Samenvatting Professioneel Redeneren 3
Evidence Based Practice (EBP) / Evidence Informed Practice (EIP)
Onderzoeksvraag:
• Klinisch probleem
• Diagnostiek: Informatie verzamelen, hoe kan ik handelen, functies, gevolgen in kaart
brengen
• Effect van interventies: welke interventie of therapie is de beste methode
• Prognostiek: welke factoren hebben invloed op evolutie, het ontstaan, etc.
→ Aan de hand van pico- regel (zie dat de vraag beantwoord kan worden, dus houdt het
algemeen. Niet te specifiek gaan, want dan vind je niks)
P = patiënt of probleem (Wie, bv. mensen met een depressie)
I = interventie (Wat, test/meetinstrument – blootstelling risicofactor)
C = co-interventie (Wat ook, gouden standard – geen blootstelling) → Niet altijd aanwezig
O = outcome of resultaat (Waarom, kwaliteit van de test – optreden ziekte na blootstelling)
* Als C normale therapie is, is I nieuwe therapie.
Methode literatuuronderzoek
• Snuffelen – browsing
➢ Oriëntatie – basiskennis, Wikipedia, handboeken, overzichtsartikel
• Sneeuwbalmethode
➢ 1 goede publicatie = uitgangspunt
➢ Via literatuurlijst
, • (Systematisch) literatuuronderzoek
➢ Trefwoorden
➢ Combinatie zoektermen
➢ Beperking zoektermen (publicatiejaar, auteur, soort onderzoek etc.)
* Bronvermelding bijhouden
Hulpmiddelen in de zoektocht
• Booleaanse operatoren
➢ AND
➢ OR
➢ NOT
• Phrase searching (tussen aanhalingstekens zetten)
➢ “occupational therapy”, “chronic fatigue syndrome” (gespecificeerd zoeken)
• Trunking (als je niet weet hoe je het moet schrijven)
➢ ? vraagteken, bv. behavi?r → behaviour, behavior
➢ $ dollarteken, bv. col$r → colour, color
➢ * asterisk, bv. depress* → depression, depressed, depressive
Waar zoeken
• Bibliotheek (AP)
• Pubmed
• Tripdatabase
• OTDBase
Soorten onderzoek
1. Indeling op basis van het doel
− Fundamenteel: vertrekt vanuit de theoretische basis/kaders
− Praktijkgericht: toegepast onderzoek (vragen die vanuit de praktijk of theorie komen
die een toepassing hebben in de praktijk)
➢ Natuurlijk / toegepast / praktijkgericht onderzoek
➢ Case studie: 1/2 mensen kijken of de therapie heeft geholpen = praktijk gericht → niet
gecontroleerd!
➢ Vragenlijst: survey
➢ Relatie (Correlationeel onderzoek): 2 groepen door bv.
Randomniced controlled trail vergelijken
➢ Experiment: gaat variabelen vergelijken en controleren
door wijze van Randomizatie (willekeurig) en voorkomen
van bias
➢ Replicatie (proces waarin DNA verdubbeld wordt)
2. Indeling op basis van grondvorm
− Kwalitatief (aan de hand van woorden: vaak met minder mensen en diepgang)
− Kwantitatief (omzetten in cijfers: hoeveel, hoe vaak, hoe sterk, hoe tevreden, …)
− Mixed methods (veel artikels bestaan uit mengvormen)
, 3. Indeling op basis van tijdsperspectief
− Cross-sectioneel onderzoek: dwarsdoorsnede terug in de tijd of toekomst
(momentopname)
− Longitudinaal onderzoek: mensen volgen in bepaalde tijd (proces
bekijken door verschillende metingen/observaties, evolutie (kan je
gaan kijken naar de oorzaak) en alle factoren die een rol spelen)
− Retrospectief: hoe was het vroeger, afhankelijk van wat je al hebt
verzameld
− Prospectief: ik start vanaf nu met mijn metingen, kost meer geld en tijd
Kritische beoordeling
Stap 1: artikel kwantitatief of kwalitatief (kies het juiste formulier)
Stap 2: referentie volgens APA-normen
Eisen aan het onderzoek
Empirische cyclus
• Ieder onderzoek is dit (normaal)
• Gebaseerd op waarnemingen (kijken, bevragen)
• Omzetten naar wetmatigheden
• Deze combineren om een theorie op te bouwen
Zien - onderstellen - aantonen - aanpassen
Onafhankelijk
• Van onderzoeker: dezelfde resultaten krijgen als iemand anders het onderzoekt
• Van opdrachtgever: bepalen niet hoe de resultaten zullen zijn
→ Check of de onderzoekers er baat bij hebben dat er een bepaalde uitkomst is
Betrouwbaar (exact)
Als het onderzoek meerdere keren wordt uitgevoerd zou je elke keer dezelfde uitkomst
moeten bekomen (wel in dezelfde omstandigheden, met dezelfde mensen).