Gespreksvoering WPO
WPO 1: psychologische gespreksvoering
Om op een professionele manier een gesprek te voeren, dien je aandacht te hebben voor:
- De noodzakelijke grondhouding bij gespreksvoering
- Te oefenen basisvaardigheden
1.1 Basishouding
Welke grondhouding dient een psycholoog aan te nemen?
onvoorwaardelijk respect, echtheid/authenticiteit, empathie, gelijkwaardigheid,
betrouwbaarheid, niet in defensie gaan, empowerment, aansluiting zoeken, stel je grenzen, nice to
know, need to know, transparantie
Externe factoren
Welke zijn er nodig om goed te kunnen luisteren?
o De kamer
o Onderbrekingen
o Tijd
o Omgeving(sgeluid)
Een stil lokaal is heel belangrijk onderbreking van het gesprek kan echt
storend zijn en kan ervoor zorgen dat je de draad niet meer kan oppikken en
niet meer bij het onderwerp geraakt waar je mee bezig was
Afstand ten opzichte van de cliënt maakt of oogcontact dringend/verplicht wordt. Wanneer je
geschrankt naar elkaar zit is dit beter. Af en toe een kernwoord noteren helpt bij fijner oogcontact
(zo kan je dit af en toe is onderbreken omdat je een woord moet opschrijven)
zet je stoelen in een hoek van 90° , wanneer ze te dicht op elkaar staan of je als psycholoog te
dicht op je cliënt zit kan dit dreigend overkomen.
Interne factoren en atmosfeer
1.2 Basisvaardigheden
1.2.1 luistervaardigheden
1.2.1.1 niet- selectieve luistervaardigheden
Definitie: je volgt de verteller en je oefent weinig/geen invloed uit op het gesprek (non-verbaal
gedrag, verbaal volgen, stiltes)
non – verbaal gedrag: wat is belangrijk?
o Gelaatsuitdrukking
o Oogcontact
o Lichaamstaal
o Aanmoedigende gebaren
SOFTEN
o Smile : glimlach toont genegenheid (vooral een zachte glimlach)
o Open posture: open houding toont geïnteresseerdheid (het is belangrijk dat je niet
met je open houding van iemand weg draait)
o Forward Lean: naar voren gebogen houding toont belangstelling
o Touch: aanraking toont betrokkenheid
o Eye contact: oogcontact is de voorwaarde voor contact
o Nod: knikken toont dat je het gesprek volgt
verbaal volgen: ‘mmm, ja , en dan….” Knikken, naar voor leunen, nauwkeurig volgen wat
de cliënt zegt en geen nieuwe onderwerpen aansnijden.
, Om de cliënt te kunnen volgen, is het belangrijk dat de hulpverlener zich zo goed mogelijk
inleeft in de situatie van de cliënt.
Stiltes: vaak beangstigend voor jonge psychologen!
o kan rust in het gesprek brengen
o reflectie-modus inschakelen (om de emoties ook een kans te geven)
o toont empathie en betrokkenheid
o geeft een kans om te verwerken
! er zijn verschillende soorten stiltes.
o Psycholoog wil meer horen van cliënt. (interpersoonlijke dimensie)
o Psycholoog weet niet meer wat zeggen
o Verhaal van de cliënt stokt. stilte kan ook aanwijzing zijn van verwarring of
onduidelijkheid bij de spreker
! stiltes hebben ook voordelen:
o Verwerkingsmomenten: creëert de ruimte waarin iets werkelijk doorvoeld kan worden
o Een krachtig empathisch antwoord
o Mensen gaan door stiltes dieper in op een verhaal en vertellen zo dingen die ze
misschien eerder niet zouden zeggen. een stilte kan dus wel functioneel zijn
Feedback filmpje dat getoond werd ( slide 22)
aanraking: zie dat je aanrakingen authentiek blijven. Doe dit niet als het voor jou niet goed
aanvoelt.
over de ruimte: artificieel wit (ziekenhuis), therapeute droeg een badge, er liepen steeds
mensen voorbij (storend!)
1.2.1.2 selectieve luistervaardigheden
Bij selectieve luistervaardigheden kies je er voor om sommige onderdelen van het gesprek
extra aandacht te geven. (termen die hieronder besproken worden moet je kunnen
identificeren in een gesprek)
Parafraseren
= een korte, in eigen bewoording gestelde, herhaling van wat de ander net gezegd heeft.
Daarop kan de ander dan reageren door nuances aan te brengen in zijn verhaal.
dit betekent dat je de informatie van de ander verwerkt, interpreteert en in je eigen woorden
weergeeft of recapituleert. (doe dit regelmatig tijdens een gesprek)
Waarom?
o Belonende functie
Je laat zien dat je de ander begrijpt en wilt begrijpen en dat je open staat voor
zijn verhaal
o Controlerende functie
Heb ik mijn cliënt goed begrepen? reflectie op een andere manier in plaats
van in een cirkelvorm.
o Sturende functie
Het thema gerichter en concreter exploreren, het selecteren van een bepaald
onderwerp (je werpt je spotlight op 1 onderwerp, om hier verder op in te gaan)
o Stimulerende functie
De cliënt aanmoedigen om verder te vertellen, het gespreksthema verder
verhelderen
Reflecteren
= de psycholoog probeert te begrijpen hoe de cliënt zich voelt. Door het geven van een
gevoelsreflectie laat je merken dat je aandacht hebt voor de ander zijn/haar gevoelens.
, Bij een gevoelsreflectie geef je in eigen woorden de gevoelens weer die in de woorden of
lichaamshouding van de ander doorklinken of tot uiting worden gebracht.
functies?
o Gevoelens worden geaccepteerd en krijgen aandacht
o Cliënt voelt zich veilig
o Eigen ideeën/interpretaties aftoetsen
o De cliënt de kans geven om bij te sturen
! let op je lichaamstaal/uitdrukking van je gesprekspartner. Foute reflectie kan ondermijnend
effect hebben op je therapeutische relatie. Cliënt moet voelen dat je reflectie tentatief is
(vragend). Cliënt zelf kan toetsen of het klopt.
het is heel belangrijk dat je niet je eigen invulling gaat opdringen. Mensen kunnen zich
anders voelen dan jij denkt. Je eigen invulling wordt afgetoetst en pas ‘officieel’ als de cliënt dit
bevestigd.
Vragen stellen
vermijd gesloten vragen. Je krijgt dan een soort van pingpong dynamiek. Een gesloten
vraag maakt het meer uw verhaal dan het verhaal van de cliënt.
o Het is belangrijk dat de cliënt zich uitgenodigd voelt om meer dan ‘ja’ of ‘nee’ te
antwoorden. Zo niet kan de cliënt in passieve rol vervallen.
stel explorerende, open vragen. Deze geven richting aan het gesprek
o Cliënt wordt gestimuleerd om bepaalde aspecten uit zijn/haar ervaring te verkennen of
te verdiepen of specifieke elementen in de situatie te exploreren.
vermijd waarom vragen.
o Lokt rationele verklaring uit (maar daar zijn we hier niet naar op zoek)
o Heeft een beschuldigend/veroordelend karakter. Kan aanzetten tot verantwoording
van de cliënt.
Concretiseren
Cliënten zijn niet altijd concreet bij het vertellen van een verhaal. Door concretiseren
proberen we de cliënt zo nauwkeurig en precies mogelijk te laten vertellen wat hij/zij
bedoelt.
doel?
o Goed zicht krijgen op wat andere wilt zeggen
o Hierbij maak je gebruik van alle eerder opgesomde vaardigheden .
wat en hoe vragen
o Evoceren het concrete
o Richten aandacht op relevante ontbrekende facetten komen sterker id waarneming
van cliënt.
let op ‘redderssyndroom’: het is belangrijk dat we NIET komen met een oplossing of een
advies. Je moet kijken naar het perspectief van je cliënt. Je komt niet empathisch over.
1.2.2 regulerende vaardigheden
= alles wat je doet om een gesprek structureel te laten verlopen.
= vaardigheden die tot doel hebben orde en duidelijkheid in een gesprek te bewaken.
o Openen van het gesprek
o Doelen stellen
o Terugkoppelen naar (begin) doelen
o Afsluiten van het gesprek (samenvatten, vervolgafspraak plannen, betaling, …)
WPO 2: gevorderde gespreksvaardigheden
1.1 cognities bevragen
1.1.1 inleiding