Beschrijving van alle woordjes uit studiegids geschiedenis (corona-editie), beschrijvingen gehaald uit eigen notities van de les, powerpoints en cursus. 12/20 in eerste zit
Olivia Galle
1. Berlijnse muur:
a. Berlijnse muur verdeelde Oost en West Berlijn (sinds 1961)
i. Oost-Duitsland was communistisch
b. 1989: val Berlijnse muur → einde Koude oorlog
i. Door: communicatiefout, communisme verzwakt
ii. Einde verdeling tussen kapitalisme en communisme
iii. Echte einde WOII
2. Tiananmen-plein: (= plein van hemelse vrede)
a. 1989: Peking mensen in protest op plein (niet tegen communisme)
i. Mensen wouden meer individuele vrijheid
b. Neergeslagen met militair geweld (tegen protesters die geen wapens hadden)
c. Tankman die tanks stopte door er zelf voor te gaan staan en eigen leven te
riskeren
d. Militairen wonnen en communisme bleef bestaan
e. Economische groei in China door beperken vrijheid inwoners
3. Arabische lente:
a. 2010: begin in Tunesië, nadien veel opstanden in Arabische landen
b. Egypte 2011: bevolking eist vrijheid en democratie, strijd tegen corruptie
i. Dictatuur beëindigt met geweld het protest
c. Opstand in Egypte zette mensen in andere Arabische landen aan tot protest
d. Niet echt fundamentele veranderingen na opstanden, zorgde wel voor
instabiliteit
4. Fukuyama:
a. Francis Fukuyama (socioloog, politicoloog, filosoof): boek The end of history
(1989) en the Last man (1992)
i. Op moreel, politiek & economisch vlak is de democratie het beste
systeem
ii. Geschiedenis = dialectisch proces tussen meester en slaaf die samen
tot synthese moeten komen om samen te leven
iii. Moeilijk om socialisme/communisme in overeenstemming te brengen
met democratie daardoor beroep op kapitalistische of
sociaaldemocratische markt
b. Communisme is verslagen
c. Zullen geen oorlogen meer zijn want alle tegenstellingen zijn verdwenen
5. Huntington:
a. Samuel P Huntington (politicoloog, academicus): boek The clash of
civilizations and the remaking of world order (1996)
i. Geen conflicten meer door verschil ideologie (kapitalisme-
communisme)
ii. Conflicten door religieuze verschillen (na Koude Oorlog)
iii. Oorlogen zullen niet tussen landen gevochten worden maar tussen
culturen
6. Trump en de burgerlijke staat:
a. Burgerlijke rechtsstaat = staatsvorm gebaseerd op filosofen uit verlichting
i. Volkssoevereinitiet
ii. Verdeling macht over uitvoerende en rechterlijke macht
b. Actualisatie van State of Union toegepast op Trump:
i. Uitvoerende macht (president) → liegt
1
, Olivia Galle
ii. Rechterlijke macht spreekt Trump vrij in impeachment procedure
iii. Wetgevende macht staat onder invloed van Trump
c. Idealen van 18e eeuw State of Union onder druk (geen echte scheiding der
machten meer)
7. Ancien Régime (+-1450-1800):
a. Periode in middeleeuwen in West-Europa
b. Steunt op God en traditie (denken bepaalt door God en kerk) →
obscurantisme
c. Standensamenleving (adel aan top, geen sociale mobiliteit mogelijk)
d. Niet democratisch en industrieel
e. Autarkische landbouw met weinig handel
8. Commons:
a. Betekenis:
i. Gemene gronden (grond die van niemand is, niet gecultiveerd)
ii. Mocht door iedereen gebruikt worden (sociale controle tegen
plunderen)
iii. Noodzakelijk voor boeren om te overleven
b. Gevaar: indien geplunderd door 1 persoon heeft niemand anders nog iets
c. Probleem door weinig regels: plunderen, geen ondersteunende functie meer
voor gemeenschap (The tragedy of the commons)
d. Hedendaagse commons:
i. Water rivieren en oceanen (van niemand, regels over vervuiling maar
geen eigendom)
ii. Lucht
9. Enclosures:
a. Take off industriële revolutie Engeland: ontginning commons → commons
worden privébezit
b. Enclosures = beweging waarbij adel via wetgeving commons privatiseerde
c. Gevolg:
i. Sociaal drama:
1. Boeren konden pacht niet meer betalen → landloos →
loonknecht in grote boerderij of loonarbeider in stad
2. Landlopers → typische Britse armoede
ii. Ontstaan agrokapitalisme:
1. Rijke grootgrondbezitters investeren in industrie
2. Landbouw dient niet meer voor voedselproductie maar voor
winst
d. Slotbeeld landbouw:
i. Efficiënt en winstgevend
ii. Genoeg voedsel voor gestegen bevolkingsaantal
iii. Ontstaan grote kapitalen
iv. Ontstaan arbeidsreserve
10. Cottage industry:
a. Economie verandert rond 1750 (boeren proletariseren, hebben enkel lijf om in
levensonderhoud te voorzien)
i. Door verliezen commons, gronden, vee…
ii. Landbouw niet meer leefbaar → andere manier van geld verdienen
iii. Eerst: thuis bijderdienste (cottage industry)
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur olivia1galle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.