Financieel
management en
investeringsanalyse
,Hoofdstuk 3: Obligaties waarderen
Introductie
Fundamenteel waarderingsprincipe: contante waarde vd cashflow (DCF)
De waarde van een obligatie is de prijs die men die men ervoor wil betalen, rekening houdende met
de verwachtingen van de toekomstige cashflow en het vereiste verwachte rendement.
Fundamentele analyse gebruiken om de verwachte kasstromen en eindwaarde te kennen
Voor één periode
r = rendement
P1 = huidige verkoopprijs
P0 = prijs die men wil betalen (w bepaald door toekomst)
Rendement:
Teller: verwachtingen toekomstige CF
Noemer: vereiste verwachte rendement
Voor meerdere periodes
Verwacht rendement
Risicovrije return + risicopremie
Risicopremie gestuurd door:
o Hoe risicovol is de cashflow?
o Hoe (on)zeker is men?
Rekening houden met:
Koersveranderingen zorgen voor:
o Herziening teller: nieuwe informatie = cashflow verandert
o Herziening noemer= nieuwe informatie = risico verandert
Marktbubbel: prijzen stijgen irrationeel (bitcoins)
o Irrationele teller: te positieve inschatting van inkomsten
o Irrationele noemer: onderschatting van het risico
Obligaties waarderen
Terminologie
Cashflows:
o Obligatie: verzekering die de uitgever verplicht betalingen te doen aan de houder
o Face value: bedrag dat men op het einde zal ontvangen
Obligatie: LT-lening die uitgever verplicht tot periodieke rente/coupon betaling aan de
houder
o Op de vervaldag krijgt u de nominale waarde (hoofdsom) vd obligatie terug.
Nominale waarde (hoofdsom): betaling op de vervaldag vd obligatie
Coupon: de intresten die toebehoren aan de houder
Coupon ratio: jaarlijkse intrestbetalingen, volgens een percentage op de face value
,Waardering obligatie
Waarde vd obligatie = contante betalingen uit de obligaties (coupon + face value) verdisconteerd aan
de vereiste verwachte rendement (discount rate).
Couponratio (teller) ≠ disconteringsvoet (noemer)
Couponratio vertelt enkel hoeveel cashflow de obligatie zal genereren (in percentages)
Disconteringsvoet is hetgeen waarmee men verdisconteert
o Meestal actuele rent = risicovrije rentevoet
Present value = toekomstige cashflows delen door het vereiste verwachte rendement
Som vd couponbetalingen
Face value: bedrag obligatie + couponratio (op einde)
Het vereiste verwachte rendement noemt men ook wel het yield of maturity
= Het verwachte rendement volgens actuele prijs en verwachte betalingen
= Het gerealiseerd rendement volgens coupons en face value
Voorbeeld: per jaar
In October 2016 you purchase 100 euros of bonds in France which pay a 4.25% coupon every year. If
the bond matures in 2018 and the required expected return (or discount rate) is 0.15%, what is the
value of the bond?
Wat merken we op?
1. Couponratio: 4,25% x 100 = 4,25
2. Verdisonteringsvoet: 0,15% 0,0015
3. Face value: bedrag obligatie + couponratio: 100 + 4,25 = 104,25 (pas op einde toevoegen)
4. Duur obligatie
o Tijdsas: 2016 tot 2020 -> 2017, 18, 19, 20 = 4 jaar
o Aantal jaren = macht van disconteringsvoet
Voorbeeld: per half jaar
In November you purchase a 3 year US government bond with $1000 face value. The bond has a
coupon rate of 4.25% per year, paid semi-annually. If investors require a 0.965% p.a. expected return.
What is the price of the bond?
Verschil: halfjaarlijks = delen door 2
1. Couponratio: 4,25% delen door 2, maal waarde obligatie = 2.125%*1000 = 21,25
2. Verdisonteringsvoet: 0,965% delen door 2 = 0,4825 0,004825
3. Face value: bedrag obligatie + couponratio: 1000 + 21,25 = 104,25 (pas op einde toevoegen)
, 4. Duur obligatie: 3 jaar, maar indien halfjaarlijks duur x 2 = 6x verdisconteren
Maturiteit
Obligaties met verschillende looptijden hebben verschillende risico-intrestvoeten. Dit doelt op de
gevoeligheid van de obligatieprijs bij een verandering in het vereiste verwachte rendement.
Hoe meer de discountratio stijgt, hoe
meer de prijs zal dalen
YTM = maatstaf voor de rente op
obligatie
Indien blauw = stijl
Langlopende
obligaties zijn
gevoeliger voor verandering in de discountratio
Bedrijf wordt risicovoller langlopende obligatie dalen
sterken in prijs dan kortlopende obligaties
Basisprincipes
YTM = couponratio prijs is gelijk aan face value: verkoop vd nominale waarde
YTM < couponratio prijs hoger dan face value: obligatie tegen premie verkopen
YTM > couponratio prijs lager dan face value: korting op de nominale waarde
o Couponratio te klein om verwacht rendement te realiseren
Rentevoeten en inflatie
In geval van inflatie is de reële intrestvoet altijd kleiner dan de nominale intrestvoet
Nominaal: hoeveel men denkt te ontvangen
Reëel: hoeveel men werkelijk ontvangt
Voorbeeld
Men belegt in een zekerheid die jaarlijkse 10% rente betaalt en de inflatie 6% bedraagt, wat is dan
uw reële rentevoet?
Formule: men kan 3,774 meer goederen kopen
Rendementscurve
Verhouding tussen de marktconforme vergoeding
rente) en de looptijd vd obligatie.
Hoe langer de looptijd, hoe hoger het verwacht
rendement
KT en LT-rentevoeten bewegen niet altijd
parallel
, Dalende curve = markt verwacht inflatie
Wantrouwen creëert overstock, dumpingprijzen
Recessie op komst
Lijn: verschil tss langstlopende en kortlopende
obligatie
Groter dan 0 = normale yield
Kleiner dan 0 = abnormale yield recessie
o Vooraf zal curve dalen
Waarom kiezen voor obligaties bij een negatief
rendement?
1. Verplichting: bedrijven moeten een deel vd portefeuille vullen met obligaties (verzekeringen)
2. Wisselkoers-speculatie: munt die in waarde stijgt, kan een negatief rendement meer dan
compenseren door een positief wisselkoerseffect.
3. Veilige haven: Beter om een deel vd portefeuille te verkopen om groter verlies te vermijden
4. Stijgende prijs: obligatie aankopen aan lage prijs om later te verkopen aan hogere prijs
o Hoe lager de yield, hoe hoger de prijs vd obligatie anticiperen
Hoofdstuk 4: Aandelen waarderen
Waarde van een aandeel is gelijk aan de contante waarde vd toekomstige betalingen, verdisconteerd
tegen het verwachte rendement.
Hoe worden aandelen gewaardeerd?
Boekwaarde: waarde vd aandelen op de balans
Dividend: winst vh bedrijf dat verdeeld wordt over de aandeelhouders
o Indien winst:
Uitgeven in de vorm van dividenden
In onderneming houden om te investeren
Hoe worden aandelen verhandeld?
Primaire markt: verkoop van nieuwe effecten door bedrijven
o Investeringsbanken nemen contact op met potentiële investeerders
o IPO: initial public offering
Secundaire markt: eerder uitgegeven effecten worden verhandeld tussen beleggers (beurs)
Verschil aandeel-obligatie
Aandeel
Uitbetalen in dividenden (=onzeker)
Geen vervaldag
Face value onbekend
Obligatie
Uitbetalen in coupon (=zeker)
, Wel vervaldag
Face value is gekend
Dividend Discount Model (DCF)
Berekening van de huidige aandelenkoers, waarin staat dat de aandelenwaarde gelijk is aan de
huidige waarde van alle verwachte toekomstige dividenden en verkoopprijzen.
Formule:
Teller: toekomstige CF: dividendbetalingen (Ph: verkoopprijs
Noemer: verdisconteren (H: looptijd vd investering)
Voorbeeld
Fledgling Electronics is forecasted to pay a $5.00 dividend at the end of year one and a $5.50 dividend
at the end of year two. At the end of the second year the stock is expected to be sold for $121. If the
discount rate or required expected return is 15%, what is the price of the stock?
Wat merken we op?
Teller: Dividend1+ Dividend2 + verkoopsprijs
Noemer: disconteren YTM
De huidige voorspellingen van Telenet zijn om dividenden van $3, $3,24 en $3,50 in de loop vd
volgende drie jaar te betalen. Aan het einde vd drie jaar verwacht men een aandeel te verkopen
tegen een marktprijs van $94,98. Wat is de prijs van het aandeel bij een verwacht rendement van
12%
Opmerkingen
Probleem aandelen = toekomstige betalingen (dividend/ verkoopprijs) zijn onbekend
Oplossing:
Veronderstellen dat dividenden oneindig groeien
Divt = Div0 (1 + g)t
o Div0: huidige dividend
o g: groeivoet
Geen groei g = 0
Elk jaar hetzelfde dividend uitbetalen
Vaak matuur bedrijf dat geen groei/investeringen meer heeft
Prijs = dividend delen door YTM