Hoorcolleges Politie en Veiligheid (Deel I): werking van de politie
71 vues 4 fois vendu
Cours
Politie en veiligheid
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
*Ik heb een 9 gehaald voor dit vak* Uitgebreide uitwerking van de hoorcolleges 1 t/m 5 in het vak Politie en Veiligheid van de master Criminologie aan de VU. Dit is het eerste deel van het vak en gaat over de werking en geschiedenis van de politie. De samenvatting is inclusief gastcollege.
POLITIE & VEILIGHEID [DEEL I]
De politiefunctie en algemene beginselen van behoorlijke politiezorg HC1
Politie: organisatie en ‘proces’
Hierin moet een onderscheid in gemaakt worden. Vroeger waren burgers verantwoordelijk voor de interne en externe
veiligheid. In de tijd van de Nachtwacht bestond er niet iets als nationale politie. In de middeleeuwen waren er
roofridders, opkomende steden, allerlei conflicten en manieren om daarmee om te gaan. De politie zoals we die nu als
organisatie kennen, heeft zich over lange tijd ontwikkeld. Politie als proces houdt in dat er allerlei politietaken zijn. Er
zijn ook andere organisaties die politietaken uitvoeren, zoals de Koninklijke Marechaussee die winkeldiefstallen
afhandelt op Schiphol. Ook doen ze de grensbewaking en zijn ze betrokken bij terreurbestrijding. Private bedrijven
voeren soms ook politietaken uit.
Politie als politieke instelling (1)
De politie is een politieke instelling. Dat zit ook in het woord (politeia, polis, policy, politics, policie, politie). Veel
mensen zeggen dat de politie een uitvoerende dienst is, maar het is een politieke instelling. Dat zie je het best als je
kijkt naar onderdrukkende regimes (Mandela, Ghandi, etc.). De politie is geen neutraal instrument, zij voeren enkel de
wetten uit die door de mensen die aan de macht zijn gemaakt. Dat zag je heel goed bij de rassensegregatie in Amerika
toen er allerlei wetten van werden gemaakt. Bij protesten bleek toen heel duidelij dat de politie aan de verkeerde kant
staat. In Nederland zie je dit niet zo heel goed, maar bij iedere demonstratie waar de politie mee te maken heeft, speelt
dit op de achtergrond. Als Pegida bijvoorbeeld wil barbecueën voor een moskee, wordt er gekeken naar deze politieke
instelling.
Je ziet in de ontwikkeling van de politie 2 grote lijnen:
I. Staatsvormingsprocessen in de 17e/18e/19e eeuw
Kernfuncties van de staat: interne en externe veiligheid, belasting, organisatie en bestuur. Veiligheid ligt niet meer
bij de burgers, maar burgers gaan belasting betalen en dan zorgt de overheid van deze veiligheid.
Overheidsmonopolie fysiek geweld
Opbouw rechtsstaat: macht is heel gevaarlijk, burgers moeten daartegen beschermd worden en de overheid moet
beteugeld worden. Vooral rechten van minderheden moeten beschermd worden.
Door deze ontwikkeling ontstaat in steeds meer landen in Europa politie.
II. De andere lijn is de verstedelijking.
Mensen gingen naar de steden om daar te werken, ze gingen steeds dichter op elkaar wonen. Daarna ontstond ook het
uitgaansleven en een drukker verkeer en toen ontstonden ook de problemen met de openbare orde. Al die mensen die
op elkaar leven moeten gereguleerd worden.
Politie is een ‘recent’ verschijnsel: Napoleontische periode. Politiesystemen vanaf 1650 kan je langs een continuüm
leggen: belangen van de staat ene uiterste om de burgers eronder te houden (Nazi-Duitsland of Noord-Korea) en aan
de andere kant de belangen van de burger als superieur ding.
Belangen van de staat
Politiestaat
Dictatoriale regimes
Burger als potentiële (politieke) bedreiging
Geheime politie; informanten
Due process afwezig, rule of law afwezig
Vooral de militaire politie
Belangen van de burger
Onderdeel van de democratische rechtsstaat
Rule of law, checks and balances
Dichtbij de burger georganiseerd (buurt- en wijkteams en aanspreekbaar en bereikbaar)
Centraal begrip: community policing --> vooral in Amerika opgekomen na de rassenrellen. Mensen zagen dat dit
politiegeweld was en dat de politie geen aansluiting had bij bepaalde wijken. Deze beweging zorgde ervoor dat er
echt contact werd gezocht met personen.
De-escalatie ipv politie zien als bedreiging
Deze politieagent heeft wel geweldsmiddelen bij zich, maar probeert op gelijke voet met de burger te werken
,Het begrip orde
Functie van de politie bestaat uit: handhaving van de openbare orde, handhaving van de rechtsorde en hulpverlening
aan hen die dat behoeven. Dus niet per se het bestrijden van criminaliteit. Het merendeel van de politietaken bestaat
ook uit begeleiden van verkeer, daklozen en verslaafdenzorg en opstootjes tegen de openbare orde tegengaan. Hierbij
hoort ook high versus low policing van Brodeur.
High policing / Haute Police
Nationale veiligheid; politieke orde, verstoringen/ontwrichting (delen) samenleving of continuïteit
democratische rechtsstaat.
Politieke inlichtingendiensten (in samenwerking met de politie).
AIVD, MIVD en NCTV.
Andere methoden dan bij low policing: open bronnen, interceptie, berichtenverkeer, observatie, agenten en
bronnen (informanten). Er wordt gericht op verstoringen die de nationale belangen kunnen raken. --> Links
en rechts activisme, dierenactivisme, economische spionage, terrorisme en radicalisering.
Low policing
24/7 ‘kleine’ ordeverstoringen:
Noodhulp, meldingen, verkeer, nachtleven, voetbalwedstrijden, grote evenementen (crowd control). De
politie is hierbij bezig de orde te herstellen. Op de achtergrond speelt altijd wel dat de politie altijd geweld
kan toepassen als dat nodig is, ondanks dat ze altijd op een horizontale manier met de burger proberen om
te gaan.
De functie van de politie is hier een onvermijdelijk deel van de moderne samenleving, reproductie orde,
toepassing van niet-onderhandelbaar geweld en om iets te stoppen dat niet moet gebeuren. ‘Er zijn’ om van
ene op andere moment interventie toe te passen.
Naast “authorative power” ook “symbolic power” van belang
Kenniswerkers
Macht en controle
Op het moment dat de politie iets mag, speelt macht ook een belangrijke rol. In de Verenigde Staten heb je
bijvoorbeeld de black lives matter-beweging, omdat de politie daar partijdig is. De selectieve inzet van politie en de
discriminatie door politie zijn hier de gevolgen van rassensegregatie. De selectiviteit van politieoptreden (zoals
staandehouden van dure auto’s met buitenlanders als bestuurders) speelt een belangrijke rol bij deze macht en
controle. De macht die er is wordt heel duidelijk gecontroleerd of zou gecontroleerd moeten worden.
Algemene beginselen (H14)
Het mom van de politie is waakzaam en dienstbaar zijn aan de waarden van de rechtsstaat. Aan de ene kant heb je
hele harde wetten over deze beginselen. Artikel 1 van de Grondwet is het gelijkheidsbeginsel, wat inhoudt dat iedereen
gelijk behandeld moet worden. Deze harde wetten zijn dus richtinggevende gedragsnormen voor fatsoenlijk en
behoorlijk handelen. Deze staan in het burgerlijk wetboek, in het wetboek van strafvordering en in EVRM. Daarnaast
zijn overheidsfunctionarissen gebonden aan wettelijke voorwaarden en ongeschreven regels, zoals:
Vertrouwensbeginsel
Gelijkheidsbeginsel
Beginsel van evenredige belangenafweging
Verbod détournement de pouvoir
Rechtmatigheid en behoorlijkheid
De praktijk
Alhoewel er veel beginselen zijn, is de praktijk toch anders. Situaties zijn soms heel anders dan dat je bij instructies leert.
Management cops zijn heel erg gewend om mooie verhalen te schrijven en strategische vergaderingen te houden en
street cops werken met de situaties die in het nachtleven plaatsvinden en vinden hier ook hun eigen werkwijze voor.
Dienders op straat maken bepaalde keuzes, maar die handhaven ook allerlei dingen niet. Er worden specifieke keuzes in
specifieke situaties gemaakt en die zijn niet altijd zo makkelijk van boven voor te schrijven.
Politie: de drie analysesniveaus (Robert Reiner --> belangrijke naam)
Presentatieregels (jaarverslagen, folders hoe de regels hierin staan) --> strategische plannen, belangrijke
plannen voor organisaties. Waar gaat het naartoe? Hoe zou het eigenlijk moeten?
Disciplinerende regels (strafrecht/strafvordering, EVRM). Deze staan gewoon zwart op wit.
, Op deze twee niveaus worden veel onderzoeken verricht (beleidsstukken, strafrecht)
Werkregels (zoals het uitpakt op de werkvloer, hoe het daadwerkelijk gaat in bepaalde situaties). Men heeft
hier zelf bedacht hoe men in die situatie het beste kan reageren.
Hier is weinig aandacht voor vanuit wetenschap, politiek en beleid. Hier moet volgens Reiner meer
onderzoek naar gedaan worden, omdat dit vaak anders gaat dan op papier.
Reiner’s argument: we blijven te veel hangen op de eerste twee niveaus. Pleidooi voor het empirische onderzoek van
de werkregels.
Formele en informele werkelijkheid
Geschreven regelgeving is nooit uitputtend, dat kan ook niet. De dagelijkse praktijk betekent dat de politiefunctionaris
aangewezig is op eigen ervaring, gezodn verstand, gevoel voor verhoudingen, gevoel voor afwegen van vaak
tegengestelde belangen. In de ‘werkregels’ hebben politiemensen in de praktijk weinig houvast aan abstracte algemene
beginselen door grilligheid van verdachten, onvoorspelbaarheid, geen situatie (staandehouding, verkeerscontrole,
verhoor, nachtleven) is hetzelfde. Daarom is er een verschil tussen het beleid van hogerop en het daadwerkelijke plan
van uitvoering. Dit wordt ook wel de beleidsvrijheid genoemd.
Beleidsvrijheid = verschil tussen werkelijkheid in het recht en werkelijkheid in de praktijk
‘Street level bureaucracy’, ‘street corner politicians’ -- discretionaire bevoegdheid. Ze kunnen zelf bepalen in een
bepaalde ruimte van het beleid hoe ze met hun bevoegdheden omgaan. Ze kunnen bijvoorbeeld iedereen een bon
uitdelen op straat, maar doen dat niet. Als alle regels precies zo zouden worden uitgevoerd als ze gemaakt zijn, zou er
een overmate aan werk zijn.
I. Er is een grote mate van autonomie door de aard van het politiewerk
a) Fysieke en sociale kloof agenten en leidinggevenden - vroeger dachten leidinggevenden dat ze directe orders
konden geven aan agenten, maar dat is niet zo omdat je eigenlijk niet kunt zien wat agenten op straat doen
b) Informatievoorsprong
c) Direct contact burgers - agent beslist wat ze doen
II. Uitgebreid juridisch raamwerk waaruitkan worden gekozen en politiefunctionaris bepaalt steeds zelf of, en welk
juridisch instrument wordt ingezet
III. Interne sturing politieorganisatie belangrijke randvoorwaarde:
a) Gedecentraliseerde organisatie; keuzevrijheid op de laagste niveaus in de organisatie (in wijkteams worden
bijvoorbeeld bepaalde regels gemaakt die in een andere wijk niet gelden, omdat overlast in verschillende
gebieden kan verschillen)
b) Leerstuk van de professionele ruimte (gedecentraliseerde regels en andere beleidsvormen in verschillende
gebieden, of andere prioriteiten stellen. Voor de Nationale Politie was er nog veel meer verschil tussen
gebieden ) en leerstuk ‘georganiseerd vertrouwen’
IV. Sturing (en controle) op grote afstand van 1e lijn leidinggevenden - mensen op straat moeten ook heel veel
beslissingen zelf nemen door de snelheid waarmee beslissingen gemaakt moeten worden.
Deze beleidsvrijheid kan alleen onder controle worden gehouden door te zorgen dat er checks and balances zijn.
Collega’s controleren elkaar bijvoorbeeld en burgers kunnen klachten indienen over hun bejegening. Deze controle
door collega’s kan ook negatief werken, door bijvoorbeeld groepsdruk.
Rechtsstaat en algemene beginselen
In woord en geschrift uitputtend uitgewerkt welke regels gelden en waar mensen vrijheid hebben
Uitgebreid stelsel van interne/eterne (in)formele checks and balances
Intern: groepsdruk direct collega’s en teamleden; klachtenprocedures, vertrouwensfunctionarissen, bureau
intern onderzoek, direct leidinggevenden in briefings, evaluaties en functioneringsgesprekken
Extern: Nationale Ombudsman, Commissie Politieklachten, social media, verschillende monitorinstrumenten
(bereikbaarheid, klantvriendelijkheid, zichtbaarheid, waardering laatste politiecontact, etc.)
Gedrag en cultuur
Je hebt allerlei wetgeving en rechtsbeginselen, maar uiteindelijk komt het erop neer dat een rechtsfunctionaris ook een
gevoel heeft voor ongeschreven regels. Tijdens je politieopleiding krijg je mee wat je wel en niet moet doen, waardoor
je in nieuwe situaties alsnog goed kan handelen. Ook wordt hier geselecteerd op welke mensen sowieso politie mogen
worden. Waakzaam en dienstbaar zijn aan de rechtsstaat en algemene beginselen van behoorlijke politiezorg staan of
vallen met werkregels. Uiteindelijk komt het erop neer dat de politiefunctionaris het gevoel krijgt voor die
ongeschreven normen dat hij een houding daarvoor heeft (ontwikkeld), dat hij Fingerspitzengefúhl heeft/ontwikkelt om
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur susamengevat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.