Business Management & Entrepreneurship
Hogeschool Vives
2019-2020
, Deel 1 – Fundamentele
elementen van het
economisch recht
1 De bronnen van het economisch recht
1.1 Wetgeving
A. Het internationale recht
Het internationale recht is niet weg te denken uit het economisch recht. Er is in
de eerste plaats het traditionele internationaal recht (bi- en multilaterale
verdragen) maar bovenal wordt deze rechtstak bepaald door het rechtskader van
de Europese Unie.
B. Het traditionele internationale recht
Hier gaat het om een aantal bi- of multilaterale verdragen tussen soevereine
staten. Ze komen tot stand door onderhandeling en worden van kracht als en
wanneer de nationale parlementen ze goedkeuren (ratificeren).
De Europese verdragen en de verdragen gesloten door de Europese Unie kunnen
geconsulteerd worden op www.eur-lex.europa.eu. De verdragen die België heeft
gesloten, zijn opgenomen in een verdragendatabase op de website van de FOD
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
C. De Europese Unie
De Europese Unie is bij uitstek een “supranationale politieke instelling”. Dit
betekent dat de EU zelf politieke organen en procedures heeft om wetgeving uit
te vaardigen.
Sinds 1 december 2009 werkt de EU op basis van het Vedrag van Lissabon, dat
o.a. deze bevoegdheden regelt.
De Europese Unie heeft daartoe 5 instellingen:
1. het Europees Parlement
2. de Raad (van de Europese Unie)
3. de Europese Commissie
4. het Hof van Justitie van de Europese Unie
5. de Rekenkamer
Het Europees Parlement en de Europese Raad zijn de wetgevende organen van
de EU. Ze werken voor de meeste aangelegenheden op voet van gelijkheid.
Alleen de Europese Commissie kan het initiatief nemen om wetgeving voor te
stellen.
1
,Naast de verdragen (afspraken over werking en bevoegdheden van de EU) zijn er
3 vormen van Europese wetgeving die de instellingen kunnen vervaardigen:
richtlijnen, besluiten en verordeningen.
De nationale overheden van de lidstaten zijn verplicht om de richtlijnen op te
nemen en te verwerken in hun eigen wetgeving. Richtlijnen kunnen heel “streng”
zijn en laten de lidstaten weinig of geen bewegingsruimte over hoe ze om te
zetten: dit noemt men “harmonisatierichtlijnen”.
Verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die
rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten.
Besluiten bevatten bijzondere besluiten die alleen op de uitdrukkelijk aangeduide
bestemmeling van toepassing zijn. Voor de studie van het economisch recht zijn
ze minder van belang.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft als taak ervoor te zorgen dat de
lidstaten en de instellingen van de EU de verdragen en andere wetgeving
naleven.
D. Nationale wetgeving
Nationale wetgeving is in het algemeen de wetgeving die in een bepaald land
uitgevaardigd werd. In bepaalde landen, zoals België, omvat dit ook de
“regionale wetgeving”.
In het economisch recht zijn de meeste relevante wetten federaal, maar voor
specifieke domeinen zijn de gewesten bevoegd.
Op het vlak van nationale wetgeving zijn op dit moment de belangrijkste
wetten:
Het Wetboek van Economisch Recht (WER)
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Daarnaast is er ook het restant van het Wetboek van Koophandel, dat intussen in
grote mate werd uitgehold. Het Wetboek van Koophandel wordt ondertussen “het
Wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen”
genoemd.
Verder is ook het Burgerlijk Wetboek (BW) van belang. Belangrijke regels uit het
burgerlijk recht gelden in het economisch recht evenzeer, zoals bijvoorbeeld
bijzondere contracten zoals koop-verkoop.
Een voorbeeld van gewestelijke wetgeving is het Taaldecreet.
2
, 1.2 Rechtspraak (geen rechtsbron, niet-afdwingbaar)
Het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges vormt de
rechtspraak. Hoewel die rechtspraak juridisch niet bindend is, is ze toch heel
belangrijk, want ze vormen een precedent.
1.3 Gewoonte (rechtsbron, afdwingbaar)
Gewoonterechtelijke regels zijn gebaseerd op welbepaalde en herhaalde
handelswijzen die als algemeen verbindend worden aanvaard. De wetgever
verwijst er soms naar.
Het bekendste voorbeeld van een gewoonte in het ondernemingsrecht is het
vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers die
contractueel verbonden zijn ten overstaan van hun schuldeiser.
Daarnaast zijn er nog de handelsgebruiken die in bepaalde sectoren van handel
en industrie gelden, bijv. in de diamantensector.
1.4 Rechtsleer (geen rechtsbron, niet-afdwingbaar)
Het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden noemen we de
rechtsleer.
De rechters zijn niet gebonden door deze studies, maar de rechtspraak wordt er
wel door beïnvloed. Zodoende vormt de rechtsleer een indirecte rechtsbron.
2 De ondernemingsrechtbank
2.1 Samenstelling
In de lokale afdeling telt de ondernemingsrechtbank, afhankelijk van de grootte
van de afdeling, meerdere kamers. Elke kamer bestaat uit een voorzitter
(beroepsmagistraat) en twee lekenrechters, de “rechters in ondernemingszaken”.
Deze bijzitters komen uit het bedrijfsleven. Ze moeten geen juridische opleiding
hebben en worden benoemd door de Koning voor een hernieuwbare periode van
5 jaar.
Het voordeel van deze samenstelling is dat de lekenrechters meer voeling
hebben met de ondernemingen en het economisch leven.
De rechtbank wordt verder bijgestaan door een griffier en moet in een aantal
gevallen het advies horen van een magistraat van het Openbaar Ministerie. Het
ambt van het Openbaar Ministerie wordt waargenomen door de Procureur des
Konings, bijgestaan door substituten.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur student00111. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.