MENS EN MAATSCHAPPIJ
Hoofdstuk 1: Sociale verbanden
Groeperingen → verzameling mensen die te onderscheiden is van andere mensen (wel of
geen communicatie, wel of geen gem. waarden en normen
Groep
= een verzameling van mensen met een besef van gemeenschappelijke identiteit
- Regelmatig contact
- Gemeenschappelijke waarden en normen
- Gevoelens van samenhorigheid
- leden hebben verwachtingen van elkaar → sociale positie
- Duurzame relaties/ duidelijke posities
- Klas, partnerrelatie, gezin, vriendengroep, klasgroep→ kunnen subgroepen ontstaat
Collectiviteit
- Basis van gemeenschappelijke waarden en normen
- Geen directe interactie met elkaar
VB: supporters Rode Duivels, treinbegeleiders, politieke partij, student aan AP
Sociale categorie (ruime categorie)
- 1 bepaalde eigenschap gemeen
- Geen interactie en communicatie met elkaar
- Geen gemeenschappelijke waarden en normen
VB: alle roodharige, migranten, linkshandigen, hipsters, alle vrouwen, student
Sociale positie
= de plaats die iemand in de maatschappij of groep inneemt in verhouding tot anderen
- De sociale positie en relatie bepalen het sociaal handelen van een persoon
1
,- Iedereen bekleedt verschillende sociale posities tegelijkertijd (zus, vriendin, dochter)
- Positie vertelt iets over hoe iemand zich moet verhouden tot iemand anders
VOORBEELDEN van een sociale positie
- (Job)student, werknemer, stiefzus, lief/vriendin, verkoopster
VOORBEELDEN van een sociale positie met minder waardering
- Migranten, werklozen/werkzoekenden, koningshuis,leerkrachten
Toegewezen of verworven posities:
Toegewezen: Je krijgt deze positie toegewezen zonder dat er persoonlijke inzet nodig voor
was. → koningshuis, kind van, vrouw, vluchteling
Verworven: Je bereikt deze positie door eigen inspanning. → hard werken, diploma’s
behalen, sociale netwerken, bezit van middelenen.
Tijdelijk of levenslange posities:
Levenslang (of heel lange tijd): kind, ouder, man/vrouw, kostwinner
Tijdelijk: kleuter, adolescent, afgestudeerde, werkzoekende
Vluchtig: cliënt, patiënt, taxipassagier
Sociale rol
= gedrag dat men verwacht van een persoon in een bepaalde sociale positite of situatie. Dit
gaat zowel over rechten als plichten. Maakt samenleving voorspelbaar
Sociale rol is de verwachting die men heeft ten aanzien van het gedrag
→ lector heeft de plicht om de leerstof te beheersen en deskundig over te brengen. Maar
hij heeft ook het recht om een student te buizen wanneer deze een onvoldoende haalt
Rolgedrag:
= als men een gedrag laat zien dat past bij zijn sociale positie (vaste patronen, niet in de
wet) Als iemand iets in zijn rol verandert, heeft dit effect op de interactie tussen de
betrokkenen Bv. de flexibele opvoeder gaat zich plots niet meer flexibel opstellen,
rolconflicten
Kenmerken sociale rollen en rolgedrag:
- Rollen zijn complementair ten opzichte van elkaar
2
, → de ene kan niet bestaan zonder de andere bv. je kan de rol ouder niet uitvoeren
zonder kinderen
- Rolgedrag is geïnstitutionaliseerd
→ vaste gedragspatronen, bij een sociale rol verwachten we een combinatie van
gedragingen, niet in wet geschreven
- Rolgedrag vloeit voort uit een samenspel van verwachtingen
gebaseerd op gewoonteregels en conventies
- Rolattributen maken het samenspel met anderen makkelijker
→ uniformen, naamkaartje
→ statussymbolen: dure auto, merkkleding (onderhevig aan tijd, cultuur en plaats)
- Rolgedrag kan veranderen naargelang tijd en plaats
→ leerkrachten nu & leerkrachten vroeger, artsen hier en artsen in Afrika
- Rolgedrag is aangeleerd
→ vanuit opvoeding, socialisatie
- Rolgedrag oefent een bepaalde dwang uit op het individu
→ verwachtingen, sociale controle
→ bij niet correct uitoefenen volgt negatieve sanctie, vieze blik, boete, uitsluiting
- sociale rollen hebben voor- en nadelen:
Voordelen sociale rollen:
→ We weten wat we van de anderen kunnen verwachten
→ Sociale rollen maken de samenleving voorspelbaar en makkelijker
→ V
eel rollen doen we automatisch -> tijd vrij voor andere gedragsmogelijkheden
→ Na
een tijd gaat een wijziging ontstaan in een verwacht rolgedrag. Bv. dokters
dragen bijna geen witte jassen meer in hun praktijk
Nadelen sociale rollen:
→ R
ollen beperken onze individuele vrijheid
→ N
iet al ons gedrag wordt bepaald door een rol
3