Sociologie II
Inhoudelijk
3 standpunten:
1) moderniteit en modernisering
- sociologie met dit verbonden
↪ontstaan tijdens ontwikkeling van de moderniteit
- studie van het verleden met het heden: discussies, mogelijkheden
bespreken …
- vb.Marx, Durkheim, Weber …
2) vergelijking: de sociologische methode
- relatieve verschillen
- contingente; hebben geen absolute maatstaf
⇒ vergelijking maken over ontwikkeling samenleving
- kritisch kijken naar macro-indicatoren
↪zijn niet zomaar indicatoren
↪Wat vergelijken we? Welke evoluties? …
3) micro→macro
- hoe samenleving, werelddelen tot stand gekomen?
Deel 4: Modernisering
-paradox:
● moderniteit=proces die ons als mens toelaten om met beperkingen kunnen
omgaan die onze omgeving vorm geeft
=bevrijdingsproces
● begin moderniteit: maatschappelijke verandering, begin van iets nieuws, maar
verliezen er niets bij
-3 aspecten:
1) Hoe benadert men sociologisch ‘maatschappelijke verandering’?
2) Welke verandering houdt modernisering in?
3) Wat betekent die verandering voor interactiekaders?
Hoofdstuk 14: De aanloop tot modernisering
1.Sociologisch dilemma
-Waarom bepaalde waarden & normen aannemen in de samenleving?
● in bepaalde samenlevingen verschillen ze van elkaar
● Waarom komen ze vandaan?
- antwoordt vinden niet volledig
- antwoordt nooit sluitend 100% vinden
- als we antwoordt vinden → geen determinatie meer; willen altijd op
zoek gaan naar patronen
-als we spelregels, machtsverdeling, waarden, opvattingen … volledig kunnen
verklaren dan is menselijke geschiedenis gedetermineerd
-in het verleden slechte ervaring met dat geloof
1
, ● legitimerende derde(natuur, geschiedenis, samenhang)
2.Malthus(1766-1834)
-geïnteresseerd in bevolkingsgroepen: Essays on the Principals of Population
-demografische evolutie
-wetten van bevolkingsgroei neerschrijven
● hoeveelheid voeding die men produceert → lineaire toename met
hoeveelheid landbouwgrond → hoeveelheid monden die men kan vullen
-geometrische functie(verdubbeling om de 25 jaar):
● gevolg: Malthusiaans plafond: kruisen elkaar
● hongersnood ontstaan: epidemie zorgt ervoor dat het terug constant wordt
-geboortebeperking niet haalbaar
● minder kinderen?
- vrouwen voorbestemd om kinderen te krijgen→ moraal in de weg
leggen
● rijken en armen
- rijken zullen zich daaraan houden, armen niet=inferieur volk creëren
-dus:
● geregeld hongersnood en bevolkingsverdunning
● sociaal beleid overbodig (en eigenlijk wreed)
14.2.1 Malthus vandaag
-twee ontwikkelingen die de voorspellingen van Malthus hebben ontkracht:
● vooruitgang in landbouw → productiviteit beter, steiler
- spectaculaire toename voedselproductie door technologische
vernieuwing
2
, ● kinderen nemen af, geboortebeperking zonder moreel verval
-Limits to Growth(Club van Rome,1974)
● verdere economische ontwikkeling nefast voor natuur en mensheid
● bv.klimaat
● economisch systeem; gebaseerd op uitbuiting van grondstoffen
● kritiek:
- onderschat aanpassingsvermogen van de mens
- westerse wereld sterk ontwikkeld, 3de wereldlanden kunnen het niet
aan(hebben dat vermogen niet)
● evolutie CO2
- per hoofd anders; V.S. massaal inzetten in fracking, maar China
grootste stijger → wel daling aanwezig
3.Kijk op de geschiedenis
-geschiedenis is open: kans dat (n)iets gebeurt
-geen determinerende ontwikkelingsgang
● opeenvolgende projecten, maatschappelijke tendensen
● van lokaal → globaal
-beperkingen: landbouw, bescherming
-een samenhangend geheel van waarden, spelregels, mogelijkheden en situaties,
dat zich in de loop van de tijd ontplooit en over de wereld kan verspreiden
-modernisering wordt beschouwd als zo’n project met als kern: opheffen
beperkingen menselijk gedrag
=puur pedagogisch
4.De aanloop tot de moderniteit
4 belangrijke ontwikkelingen:
1) moderne staatsvorming(1600-1900)
- bestaat al lang
- 1648: Vrede van Westfalen
3
, ● macht keizer verminderen
● einde aan langdurige conflicten
● start van diplomatie, soevereiniteit met elkaar
● staten erkennen elkaar, concurreren
● soevereine staat als actor op internationaal niveau
- einde 18de, begin 19de eeuw; staten bevolking leren kennen, interactie
voeren⇒ interne dimensie
- bv.vakbonden; afspraken maken met werkgeversorganisatie zolang ze
leden onder controle kunnen houden
- politieke organisatie en samenhorigheidsgevoel
↪gevoel van nationalisme d.m.v. standaardtaal, onderwijs … ⇒
homogeniteit creëren
- rol van natie krijgt vorm door grote centralisatie
● absolute vs. indringende macht
● arbitrair bv.Lodewijk XIV
↪reikwijdte beperkt; niet overal verspreiden
● vandaag: instellingen hebben meer macht, koning minder
- meer diepgang, regels opleggen
- reikwijdte toegenomen
- beter zicht krijgen op dingen
⇒ moderne staatsvorming
↪ belangrijk voor ontwikkeling economie, technologie …
14.4.1Braudel kapitalisme
-modernisering (Braudel)
● huis met verdiepingen
● verdieping= soort handel/economie
14.4.2 Dynamiek van kapitalisme , geografische verschuiving
-Voor 1600: Zuid-Europa, Mediterraan, Venetië, Genua …
-1600-1790: verschuiving naar noorden, Amsterdam
-1790-1940: Londen als wereldcentrum
-1940-2000: verschuiven naar New-York
4