Samenvatting dans 1e jaar kleuteronderwijs semester 2. Alles is opgesteld in zinvragen waardoor het makkelijk is om te leren. Er staan ook kleuren in wat het leren ook makkelijker maakt.
Wat zijn de bouwstenen + elementen van dans?
Ruimte
Richting = iedere beweging verloopt in een bepaalde richting:
voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, links en rechts (hoofdrichtingen)
Patronen = patroon dat je volgt op de vloer richting kan vast of
veranderen
Ruimtelagen = dit kan hoog (armen optillen) , midden (voorover
buigen) of laag (contact met de vloer) zijn
Opstelling = situering in de ruimte, je kan de volledige ruimte gebruiken
of op je eigen plaats blijven
Opdracht: kleuters hebben een denkbeeldig penseel, kunnen
jullie op muziek een groot kunstwerk maken? Schilder de ruimte
maar vol, wie kan van steen tot steen springen naar de
overkant
Tijd
Tempo = beweging snel of traag uitvoeren, versnellen of vertragen
Maat = regelmatig of onregelmatig, meebewegen met bepaalde
accenten, ritme
Duur = korte en plotse bewegingen vs lange en aangehouden
bewegingen
Opdracht: door elkaar stappen en wie je tegenkomt begroeten,
kleuters zijn een auto die altijd stilvalt en weer vertrekt
Vorm
Grootte = je lichaam groot of klein make, grote of kleine beweging
uitvoeren
vorm = open, gesloten, hoekige of ronde vormen maken met je
lichaam, statische en dynamische houdingen
kracht
Spierspanning = : gespannen (vb. ‘houten pop’) en ontspannen
(vb. ‘slappe pop’) bewegingen, je kan spanning ook langzaam
opbouwen of laten afnemen
Gewicht = bij de tegenstelling tussen ‘zwaar’ (vb. zoals olifant) en
‘lichtvoetig’ (vb. zoals een insect op het wateroppervlak) speelt de
zwaartekracht (gewicht) een grote rol evenwicht heeft te maken met
,zoeken naar stabiliteit
Energie = dit gaat over sterke vs zwakke energie en de overgangen
daar tussen (plotseling of geleidelijk) energiegebruik is heel bepalend
voor dynamiek
Opdracht: kleuters stampen op muziek met voeten, als de
muziek speelt mag je bewegen als hij stopt moet je bevriezen
structuur
Bewegingszin = bewegingen met een duidelijk begin en einde
(herhaling van bewegingen)
Volgorde = ordening van verschillende bewegingen tot één geheel het
gaat over het maken van bewegingszinnen met een begin, verloop en
einde, kan gekoppeld zijn aan de muziek of het energetisch verloop
van een reeks bewegingen
Relatie
Contrast = de ene persoon of groep danst anders dan de andere
Synchroon = dezelfde bewegingen maken op hetzelfde moment
Inspelen op elkaar = elkaar in beweging zetten door aantrekken en
afstoten, vraag en antwoord
Kennen: beweging ontstaat doordat het lichaam (of een deel
ervan) zich verplaatst door de ruimte, in een bepaalde tijd en
met een bepaalde hoeveelheid kracht.
Bv: al lopend gebruik ik de ruimte.
Wat zijn de werkvormen in dans?
Dansspel
Dansspelen waarin plezier en dansen centraal staat: dansmemory,
dansdirigent, dansdomino
Aandachtspunten: speel dansspelen meerdere keren Gebruik van
muziek is vrij te kiezen. Zorg voor een vrolijk, (instrumentaal) muziekje
dat aanzet tot bewegen
Voorbeelden: dans dirigent: 1 kleuter neemt de leiding en dirigeert
de bewegingen, omgekeerde stoelendans
Doel: plezier maken en ontspannen
Creatieve dans
Dansexpressie = uitvoeren van dansopdrachten die inspelen op
beleving
Dansverhaal/bewegingsverhaal = een verhaal in dans en/of
, bewegingen omzetten
Dansimprovisatie = spontaan verzinnen van bewegingen op
muziek
Dansen met materialen = vanuit opdrachten verzinnen kleuters
bewegingen met het aangeboden materiaal
Dansverhaal: dansopdrachten vanuit een verhaal gecreëerd,
kan voor elke leeftijdsgroep, eerst voorlezen en dan uitdansen
of in stukjes vertellen en dansen
Bewegingsverhaal: in het verhaal stappen en beleven alsof je
het personage bent. Sprookjes, prentenboeken kunnen
gebruikt worden.
Voorwaarden voor een bewegingsverhaal?
bewegingsintensief & groot motorische bewegingen komen
aanbod, weinig of geen gebruik van concreet materiaal
Doelgroep:
oudste: inwerken op de werkelijke wereld van kleuters
jongste: vooruitgang op motorisch vlak, inspelen op
fantasiewereld
Welke praktische tips heb je voor een
bewegingsverhaal?
Vertel vanuit ik-standpunt
Durf kleuters betrekken
Zorg voor een vlot verloop van een geheel
Vertrek vanuit een bestaand verhaal of fantaseer
Wat is een voorbeeld van een bewegingsverhaal?
Bewegingsverhaal: ‘Wij gaan op berenjacht!’
Bouwstenen die aan bod Materiaal : krijt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hirashahx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.