ECONOMIE – DEEL 2 MACRO
HOOFDSTUK 6: KRINGLOPEN & BBP
MACRO-ECONOMISCHE GROOTHEDEN
De macro-economie houdt zich bezig met het bestuderen van geaggregeerde grootheden. De economische
indicatoren die voor grote groepen gelden. Voorbeelden van macro-economische factoren zijn het bbp, de
werkgelegenheid, de consumptie, de investeringen en de handel met het buitenland.
Macro-economie bestudeert de wisselwerking tussen de economieën van verschillende landen. Het gaat om de
totale productie in een land, de totale werkloosheid of de gemiddelde prijs van alle goederen in een economie.
Macro-economen proberen het verdrag van de geaggregeerde grootheden te verklaren en onderlinge
verbanden aan het licht te brengen.
ECONOMISCHE ACTIVITEIT
Mensen wenden middelen aan om een productie op gang te brengen die voldoet aan de vraag. De
economische activiteit hangt af van de economische agenten. De huishoudens uit de macro-economie zijn:
- De gezinnen: zij consumeren (C) en sparen (S)
- De bedrijven: Zij investeren (I)
- De overheid: belast (T) en consumeert (G)
- Het buitenland: Importeert (M) en exporteert (X)
Deze 4 economische agenten werken samen om een bepaalde productie binnen een land of gebied te
realiseren.
HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT (BBP)
Het bbp is de waarde van de totale stroom afgewerkte goederen en diensten die de economie van een land
over een periode van een jaar produceert.
Het nominaal bbp of het bbp in lopende prijzen in periode t is het bbp in periode t waarbij de goederen en
diensten die geproduceerd zijn, gewaardeerd worden aan de hand van lopende prijzen in periode t. Wanneer
de hoeveelheid goederen en diensten of de prijzen veranderen leidt dit tot een verandering in het nominaal
bbp.
Het reële bbp in periode t is het bbp in periode t waarbij de goederen en diensten die gereed zijn, gewaardeerd
worden aan de hand van prijzen in een bepaalde basisperiode. In de basisperiode is het reële bbp gelijk aan het
nominaal bbp.
Een betere maatstaf om de verschillende bbp’s te vergelijken is het bbp per capita. Hierbij wordt het bbp
gedeeld over het aantal inwoners. De human development index (HDI) probeert ook alle activiteiten die buiten
een marktomgeving plaatsvinden te verwerken.
De hoogte van het bbp wordt bepaald door:
- Aanbodfactoren: effect op de productiecapaciteit. De factoren die de hoogte van de
productiecapaciteit bepalen zijn lange termijn of structurele factoren. Bevolking, kapitaal, …
- Vraagfactoren: Vraagfactoren zijn van conjuncturele aard. De hoogte van de vraag komt van de
gezinnen, overheid, bedrijven en het buitenland. Het is fluctuerend zowel op KT als LT.
,HET BBP METEN
De economische activiteit binnen een jaar kan op 3 manieren gemeten worden:
- Consumptiebenadering: de som van de uitgaven (consumptie). Het bestedingsbedrag en de waarde
van de finale goederen optellen.
- Inkomensbenadering: de som van de beloning van de productiefactoren. Er wordt gekeken naar hoe
het inkomen gevormd wordt, door lonen, winsten en indirecte belastingen op te tellen.
- Productiebenadering; de som van alle toegevoegde waarden door de producenten in één jaar.
De drie voeden elkaar en zijn na verloop van tijd gelijk aan elkaar.
Finale goederen zijn goederen die in de beschouwde periode niet opgegaan zijn in de
productie van andere goederen = goederen die geconsumeerd zijn in de beschouwbare
periode + voorraadtoename van afgewerkte producten en intermediaire producten.
INKOMENSBENADERING
De som van de beloning van de productiefactoren. Er wordt gekeken naar hoe het inkomen gevormd wordt
door de lonen, winsten en indirecte belastingen op te tellen.
PRODUCTIEBENADERING
In de productiebenadering tellen we alle toegevoegde waarden op van een bedrijf in een bedrijfskolom. In de
bedrijfskolom staan bovenaan de grondstoffen en onderaan de kleinhandel. Bij elke stap wordt er waarde
toegevoegd aan het product.
De bruto toegevoegde waarde per schakel is de marktprijs min de aankoopprijs. De bruto toegevoegde waarde
wordt door de schakels aangewend om arbeid en kapitaal te vergoeden.
De netto toegevoegde waarde is de bruto toegevoegde waarde min de afschrijvingen. Het is de beloning van
de productiefactoren arbeid en kapitaal of ook het netto-inkomen. De winst is de vergoeding voor het
ondernemerschap, de interest voor het ter beschikking stellen van kapitaal.
DE HELE WERELD IS ÉÉN GROTE ECONOMISCHE KRINGLOOP
Economische kringlopen zijn een schematische weergave van de goederen- en geldstroom in een land of regio.
DE EENVOUDIGE ECONOMISCHE KRINGLOOP
In de eenvoudigste vorm worden de huishoudens tegenover het
bedrijfsleven geplaatst. Dit is een gesloten economie, zonder
relaties met het buitenland en zonder overheidstussenkomst.
Produceren is het combineren van productiefactoren. Het resultaat
is dat er producten worden gemaakt, inkomens verdiend en met
die inkomens worden weer producten gekocht.
Er zijn twee sectoren aanwezig: de gezinnen en bedrijven. Er
kunnen 2 stomen onderscheden worden, de geld- en goederenstroom. De witte stroom is de goederenstroom:
- Bedrijven produceren goederen die consumenten gebruiken
- Consumenten leveren arbeid, kapitaal en grondstoffen aan. De productiefactoren.
, De zwarte stroom is de geldstroom:
- De consument ontvangt loon van de producent voor de geleverde arbeid (Y)
- De consumenten besteden hun loon aan consumptie (C)
Y=C
Er is geen overheid en buitenland, de gezinnen sparen niet en bedrijven investeren niet.
GESLOTEN KRINGLOOP ZONDER OVERHEID
Er wordt nu wel gespaard en geïnvesteerd. Er zijn nu ook financiële
instellingen in de kringloop aanwezig.
De banken halen hun geld op bij de consumenten. Deze sparen (S) een
deel van hun inkomen. De inkomens worden niet meer volledig aan
consumptie gespendeerd, we krijgen Y = C + S
Met het ontvangen spaargeld kunnen banken investeren in bedrijven (I). De producenten verkrijgen hun
inkomende geldstroom niet enkel meer van consumptie, maar ook van investeringen. Y = C + I
Uit bovenstaande twee vergelijkingen is af te leiden dat in deze kringloop geldt S = I
GESLOTEN KRINGLOOP MET OVERHEID EN BANKEN
Gezinnen betalen nu ook belastingen aan de overheid (T). De
consumenten kunnen hun totale inkomen niet meer volledig aan
consumptie spenderen. Y = C + S + T
De overheid zal met hun belastinggeld overheidsuitgaven doen bij
de bedrijven (G)
De producenten verkrijgen hun inkomende geldstroom niet enkel
meer van de consumptie, maar ook deels via overheidsbestedingen en de investeringen. Y = C + G + I
C + S + T = C + G + I S + T = G + I (S – I) (=spaarsaldo) + (T – G) (=overheidssaldo) = 0
De tekorten van de overheid worden gefinancierd met het spaarsaldo.
OPEN KRINGLOOP MET DE OVERHEID, BANKEN EN HET BUITENLAND
Dit laatste model is een open model. De bedrijven exporteren
goederen en diensten (X). Het zijn bestedingen van het buitenland
die wij ontvangen. De bedrijven importeren goederen en diensten
(M). Dit zijn de ontvangsten van het buitenland door onze import.
Consumenten besteden hun inkomens (Y) door te consumeren,
sparen en belastingen te betalen. Y = C + S + T
Het nationaal inkomen wordt gevormd door de productie van de
producenten. Y = C + I + G + (X -M)
De vergelijking van de inkomensbesteding is C + S + T = C + I + G + (X-M) ( S – I) + (T – G) = (X – M)
Het particulier spaarsaldo plus het overheidssaldo is gelijk aan het saldo op de lopende rekening.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarieVincke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.