Spraak: therapie – Verworven
Hoorcollege 1: algemene beschouwingen
Inleiding
Het gesproken woord is cruciaal in onze communicatie. Het is het communicatiemiddel tussen mensen en een
complex proces waarbij veel verschillende netwerken in onze hersenen betrokken zijn.
Taalprocessen: ideeën omzetten in woorden, zinnen, verhaal als het hier fout loopt, spreken we
van afasie
Cognitieve processen: executieve vaardigheden, geheugen, aandacht en concentratie als het hier
fout loopt, spreken we van cognitieve communicatiestoornissen
Sensomotorische processen: de zintuiglijke verwerking van spraakklanken, de motorische verwerking
van spraak als het hier fout loopt, spreken we van spraakapraxie en dysartrie
o Spraakapraxie: het spraakgeheugen zin in de motorische planning en programmering, hier
loopt iets mis
o Dysartrie: informatie over de motorische bewegingen zit in het geheugen en wordt naar een
netwerk gestuurd dat ervoor zorgt dat de spraak wordt uitgevoerd, hier loopt iets mis. Er is
dus een probleem met de uitvoering van spraak en het uitvoeren van de bewegingen.
Spreken is een complex gedrag dat de betrokkenheid van een netwerk van concurrerende
verwerkingsprocessen in onze hersenen integreert: talige, cognitieve en sensori-motorische processen.
Sensori-motorische processen verwijzen naar de interactie tussen de zintuigelijke verwerking van
spraakklanken en de motorische verwerking van spraak
Spraakapraxie
Bij spraakapraxie zien we een discrepantie tussen sequentiële en alternerende reeksen. Personen met
spraakapraxie hebben initiatiemoeilijkheden, problemen met het programma zelf, maken volgordefouten en
vertonen indirecte kenmerken.
Dysartrie
We kunnen 6 types van dysartrie onderscheiden:
Unilateraal hoger motorisch neuron dysartrie
Slappe dysartrie TONUS
Spastische dysartrie
Hypokinetische dysartrie
Hyperkinetische dysartrie
Atactische dysartrie CONTROLE
Managementbenaderingen
Er bestaat geen eenduidige benadering in de behandeling van motorische spraakstoornissen. De motorische
spraakstoornissen verschillen van elkaar in:
Ernst: discreet, mild, matig, ernstig, zeer ernstig
1
, Onderliggende pathofysiologie: planning/programmering, incoördinatie, hypo- of hyperkinesie, slapte,
spasticiteit
Spraakkarakteristieken: ademhaling, stem, resonantie, articulatie, prosodie
Multiple begeleidende factoren: prognose, etiologie, fase van neurologisch herstel, persoonlijkheid,
omgeving, nodig, emotionele beleving van de beperking, additionele stoornissen, …
Binnen dezelfde types spraakstoornissen kunnen zich dus veel verschillen voordoen. Voor elk persoon wordt de
keuze gemaakt voor een individuele interventie en wordt de behandeling op maat gemaakt. De behandeling
wordt aangepast aan de individuele noden van de cliënt en zijn omgeving. De cliënt met de motorische
spraakstoornis staat centraal in de interprofessionele samenwerking.
Drie benaderingen
Er zijn 3 benaderingen waaruit motorische spraakstoornissen begeleid kunnen worden. Je bekijkt wat er
gebeurt in de hersenen, hoe de hersenen herstellen, hoe je het herkent aan gedrag, hoe je het kan
beïnvloeden.
1. De medische benadering: farmacologisch, chirurgisch
2. De prothetische benadering: mechanische en elektronische hulpmiddelen
3. De gedragsinterventie: spraakgeoriënteerd, communicatiegeoriënteerd en spraak- en
communicatiegeoriënteerd
De logopedist doet een gedragsinterventie, wij gaan het spraakmotorisch gedrag beïnvloeden. Het hoofddoel is
altijd de communicatie, verstaanbaarheid en participatie. Bij een spraakgeoriënteerde aanpak wordt gewerkt
op de spraakparameters. Alle benaderingen hebben hetzelfde doel, het verbeteren van de communicatie.
Gedragsinterventie: therapiedoelen
Bij een spraakgeoriënteerde aanpak wordt gewerkt op de spraakparameters. De spraakparameters zijn:
ademhaling, stem, resonantie, articulatie en prosodie. Onder prosodie verstaan we tempo, ritme, klemtoon,
intonatie en luidheid. Je werkt op de parameter waar de patiënt het meeste last van heeft.
Je kan ook communicatiegeoriënteerd werken, hierbij werk je toe naar een maximale efficiëntie, effectiviteit of
natuurlijkheid.
Maximale efficiëntie: de spreeksnelheid verhogen zonder de verstaanbaarheid/begrijpelijkheid te
verlagen
Maximale effectiviteit: maximale verstaanbaarheid/begrijpelijkheid
Maximale natuurlijkheid: prosodie
Bij een milde motorische spraakstoornis wordt gefocust op de spreekefficiëntie en natuurlijkheid. Bij een
ernstige motorische spraakstoornis wordt gefocust op de efficiëntie en effectiviteit.
Therapiedoelen en beïnvloedende variabelen in gedragsinterventie bij
MSS’en
Het doel van de behandeling van motorische spraakstoornissen richt zich op het maximaliseren van de
communicatie en hiermee op het verbeteren van het welbevinden van de persoon met MSS. Het verbeteren
van de spraakverstaanbaarheid, begrijpelijkheid, efficiëntie en natuurlijkheid van het spreken worden
benadrukt. De therapieduur wordt beïnvloed door de prognose, de ernst en de aanwezigheid van additionele
problemen, de aard van de therapiedoelen, de doeltreffendheid van de therapiebenaderingen, de motivatie
van de cliënt, de communicatienoden van de cliënt en de aanwezigheid van een zorgnetwerk.
2
, Dit zijn factoren naast de therapie-inhoud waar rekening mee
gehouden moet worden.
Therapiesetting: moeilijke of makkelijke oefeningen? Je gaat in
therapie van makkelijk naar moeilijk
Therapiesetting – planning: heeft te maken met vermoeidheid
Leeftijd: heeft een impact, vanaf 60 jaar gaat de
spreeksnelheid naar beneden, vanaf 65 stabiliseert deze
opnieuw
Ook omgevingsfactoren hebben een invloed, zorg ervoor dat
de omgeving zo prikkelarm mogelijk is. Prikkels kunnen
storend werken.
Je stelt per cliënt een ICF op. Als een beslissing functiegericht is
ga je bijvoorbeeld oefenen op articulatie zodat de cliënt zijn
beroep weer kan uitoefenen.
Bij neuraal herstel ga je na of de interventie optimaal aansluit
op de natuurlijke herstelmechanismen van het brein en of je
ongewenst neurale veranderingen vermijdt.
Er zijn enkele beïnvloedende factoren: motivatie,
oefenfrequentie, neurologische en fysieke factoren
Neurale herstelmechanismen
Rosenbek deed enkele aanbevelingen over therapie:
1) Verschillen herkennen
2) Bereidheid om te veranderen
3) Therapiedoelen stellen
4) Therapeutisch spreken
5) Leren luisteren, evalueren en zichzelf corrigeren
6) Cognitief-linguïstische belasting opvoeren
Neurorevalidatie
Neurorevalidatie is een complex medisch proces dat tot doet heeft het letsel aan het zenuwstelsel te helpen
herstellen, aanpassen of compenseren en eventuele functionele veranderingen die daar het gevolg van zijn tot
een minimum te beperken en/of te compenseren.
Gedragsplasticiteit en neuroplasticiteit
Gedragsplasticiteit is een functionele verandering die zichtbaar het gedrag zal veranderen. Neuroplasticiteit is
een verandering in het brein. Kennis over de herstelmechanismen van het brein moet je in therapie doelgericht
inzetten en laten aansluiten op de natuurlijke herstelmechanismen van het brein. Je voorkomt maladaptieve
plasticiteit, dat is een ongewenste neurale verandering. Het kan de therapie zonder succes bijsturen.
Herstel, aanpassing en compensatie
3