameter is ongeveer zo groot als een rode bloedcel -> lage stroomsnelheid
Capillaire sfincters aan het begin zijn een soort deurtjes die de hoveelheid bloed regelen
Venen heten ook wel cappaciteits vaten omdat ze 2/3 van het bloed bevatten. Ze hebben een dunnere vaatwand
omdat de bloeddruk veel lager is. Ze hebben kleppen om terugstroom van bloed tegen te gaan (behalve de zeer
grote en zeer kleine venen)
de belangrijkste factoren benoemen die de diameter van bloedvaten reguleren.
Sympathische zenuwen van het autonome zs innerveren de gladde spieren van de tunica media van bloedvaten.
Trekken ze samen -> vasoconstrictie, ontspant het gladde spierweefsel -> vasodilatatie.
de belangrijkste factoren beschrijven die de polsfrequentie beïnvloeden.
Meestal is de hartfrequentie en de polsfrequentie gelijk. Factoren die de hartfrequentie beinvloeden:
- positie
- lichaamsbeweging
- emotionele toestand
- geslacht
- leeftijd
- temperatuur
- baroreceptorreflex
. Polsfrequentie is lager dan hartfrequentie als:
• De arteriën die de perifere weefsels voorzien vernauwd of geblokkeerd zijn en het bloed er niet met elke
hartslag doorheen wordt gepompt.
• Een aandoening van de samentrekking van het hart, zodat het hart niet genoeg kracht kan genereren om bloed
naar de perifere arteriën te pompen
de term bloeddruk definiëren en uitleggen wat de termen systolische en diastolische druk inhouden.
Bloeddruk is de kracht die het bloed uitoefent op de vaatwanden.
De systemische arteriele bloeddruk is het resultaat van de afgifte van het bloed uit de linkerventrikel in een reeds
gevulde aorta.
De bloeddruk varieert met tijdstip, houding, leeftijd, geslacht,. Bij vrouwen en ouderen en overdags iets hoger.
Systole: samenknijpen ventrikels waardoor bloed o.a. de aorta ingepompt wordt. Gemiddeld RR 120mmHg
Diastole: ontspanningsfase, de ventrikels vullen zich met bloed. Gemiddeld RR 80mmHg
de belangrijkste controlemechanismen voor de regulering van de bloeddruk beschrijven
, Korte termijn regulatie:
Het Cardio vasculair Centrum, is een verzameling onderling verbonden neuronen in de hersenstam ( in het medulla
oblongata (verlengde merg) en de pons.
Het CVC ontvangt, ingereert en coordineert signalen van:
- Baroreceptoren (drukreceptoren) in de aortaboog
- Chemoreceptoren ( in de carotis lichaampjes in de halsslagaders en in de aortaboog)
- Hogere hersencentra (hypothalamus)
Langetermijn regulatie:
- Het RAAS (renine-angiotensine-aldosteron-systeem)
- ADH (anti diuretisch hormoon)
de termen hypertensie en hypotensie definiëren
Hypertensie: Hoge bloeddruk. Vanaf > 140 mild >160 matig > 180 ernstig
Hypotensie: Lage bloeddruk meestal als gevolg van een andere aandoening bv shock
essentiële en secundaire hypertensie definiëren en de belangrijkste oorzaken van de laatste noemen.
Essentiele hypertensie = hypertensie e.g. (met onbekende oorzaak). 95% van alle hypertensie. Of eigenlijk
een opstapeling van factoren zoals roken, leeftijd etc
Secundaire hypertensie = hypertensie met duidelijke oorzaak zoals bv
- vernauwing van de aorta
- obesitas
- zwangerschap
- alcohol
- medische behandeling met oestrogeen of testosteron
- nierziekte
- bijnierziekte
- thyrotoxicose
de oorzaken, symptomen, diagnostiek, beloop (inclusief complicaties) en behandeling benoemen van
hypertensie.
Oorzaken: Overgewicht, lichamelijke inactiviteit, te weinig groente en fruit, te veel zout en vet en
alcoholgebruik.
Symptomen: soms geen. hoofdpijn, oorsuizen, pijn op de borst (door vernauwde kransslagaders),
hersenbloeding (scheuren slagader)
Diagnostiek: komt vaak aan het licht bij een routinecontrole zoals een keuring. Pas als de bloeddruk sterk
verhoogd is ontstaan klachten als hoofdpijn of oorsuizen. Lichamelijk onderzoek zoals meten bloeddruk en
extra onderzoek van hart, bloedvaten en andere organen, BMI en middelomtrek. Aanvullend onderzoek naar
oorzaak, gevolgen en risicofactoren hart- en vaatziekten.
Beloop/Complicaties: hart: linkerventrikelfalen -> pulmonale problemen -> hypertrofie rachterventrikel
-> rechts hartinsufficientie.
: hersenen bloedingen -> invaliditeit / dood
: nieren voortschrijdend functieverlies van de nieren en nierinsufficientie
: bloedvaten minder elastisch, RR verder omhoog -> aneurysma of netvlies beschadiging
Behandeling: gericht op het voorkomen van hart- en vaatziekten (HVZ). Risico-inschatting maken van kans op
sterfte aan hart- en vaatziekten d.m.v. systolische bloeddruk (hangt meer samen met risico HVZ). Kijken naar
aanwezigheid van andere risicofactoren als diabetes, roken, obesitas etc. Geven van leefstijladviezen als meer
bewegen, stoppen met roken, goede voeding, geen alcohol). Eventueel met medicijnen als antihypertensiva.
de mechanismen verklaren waarmee de uitwisseling van voedingsstoffen, gassen en afvalproducten
tussen het bloed en de weefsels plaatsvindt.
Gassen Zuurstof wordt gebonden aan hemoglobine van de longen naar de weefsels vervoert als
oxyhemoglobine. Zuurstof difundeert volgens de drukgradiënt, van het zuurstofrijke arteriële bloed naar
de weefsels die minder zuurstof bevatten doordat zij het constant verbruiken.
, Voedingsstoffen Het bloedplasma bevat de voedingsstofen voor de lichaamscellen. Om vanuit het bloed
bij de cellen te komen, gaan de voedingsstoffen door de semipermeabele capillairwand naar het
weefselvocht rond de cellen en vervolgens door de celmembraan de cel in. Het overdrachtsmechanisme
van water en andere stoffen uit de bloedcapillairen is voornamelijk ahankelijk van difusie en osmose.
Afvalproducten: CO2 is één van de afvalproducten van het celmetabolisme en diffundeert op basis van de
drukgradiënt aan het veneuze einde van het capillair naar het bloed.
uitleggen welk effect de hydrostatische en osmotische druk hebben op de waterverplaatsing tussen
capillairen en weefsels.
Vocht treedt uit de bloedvaten en wordt in de venen weer opgenomen of afgevoerd voa het lymfestalsel.
Hydrostatische druk (bloeddruk) drukt vocht uit de weefsels en de (colloïd-) osmotische druk perst het weer in de
venen.
De hydrostatische druk in de arteriën is hoger dan die in de venen. De osmotische druk is constant door eiwitten die
niet uit het bloedvat kunnen. Dus in de arterien gaat er door osmose vocht uit en in de venen gaat er door het
drukverschil weer vocht in.
de term oedeem definiëren.
Ophoping van vocht in weefsels
de belangrijkste oorzaken van oedeem beschrijven en deze aan relevante klinische problemen
relateren.
Oorzaken oedeem:
1. verhoogde veneuze hydrostatische druk
-> de bloeddruk in de venen is hoger -> het druk verschil is lager en dus wordt er minder vocht opgenomen
worden in de venen.
2. Verminderde osmotische druk van het plasma -> minder eiwitten in het bloed-> het druk verschil is lager en
dus wordt er minder vocht opgenomen worden in de venen.
3. Verstoorde lymfeafvoer -> de restjes vloeistof (anderhal liter per dag) worden niet goed afgevoerd. Bijv na
tumpren, operates of chronische ontsteking rond de lymfeklieren.
4. Verhoogde permeabiliteit van de bloedvaten -> veroorzaakt door hystemine (bij een ontstekingsreactie of
allergische reactie) -> grotere moleculen kunnen nu het bloedvat uit -> eiwitten eruit -> omotosche druk
wordt in het bloed kleiner en in de weefsels groter -> meer vocht in de weefsels blijven. Dit gebeurt bij
anafylactische reactie, astma en hooikoorts
Soorten oedeem:
Pitting oedeem = als het vocht door de zwaartekracht zakt -> enkeloedeem of stuitoedeem
Ascites = vocht in de peritoniale holte (buikvlie) zoals bij tumoren (ovariumcarcinoom) of levercirrose
Pleurale effusie = Teveel vocht in de pleuraholte meestal door infectie of ontsteking van de pleurae of door
hartfalen (want als het hart net goed pompt neemt de druk in longcirculatie toe -> vocht treedt uit het weefsel)
de oorzaken en gevolgen van overmatig vocht in lichaamsholten verklaren.
De oorzaak is vaak een ontsteking, infectie of blokkering. Deze ophoping van overtollig vloeistof wordt effusie
genoemd.
Ontsteking of infectie -> hystemine komt vrij -> verhoogde permeabiliteit van de bloedvaten -> grotere moleculen
kunnen het bloedvat uit -> eiwitten eruit -> osmotosche druk in het bloed wordt kleiner en in de weefsels groter ->
meer vocht blijft in de weefsels.
de structuur van het hart en de positie ervan in de thorax beschrijven.
De hartwand bestaat uit drie weefsellagen van buiten naar binnen: pericard, myocard, endocard.
Pericard: hartzakje(s) de buitenste laag is bindweefsel, binnenste is een sereuze laag
Myocard: bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel . Is het dikst in de linkerventrikel (doet het meeste werk)
Endocard: dunne gladde membraan die de kamers en kleppen bedekt
Positie: Het hart ligt in de thoraxholte in het mediastinum(ruimte tussen de longen). Het ligt schuin en bestaat uit
een basis aan de bovenkant en een apex (hartpunt) linksonder die rust op het diafragma.
de grote en kleine circulatie van het bloed door het hart en de bloedvaten van het lichaam beschrijven.
de belangrijkste plaatsen benoemen waar de arteriële pulsaties voelbaar zijn
Niet voelen met je duim want als jouw ader op je duim wat oppervlakkig loopt voel je je eigen hartslag.
Arteria temporalis: slaapbeen
Arteria carotis: halsslagader (niet bij oude mensen masseren en niet tegelijk bevoelen – dichtdrukken)
Arteria subclavia: onder sleutelbeen
Arteria radialis: pols
Aorta abdominalis: buik
Arteria femoralis: lies
Arteria tibialis: knie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alettasmit. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,44. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.