Supply chain
management
,Hoc 1: Intro, strategie & trends
Strategie
Strategie is een mechanisme waarmee een bedrijf zijn beslissingen met betrekking tot structurele en
infrastructurele elementen coördineert:
Structureel: alle tastbare middelen (gebouwen, machines en computersystemen…)
Infrastructureel: het beleid, de mensen, beslissingsregels en organisatiestructuren
o Beiden afgestemd op de customer proposition: wat wil je & waar sta je voor?
Bedrijfsstrategie: plan op lange termijn met verschillende prestatiedoelstellingen (3 tot 5 jaar)
Bepalen wat men wil doen/waar men wil staan – binnen 3 tot 5 jaar?
Afstemmen op basis van:
o Omgevingsscans: welke veranderingen/tendensen heersen op de markt?
o Missie: fundamentele waarden waarop het bedrijf gebaseerd is
o Core competenties: welke competenties zijn er nodig om de strategie uit te dragen?
Volatiele markt?
o JA: belangrijk om frequenties op te drijven (klopt strategie nog altijd?)
o NEEN: plan kan redelijke termijn onveranderd blijven
Functionele strategie vertaalt een bedrijfsstrategie in specifieke acties voor functionele gebieden
zoals marketing, financiën, HRM en anderen hiërarchische opdeling
Marketing: hoe ondersteunt men via reclame, promotie de bedrijfsstrategie?
Operations: plannen en processen ontwerpen om strategie uit te dragen
Financiën:
Beslissingsniveaus vh bedrijf
Een bedrijfsstrategie wordt uitgerold in verschillende stappen:
1. Operations en supply chain: gebaseerd op kosten, werkkapitaal, kwaliteit (door ond.
bepaald)
2. Ontwerp vd operations
o Structuur: locatie en soorten technologie
o Infrastructuur: kwaliteitscontroles
3. Dagdagelijkse werking
Beslissingen worden onderverdeeld o.b.v. de periode waarop ze betrekking hebben
Strategisch: drie tot vijf jaar (richtinggevend)
o Onderneming: business strategie uitwerken
o Functioneel: ontwerp en uitbouw supply chain
Tactisch: strategie voor volgend jaar (aankoopplanning voor komende seizoenen)
Operationeel: dagdagelijkse/wekelijkse planning (werkschema’s)
,Het strategisch proces
1. Identiteit voor het bedrijf ontwikkelen
o Ontstaan, bedrijfswaarden en fundamenten
o Klanten verwachten dit vd onderneming
2. (In)Richten geven aan het bedrijf
o Richten
Missie en visie definiëren
Value proposition: wat belooft men aan de
klant?
1. Scannen en analyseren vd markt
o Inrichten:
Supply chain ontwerpen
Strategisch plan
1. Stratex: uitgaven nodig om te groeien
2. Kapex: uitgaven die afgeschreven kunnen worden
Operationeel plan: budget, productie
1. Opex: uitgaven die rechtstreeks de kostenstructuur beïnvloeden
3. Strategie delen op volledige organisatie neuzen in dezelfde richting
4. Verrichten
o Tot actie overgaan
o Tactische planning, verkoop, voorraadbeheer
5. Bijsturen
o Monitoren: prestatiedoelstellingen nog haalbaar of niet
o Via balanced scorecard: meetwaarden aan bepaalde doelstellingen geven
1. Strategie ontwerpen
In welke business zitten we en waarom?
o Duidelijke missie en visie creëren
Wat zijn de voornaamste obstakels
o Strategische analyse = omgevingsanalyse
PESTEL: Politiek – Economisch – Sociaal – Tech – Environment – Legal
Om de 3 jaar evalueren/bijsturen
SWOT-analyse (intern)
Binnen het bedrijf: sterktes en zwaktes
Buiten het bedrijf: kansen en bedreigingen
Hoe kan men het beste concurreren?
o Value proposition: wat belooft men aan de klant?
o Hoe onderscheiden van de concurrentie
Differentiatie-opties
Kostenleiderschap <-> Productdifferentiatie
o Altijd een keuze maken – stuck in the middle
Operationele excellence: laag mogelijke kosten <-> Productleiderschap: specialist in
producten
Costumer intimacy: maximaal inzetten op mogelijke services voor klanten (klantenbeleving)
o Slechts in één uitblinken mogelijk
, Delta-model:
o Beste product aanbieden <-> Uitgebreid aanbod bieden
o Eens systeem gestart, moeilijk om ervan te wisselen (Microsoft)
Prioriteiten stellen
Hoe positioneren t.o.v. concurrenten op elke dimensie
o Above : uitblinken
o Equal : matchen
o Below: minder waardevol om op te focussen
Dimensies:
o Laagste kosten: Efficiënte processen en hoge productiviteit, weinig customiseren
o Kwaliteit: eigenschappen om behoeftes te bevredigen (prestatie, comfort…)
o Flexibiliteit: hoe snel kunnen processen antwoorden op de vraag
Grijze muis: op alle vlakken aanwezig zijn, maar nergens uitblinken
USP: Unique Selling Proposition wat maakt ons uniek tov de concurrentie?
2. Strategie plannen
Strategiemap uitwerken: één overzicht waarbij men stelt hoe men waarde wil creëren
o Voor shareholders: via de gekozen strategie (groei <-> productiviteit)
o Voor klanten: waar gaat men op inzetten (prioriteiten)
Hoe vooruitgang meten
o Via balanced scorecard
o Doelstellingen en Key Performance Indicators (KPI)
Supply chain ontwerpen
Nodige fondsen zoeken en investeringen doen
Verantwoordelijkheden opnemen voor bep. uitvoeringen/projecten
Strategie linken met supply chain
Supply chain is een continue afweging tussen:
Services: assortiment, aanbod van producten verkoop leidt tot omzet
o Uitbreiden of niet?
Kostenimpact
Impact of werkkapitaal: voorraden
EBIT: Earnings Before Interest and Taxes
ROCE: Return on Capital Employed
Maximaliseren door zo hoog mogelijk
rendement met zo weinig mogelijk investeringen
Belangrijk voor aandeelhouders: waarde creëren
1. Rechtstreeks in verre oosten aankopen
Lage kost van product bij aankoop
Hoge kost v werkkapitaal: meer voorraad nemen
om kosten te kunnen drukken
2. Black Friday
Sneller inspelen op de vraag vd consument
Extra mensen aannemen om piek aan te kunnen
, 4. Lage voorraad
Niet altijd service kunnen bieden: out of stock
Compenseren door meer/vaker te kopen: kost
stijgt
Voorraad fluctueert meer = werkkapitaal stijgt
Cyclus van de waardecreatie
1. Strategisch profiel bepalen: plan + onderscheiden
2. Hoe waarde genereren van en voor de klant: prijs, service, ervaring, …
3. Kostenimpact: logistiek, opslag, aankoop, R&D
4. Impact op werkkapitaal: voorraden, leveranciers- en klantenkredieten
5. Prestatiedoelstellingen: EBIT, ROCE, …
Omgevingsanalyse - trends
Globalisering
Effect stimuleert uitbreiding vd vrachtstromen
Integratie: handelsakkoorden, centralisering van de regels (EU)
o Decentralisatie: alle distributiecentra moeten voldoende voorraad hebben = kostelijk
o Centralisatie: één groot distributiecentrum moet dan minder opslaan = goedkoper
Productie: supply chain, netwerken
o Offshoring: bedrijven verhuizen productie naar lageloonlanden
Looninflatie heeft impact op product
Sneller service vraag nochtans om meer centralisatie
Transport: toepassing containers
o Twenty-foot: equivalent voor het meten vd draagkracht van een cargoschip
o Door grote hoeveelheden in 1x te transporteren daalt de transportkost per product
Transactie: ICT, investeringskapitaal, kredieten
Verstedelijking
Effect: zorgt voor verstuiving vd vrachtstromen
Tegen 2050 woont 70% vd wereld in steden = vraag naar stadlogistiek stijgt enorm
Fragmentatie van transport: 1 grote camion naar winkel <-> meerdere kleine leveringen
Frequentie onder druk: veel voertuigen met frequent verkeer, maar beperkte transport
Digitalisering
Effect: beïnvloeden de activiteiten vd supply chain
DHL-trend radar
Hoe relevant is een technologie binnen dit en 5 jaar?
Relevantie gaat van:
o Nog heel wat ontwikkeling: robotisering
o Trend zal zeker doorbreken: 3D-printing
, Hoc 2: Forecasting & inventory
management
Forecast is een voorspelling is een schatting van het toekomstige niveau van een variabele
Regels van forecasting
1. Bijna altijd verkeerd, maar nog steeds nuttig
2. Hoe korter de termijn, hoe nauwkeuriger
3. Groep producten of diensten zijn meestal nauwkeuriger
4. Geen vervanging voor berekende waarden
Methode selecteren
Kwalitatief
Gebaseerd op intuïtie of geïnformeerde opinie
Indien weinig/ geen kwantitatieve data beschikbaar
Relatie tussen oude/nieuwe events moeilijk te kwantificeren
Kwantitatief
Gebaseerd op meetbare, historische data
Indien kwantitatieve data beschikbaar
Relatie aangetoond tussen oude/nieuwe events
Kwalitatieve methodes
Soorten
Marktonderzoek: gestructureerde vragenlijsten voor potentiële klanten
Panel consensus: experten samenbrengen op voorspelling te formuleren
Life cylce analogy: levenscyclussen van producten identificeren
Build up: inschattingen rond marktsegment optellen tot algemene forecast
Delphi-methode: experts brengen elk hun voorspelling, passen die daarna telkens aan tot
een consensus bereikt wordt
Time series
Kenmerken
Randomness: onvoorspelbare bewegingen binnen bepaald periode
Trend: lange termijn beweging binnen bepaalde periode (up/down)
Seasonality: herhaald patroon van piek/dal binnen bepaalde periode
Last period model
Model waarbij de voorspelling van de eerstvolgende periode gelijk is
aan de vraag van de huidige periode
Ft+1 : voorspelling voor volgende periode (t+1)
Dt : vraag voor de huidige periode (t)