OEFENINGEN
FINANCIEEL MANAGEMENT
IN DE PUBLIEKE SECTOR
Prof. dr. Stijn Goeminne
Universiteit Gent
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
FINANCIËLE GEGEVENS
Gegeven de financiële info van organisaties A & B, welke organisatie zal u verkiezen?
FINANCIEEL MANAGEMENT VERSUS BOEKHOUDMANAGEMENT
Voorbeeld: Een handelaar kocht handelsgoederen in voor 80.000 euro. Deze werden betaald bij levering tegen
ontvangst van de aankoopfactuur. Deze goederen zijn ondertussen verkocht voor 100.000 euro. De
verkoopfacturen zijn verstuurd, de kopers hebben echter nog voor 30.000 euro facturen onbetaald gelaten.
HOOFDSTUK 2: ONTVANGSTEN
ONROERENDE VOORHEFFING EN OPCENTIEMEN
,Voorbeeld: Veronderstel een eigenaar met een woning gelegen in Waregem met een (niet- geïndexeerd)
kadastraal inkomen van 1.000 euro. De indexatiecoëfficiënt voor aanslagjaar 2020 bedraagt 1,8230. Het OV-
tarief in Vlaanderen bedraagt 3,97%. De provincie West-Vlaanderen heft een OOV-tarief van 186,22 opc. De stad
Waregem heft een OOV-tarief van 1006 opc.
De onroerende voorheffing voor het Vlaamse gewest wordt berekend als:
1000 x 1,8230 x 3,97% = 72,37
De opcentiemen voor de provincie West-Vlaanderen wordt berekend als:
(1000 x 1,8230 x 3,97%) x 186, = 134,77
De opcentiemen voor de stad Waregem wordt berekend als:
(1000 x 1,8230 x 3,97%) x = 728,07
Het totaalbedrag van 935,21€ wordt geïnd op basis van 1 aanslagbiljet door de Vlaamse belastingdienst. De
bedragen voor provincie en gemeente worden doorgestort na afhouding van een kleine administratieve
inningskost.
AANVULLENDE PERSONENBELASTING (APB)
Voorbeeld: Veronderstel een inwoner van Waregem met een belastbaar inkomen van 50.000 euro die na aftrek
van een aantal verminderingen en toepassing van de geldende tarieven een bedrag van 18.000 euro
personenbelasting verschuldigd is. De stad Waregem heft een APB-tarief van 6,8%.
De aanvullende personenbelasting voor de Stad Waregem wordt berekend als:
18000 x 6,8% = 1224
Het totaalbedrag van 19.224 euro (18000 + 1224) wordt op basis van 1 aanslagbiljet door de Federale
belastingdienst geïnd. Het bedrag voor de gemeente wordt door de Federale fiscus doorgestort naar de
gemeentekas (na afhouding van een kleine administratieve inningskost).
HOOFDSTUK 3: UITGAVEN
//
HOOFDSTUK 4: BEHEER VAN FINANCIËLE STROMEN
//
, HOOFDSTUK 5: HET BUDGET
LIQUIDITEITENBUDGET 1
Concreet met dus een tabel opgesteld worden, waarbij gestart wordt met een beginsaldo in kas/op rekening.
Daarna neem je alle verwachte ontvangsten op, gevolgd door alle verwachte uitgaven. Deze volgen uit de
vertaling van het operationeel budget, maar leid je hier af uit de opgave. Beginsaldo plus de ontvangsten min de
uitgaven geven een eindsaldo. WVI stelt als minimumvereiste dat je bij het begin van elke maand (dit is ook het
eindsaldo van vorige maand) minimaal 2.500 euro in kas/op rekening is. Is dit niet het geval, dan gaat ze een
kortlopend krediet aan met de modaliteiten zoals hierboven beschreven. Hoewel in de tabel het bedrag van het
krediet als sluitstuk van de maand wordt weergegeven, gebeurt de bepaling van het bedrag dus vooraf (we
schatten het bedrag in op basis van de raming van de verwachte toekomstige ontvangsten en uitgaven), zodat
op het einde van de maand/begin van de volgende maand niet onder het vooropgestelde minimum van 2.500
euro wordt gegaan, gegeven de verwachte toekomstige ontvangsten en uitgaven.
Betreffende de werking geeft het operationeel budget volgende verwachte activiteiten weer:
§ In maart verpakte WVI 25.000 goederen, in april 30.000 goederen;
§ Het orderboekje is goed gevuld. De opdrachten voor de komende maanden mei, juni en juli worden op
respectievelijk 35.000, 40.000 en 50.000 te verpakken goederen geschat;
§ De arbeid kan vrij flexibel ingezet worden in functie van de verwachte bedrijfsdrukte;
§ WVI zal de verpakkingsmaterialen (karton, plakband, etiketten,...) niet zelf produceren, maar aankopen
bij leveranciers;
§ Voor de werking blijft een gebouw gehuurd, een labelapparaat zal moeten vervangen worden.
Betreffende de financiën zijn volgende gegevens beschikbaar:
§ Het kassaldo op 1 mei wordt verwacht 3.000 euro te bedragen
§ De verkoopprijs per verpakt product bedraagt 1 euro;
§ Om de klantenrelaties te optimaliseren wordt een betalingsuitstel van max. 2 maand toegestaan. Op
basis van het verleden weet WVI dat 20% van de klanten toch onmiddellijk cash betaalt, 60% wordt
binnen de eerstvolgende maand betaald, 20% binnen de twee maanden;
§ In geval van liquiditeitsproblemen kan een kortlopend krediet aangegaan worden. Interest bedraagt 2%
per maand op het openstaande bedrag, betaling interest eind volgende maand. Terugbetaling van de
kredietopnames na 4 maand, eveneens betaling einde maand. Er is nog een openstaand kredietbedrag
van 1.250 euro (van een opname in maart).
§ Kassaldo’s boven 2.500 euro worden aangehouden op rekening en niet belegd;
§ Het labelapparaat zal in mei voor het laatst afgeschreven worden voor 600euro en wordt daarbij
vervangen op 10 mei door een nieuw toestel. Aankoopprijs bedraagt 2.900 euro. Betaling zal gebeuren
na 60 dagen via overschrijving.
§ In juli verwacht WVI een werkingssubsidie van 14.600 euro te ontvangen van de Vlaamse overheid;
§ Naast de ontvangsten uit de omzet en de subsidie, zijn er ook nog 4.000 euro aan diverse ontvangsten
per maand (omzet uit refter, drankautomaten, giften,...);
§ De aankopen van verpakkingsmateriaal en diverse goederen wordt geschat op 24.500 euro, 35.000 euro
en 40.000 euro in de respectievelijke maanden mei, juni en juli. Om een just-in-time levering te
bekomen en zo de voorraden te beperken, worden de leveranciers steeds onmiddellijk betaald;
§ De huur van de gebouwen bedraagt 1.000 euro per maand, betaald via doorlopende opdracht op de
eerste dag van de maand;