Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Kuby Immunology (Jenni Punt, Sharon Stranford, Patricia Jones, Judith A. Owen) H3, 6, 7, 11, 12 en 14 €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Kuby Immunology (Jenni Punt, Sharon Stranford, Patricia Jones, Judith A. Owen) H3, 6, 7, 11, 12 en 14

6 revues
 141 vues  26 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Complete samenvatting voor het vak Immunologie 2 (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, research) gebaseerd op alle gegeven theorielessen en het boek Kuby Immunology. Let op: niet alle hoofdstukken worden helemaal behandeld, alleen de onderdelen die relevant zijn voor het tentamen (8e editie):...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 34  pages

  • Non
  • H3, 6, 7, 11, 12 en 14
  • 22 mai 2020
  • 34
  • 2019/2020
  • Resume

6  revues

review-writer-avatar

Par: michaeldijkhuis31 • 4 mois de cela

review-writer-avatar

Par: elangpoort • 2 année de cela

Traduit par Google

great summary!

review-writer-avatar

Par: jurfenswes • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: HA22 • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: esther_deboer • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: lobkementink • 4 année de cela

Traduit par Google

Good summary!!

avatar-seller
Immunologie 2

Het verworven immuunsysteem kan in twee onderdelen worden verdeeld
1. De humorale respons
a. B cellen → wordt geactiveerd door extracellulaire pathogenen met als doel dat

er plasmacellen worden gevormd met antilichamen
2. De cel gemedieerde respons
a. TC cellen → kan een intracellulaire infectie herkennen
b. TH cellen → kan detecteren wat voor infectie er gaande is door binding aan

een MHC 2 receptor en kan vervolgens cytokines uitscheiden

Chapter 3 pagina 69-90

Receptor-ligand interacties
- Binding via vele niet-covalente bindingen
- H2O bruggen
- Ionische bindingen
- Van der Waals krachten
- Hydrofobe interacties
→ alleenstaand zwakke bindingen maar hoe meer bindingen er plaatsvinden
hoe sterker de binding tussen ligand en receptor
- Voorbeeld: antigen (ligand) - antilichaam (receptor)
- Zijn een antigen en antilichaam goed complementair → veel niet-covalente
bindingen
- Sterkte van een binding wordt aangegeven door Ka (association constant) =
affiniteit van het receptor-ligand paar
- Ag + Ab ⇔ AgAb
- k1 = association rate → snelheid van de vorming van het
complex
- Hoe groter k1 hoe sneller de reactie naar rechts
verloopt
- k-1 = dissociation rate → snelheid van het uit elkaar vallen van
het complex
- Ka = k1 / k-1
- Ka = [AgAb] / [Ab] * [Ag]
- Interacties zijn multivalent = er vinden meerdere bindingen plaats
- Verhoogt de aviditeit (= som van de affiniteit)
- Als een binding van een antigen - antilichaam niet zo sterk is, zijn er
meerdere bindingen waardoor toch een sterke binding kan ontstaan
- IgM is een pentameer → hoge aviditeit


1

,De twee belangrijkste immuun receptoren zijn BCR en TCR → deze kunnen binden aan een

ligand

Immuun Receptoren
- Bevatten immunoglobuline domein → bolletje van antiparallelle beta sheets
- Daarom vallen immuun receptoren onder de immunoglobuline familie
- Kunnen een transmembraan en cytosolic deel hebben of zijn secreted
- BCR heeft een transmembraan en cytosolisch deel
- Kunnen worden uitgescheiden (secreted) en heten dan antilichamen
- BCR die worden uitgescheiden missen een carboxyl terminus
- TCR zijn altijd transmembraan met een cytosolisch deel voor intracellulaire
signalering
→ dus BCR’s en TCR’s vallen onder de immunoglobuline familie

B-cell receptor (BCR)
- Membraan gebonden vorm
- Transmembraan segment → zorgt ervoor dat de
receptor in het membraan vast zit

- Cytosolisch segment → zo klein dat er geen
signalering afgegeven kan worden
- Igα en Igβ zijn verantwoordelijk voor de
signalering
- Secreted vorm (antilichaam)
- Transmembraan segment is vervangen door een hydrofiel segment

Opbouw van zo’n BCR of antilichaam
- Bestaat uit twee identieke zware en twee identieke lichte ketens (in totaal 4

peptideketens) → homodimeer
- Verbonden door zwavelbruggen
- Symmetrisch vanuit het midden
- Beschikt over een variabel gedeelte (v) en constant gedeelte (c)
- Aan het constante gedeelte zit een carbohydrate (CHO) → suikergroep
waardoor complement beter kan binden
- Het variabele deel is bepalend of een antigeen kan binden
- Er zijn verschillende typen lichte ketens: κ of λ




2

, - Er zijn verschillende typen zware ketens: μ, γ, α, δ of ε
- Wordt bepaald door de aminozuurvolgorde
- μ (mu) → IgM

- γ (gamma) → IgG

- α (alfa) → IgA
- δ (delta) → IgD
- ε (epsilon) → IgE

→ bepaalt de effector functie van het
antilichaam wanneer het antilichaam gebonden is aan een
antigen

Details variabele delen van een antilichaam (vL en vH)
- Bevatten drie hypervariabele regio's → regio’s waar op bepaalde plekken heel veel

verschillende aminozuren voorkomen
- Regio’s komen samen en dit is het antibody combining site (hier wordt het
antigen gebonden)
- Dus de hypervariabele regio is bepalend voor waar en/of het antigen
gebonden wordt
- Drie verschillende hypervariabele regio’s: CDR1, CDR2, CDR3
- Hier is de variabiliteit vele malen hoger dan op andere plekken
- Complementarity determining region (CDR) = regio die bepaald of iets
complementair is of niet (bijvoorbeeld het antilichaam aan het antigen)
- Polypeptideketens van de variabele delen zijn <120 aminozuren

Rekenen aan variabiliteit
Variabiliteit = (aantal verschillende aminozuren die op een gegeven plek voorkomen) / (de
frequentie van het meeste voorkomende aminozuur op een bepaalde plek)
- Hier rekenen je met de frequentie in fractie
- Hoogste variabiliteit in de regio’s waar de β-sheet worden verbonden door loops
- Hier bevinden zich de hypervariabele regio’s
- Hoe minder vaak een bepaald aminozuur op een bepaalde plek voorkomt hoe hoger
de variabiliteit
- Hoe meer verschillende aminozuren op een bepaalde plek voorkomen hoe hoger de
variabiliteit

Voorbeeld: Je hebt een sample met 100 zware ketens en op aminozuur nummer 7 komt van
de 100 zwarte ketens bij 51 van de zware ketens komt serine voor. Op de 49 andere ketens
komen verschillende aminozuren voor: proline, histidine, tryptofaan en glutamine. Berekende
variabiliteit op plek nummer 7.
- Frequentie = 51/100 = 0,51.
- Variabiliteit = ,51 = 9,6

Details constante delen van een antilichaam (cL en cH)



3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sannewitziers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  26x  vendu
  • (6)
  Ajouter