Roobaert – Zorglandschap
1 Structuur en gezondheidszorg
Kennen! Onlosmakelijk verbonden!
Gezondheidszorg = geheel aan activiteiten gericht op behoud en verbetering van gezondheid en welzijn v/
d mensen (meestal nationaal bekeken)
geen statisch geheel, maar deel van groter systeem (overheid) dat beïnvloedt wordt door noden
probeert het verlies aan gezondheid te herstellen, gezondheid te behouden en te bevorderen
vele vakgebieden: geneeskunde, verpleegkunde, GGZ, farmacie, gehandicaptenzorg
verschillen qua functie en structuur onderling groot
Zorgaanbod kunnen we op manieren bekijken: onderscheid nooit helemaal duidelijk!
1.1 Onderverdeling obv aard: cure, care en preventie
Cure = curatieve zorg, behandeling van ziekten met het oog op genezen of bevorderen van herstel
Tijdelijk tot de genezing, maar lukt niet altijd
ZKH, kortdurende GGZ, huisarts, fysiotherapie, farmacie, tandarts, …
bv. operatie, revalidatie, …
Care = verzorging, handhaven of verkleinen van nadelen van ziektes, stoornissen en beperkingen
Tijdelijk of langdurig
Verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, langdurige GGZ
bv. palliatieve zorg, WZC, revalidatie, ..
Onderscheid niet altijd duidelijk: bv. in GGZ zowel care als cure & cure kan ook langdurig zijn (revalidatie)
Preventie
Gezondheidspromotie (= gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO))
o Proces waardoor mensen/groepen meer controle krijgen over determinanten van hun
gezondheid & zo hun gezondheid te verbeteren (volgens WHO)
o bv. gezonde hapjes voor kleuters
Ziektepreventie
o Primaire preventie: voorkomen van ziekte
o Secundaire preventie: vroegtijdige opsporing en behandeling van ziekte en beperking
o Tertaire preventie: gericht voorkomen van ergere complicaties
Toepassen:
1
,1.2 Onderverdeling obv plaats
Zinvol om groepen hulpverleners te schetsen: hoe en waar kunnen we de zorg van pt. opvolgen en bieden?
Ambulant Residentiëel
= extramuraal, semimuraal of transmuraal = intramuraal
Hulpverler verplaatst zich naar pt of omgekeerd Pt blijft voor behandeling in ZKH/instelling
Extramuraal Semimuraal Transmuraal Intramuraal
Zorg buiten instelling Deels binnen en deels Zorg overheen de Zorg binnen instelling
buiten instelling muren v/e instelling
Pt krijgt een behandeling in ZKH en gaat direct weer naar huis zoals bij nierdialyse = semimuraal
Pr krijgt een specialistische behandeling thuis (bv. chemo voortzetten thuis) = transmuraal
1.3 Echelonnering
Onderverdeling in nulde-, eerste-, tweede- en derdelijnszorg. Echelonnering wordt bepaald door graad van
specialisatie, plaats van de zorg, continuïteit van de zorgverlening en de mate van toegankelijkheid!
Nuldelijnszorg Onbetaalde, vrijwillige, informele zorg die het dichtst bij leefmilieu v/d ZV staat
Hulpverleners die zonder speciale opleiding helpen bij genezings-, aanvaardings-
en verwerkingsproces van een zieke, aandoening of handicap.
Zelfzorg: bewuste handelingen voor je eigen gezondheid preventief of curatief
bv. zelfmedicatie, vitaminen nemen, werken aan conditie, …
Mantelzorg: zorg door mensen uit eigen netwerk van familie, vrienden, buren, …
Vrijwilligerswerk: onbetaalde zorg door mensen die niet tot eigen netwerk horen
Zelfhulpgroepen: mensen die samenkomen met gemeenschappelijke
problematiek, bespreekbaar maken, elkaar steunen & zoeken naar oplossingen
Eerstelijnszorg Professionele hulpverlening waarbij patiënt vlot bereikbaar, ambulant terecht kan
breed spectrum hulpverleners die samenwerken rond patiënt, elk eigen rol vanuit
eigen expertise en in functie van gezondheidsnoden v/d patiënt
huisarts, thuisverpleegkundige, apotheek, tandarts, maatschappelijk werker v/d
mutualiteit, kinesist, …
Tweedelijnszorg Gespecialliseerde zorg- en hulpverleners die na verwijzing geconsoluteerd worden.
Zowel intramuraal, residientieel als ambulant of via polikliniek.
Specialist of arts (NKO, pediater, gynaecoloog, VPK specialist, onco-coach)
Soms vaag: diabeteseducator kan je zowel eerste als tweedelijns consulteren
Derdelijnszorg Super gespecialiseerde zorg, top-geneeskunde na doorverwijzing uit vooral tweede
echelon. Ook zowel ambulant als in ziekenhuis of gespecialiseerde instellingen.
Universitair ZKH, psychiatrisch ZKH, specifieke voorzieningen voor revalidatie, …
Soms vaag: artsen zijn regelmatig actief in tweedelijns- en derdelijnszorg!
Systeem waarbij ZV wordt opgevolgd in verschillende zorgniveau’s die elkaar opvolgen als een trap met
doorverwijzing van eerste, naar tweede, naar derdelijnszorg. Dit geeft veel voordelen!
2
, Verticale subsidiariteit: ZV wordt verzorgd waar dit kwalitatief kan aan de laagste kostprijs
wat bij huisarts kwalitatief kan gebeuren, gebeurt daar ipv. bij specialist (bv. wrat bevriezen)
beperkt kosten voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Duidelijke rolverdeling arts-specialist
eerstelijns huisarts is generalist, weet veel over veel. Stuurt ZV pas door indien hij onvoldoende
kan helpen (generalistische geneeskunde onvoldoende), soort poortwachter.
tweedelijns specialist focust veel expertise op één domein
Systeem is wetenschappelijk verantwoord: maatschappelijk, financieel, organisatorisch als kwalitatief
- Voorzieningen efficiënt gebruikt
- Beperkt kosten voor ziekte- en invaliditeitsuitkering
- Hiervoor en hierdoor is een betere kwalitatieve eerstelijnszorg uitbouwen mogelijk
- Garandeert kwalitatieve zorg
Toch verschillende uitdagingen:
- In België worden principes echelonnering niet altijd even strikt gebruikt
- Patiënten gaan regelmatig rechtstreeks naar specialist: onnodige kost, niet altijd beste zorg
- Verschillende organisatie van verschillende expertises, versnippering van vakgebieden maakt het
o onduidelijk voor patiënten (welke taken en verantwoordelijkheden vind je waar)
o lastig qua regelgevingen en financiëringen
- Samenwerkingsinitatieven en netwerken nodig om het georganiseerd te houden
- Zorgvraag wordt langduriger en complexer: blijft echelonering in de toekomst nog haalbaar? Accent
ligt meer naar eerstelijn, maar kunnen huisartsen de complexiteit nog aan?
1.4 Toepassingen echelonering
3