Samenvatting de bestuurlijke kaart van de Europese Unie
59 vues 6 fois vendu
Cours
Internationale orientatie
Établissement
Haagse Hogeschool (HHS)
Book
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie
Dit document is een samenvatting van de bestuurlijke kaart van de Europese Unie (vijfde herziende druk, uitgeverij Coutinho). In het document zijn de hoofdstukken 1 t/m 7 plus 15 en 16 samengevat. In totaal zijn dit 180 pagina's samengevat in 20. Er is duidelijk benoemd welk hoofdstuk en welke para...
Samenvatting De Bestuurlijke Kaart van de Europese Unie, H13
Samenvatting De Bestuurlijke Kaart van de Europese Unie, H11
Samenvatting De Bestuurlijke Kaart van de Europese Unie, H5
Tout pour ce livre (27)
École, étude et sujet
Haagse Hogeschool (HHS)
Bestuurskunde en Overheidsmanagement
Internationale orientatie
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
IsabelOverbeek
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Internationale oriëntatie
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie, instellingen, besluitvorming en beleid
Vijfde herziene druk, uitgeverij Coutinho
H1 Van slagveld tot onderhandelingstafel: de geschiedenis van de Europese samenwerking
§1.1 Strijden tegen machinaties van de machtsevenwicht
De verhoudingen in Europa werden bepaald door oorlogen. De logica van het machtsevenwicht
wilde voorkomen dat één van de landen, de anderen zou kunnen overheersen. Landen werden
constant geconfronteerd met het veiligheidsdilemma. Tot en met de Tweede Oorlog speelde deze
logica.
Tabel 1.1 blz 16
Jean Monnet wilde deze logica veranderen en wilde nieuwe oorlogen voorkomen. Dit moest
gebeuren door Europese samenwerking, vooral economisch aan het begin. Europese landen zouden
een supranationale instituties moeten oprichten in bepaalde economische sectoren. Monnets
functionele logica was gericht op duurzame samenwerking door toenemende sectorintegratie. In
1943 schreef hij hier een notitie over en in 1950 zag hij genoeg draagvlak.
Intergouvernementalisme betekent letterlijk ‘tussen regeringen’. Elke staat heeft het recht een veto
uit te spreken. Supranationalisme betekent letterlijk ‘boven het nationale niveau’. Dit instituut
vertegenwoordigt de gezamenlijke belangen.
In februari 1945 tijdens de Conferentie van Jalta werd Duitsland opgedeeld in bezettingszones.
Tijdens de Conferentie van Potsdam werd dit bevestigd. In 1946 concludeerde Churchill dat Oost en
West waren gescheiden door een ‘IJzeren Gordijn’. Hij riep ook op tot ‘een Verenigde Staten van
Europa’. In 1947 sloot het gordijn volledig. De VS zette het Marshallplan op voor de wederopbouw
van Europa. In mei 1949 werd de Duitse Bondsrepubliek (BRD) opgericht. De reactie van de
Sovjet-Unie was de oprichting van de Duitse Democratische Republiek (DDR).
§1.2 Revolutie in de Europese betrekkingen (1950-1954)
De VS wilde West-Europa beschermen tegen het communisme en voor supranationale
samenwerking. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de BeNeLux-landen sloten in 1948 het Pact van
Brussel. Dit zorgde voor intergouvernementele instanties. West-Europa was vooral op zoek naar een
veiligheidsgarantie. In mei 1950 werd de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht (NAVO).
Op 9 mei werd het Schumanplan, voor supranationale samenwerking, gelanceerd. De deelnemende
landen zouden de bevoegdheden op het gebied van de kolen- en staalproductie overdragen. Het
nieuwe beleid was gericht op onderlinge controle door samenwerking.
De BRD wilde hier graag lid van worden (Westbindung). Op 18 april 1951 werd het Verdrag van Parijs
getekend door zes landen ter oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).
Het bestuurlijke centrum werd gevormd door een negenkoppige Hoge Autoriteit. De werd
gecontroleerd door een Algemene Vergadering, bestaand uit 78 leden. De beslissingsmacht lag bij de
Raad van Ministers. De rechtsprekende macht bij het Europese Hof van Justitie.
1
,Monnet bedacht een tweede plan voor Europese integratie, de Europese Defensiegemeenschap
(EDG). Frankrijk stemde tegen dit plan. In de Akkoorden van Parijs in 1955 werd het lidmaatschap
van de NAVO en de herbewapening van de BRD geregeld. De BDR trad ook toe tot de West-Europese
Unie (WEU).
§1.3 De oprichting van de EEG en de Euratom (1955-1968)
Fasen van economische integratie.
- Vrijhandelszone: bij import en export tussen de lidstaten onderling worden aan de grenzen
geen importheffingen opgelegd. Er bestaan geen onderling importtarief.
- Douane-unie: het voorgaande plus een gezamenlijk ‘buitentarief’ bij import uit en export
naar niet-lidstaten (importheffing, exportsubsidie).
- Gemeenschappelijk of interne markt: het voorgaande plus vrij verkeer van personen,
kapitaal, goederen en diensten.
- Economische en monetaire unie: het voorgaande plus harmonisatie van het monetaire en
economische beleid.
Monnet werkte aan nieuwe ideeën voor sectorintegratie. Hieruit kwam het initiatief voor de
Europese atoomgemeenschap (Euratom). Ook was er een idee voor algemene integratie door
oprichting van een gemeenschappelijk markt. In juni 1955 bij de Resolutie van Messina werd
besloten om deze mogelijkheden te onderzoeken.
In 1956 werd het Spaak-rapport gepresenteerd. Tijdens de conferentie van Venetië in mei 1956 werd
besloten het rapport te aanvaarden en de verdragsonderhandelingen te openen. In oktober 1956
liepen deze onderhandelingen bijna op de kliffen tijdens de Conferentie van Parijs. Eind oktober brak
de Hongaarse Opstand uit tegen het communistische regime en leidde de Suezcrisis tot hoge
internationale spanningen. Dit alles gaf het machtsverval van de Europese mogendheden weer,
hierdoor was er aanleiding tot versterking van de Europese samenwerking. Met de Verdragen van
Rome op 25 maart 1957 werd de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom opgericht.
Frankrijk wilde een intergouvernementeel Europa zonder Groot-Brittannië. Hierdoor ontstond de
legestoelcrisis in 1965. Frankrijk weigerde zijn vetorecht op te geven. In 1966 werd met het
Compromis van Luxemburg een meerderheidsregel afgesproken.
Ondanks dit compromis bleven er discussiepunten zoals de methode van integratie (supranationaal
of intergouvernementeel), de snelheid en de omvang van de integratie (verbreding en/of verdieping)
en de (stem)verhoudingen tussen kleine en grote staten. De Grand Bargains liggen ten grondslag van
Europese verdragen. Hiermee kwam de periode van oprichting ten einde.
§1.4 Verdieping, verbreding en voltooiing van de markt (1969-1992)
Na 1968 ontstond er ruimte voor verdieping en verbreding. De basis voor de oprichting van het
Europees Monetair Stelsel (EMS) werd bedacht. Vanaf de jaren zestig waren alle West-Europese
landen veranderd in verzorgingsstaten. De verzorgingsstaat kwam onder druk te staan door
toenemende werkeloosheid, lage economische groei, hoge inflatie en oplopende staatsschulden.
Voltooiing van de gemeenschappelijk markt werd urgent. Het Verenigd Koninkrijk pleitte voor een
volledige vrije markt om schaalvoordelen te kunnen optimaliseren.
2
, De toenemende globalisering en de crisis van de welvaartsstaat zorgden ervoor dat er vaart achter
gezet werd. Het Witboek werd geproduceerd. Het Dooge-comité kwam met een rapport over
noodzakelijke institutionele hervormingen van de EEG. De Raad van Ministers besloot een
Intergouvernementele Conferentie (IGC). In 1986 werd in de Europese Akte en aanvulling gedaan op
het EEG-Verdrag.
In juni 1988 werden er voorstellen gedaan voor de uitwerking van een Economische en Monetaire
Unie (EMU). In april 1989 werd het rapport-Delors gepresenteerd. Hiermee werd het Europese
monetaire beleid gevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB), met als belangrijkste taak de
prijsstabiliteit te handhaven.
Na de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 werd de Duitse hereniging onderwerp van
gesprek. Er werd besloten Duitsland te verenigen en dieper te laten integreren in Europa. Ook kwam
er een idee voor de Europese Politieke Unie (EPU), om de democratische legitimiteit en Europese
besluitvorming te versterken. In het Verdrag van Maastricht in december 1991 werd de
besluitvorming effectiever en democratischer. Ook werd de organisatie omgedoopt tot Europese
Unie (EU). Ook stond dat de EMU zou gaan streven naar de invoering van één gemeenschappelijk
munt. De EEG, Euratom en de EGKS werden samengevoegd tot de Europese Gemeenschap (EG).
§1.5 Kansen en bedreigingen van een andere orde (1993-2018)
Het begin van de jaren negentig werd gekenmerkt door optimisme. Dit leidde tot de
Lissabonstrategie in 2000, waarin besloten werd dat het doel van de EU was om in 2010 de meest
concurrerende economie ter wereld te zijn. In 1993 werd besloten om verschillende voormalige
Oostbloklanden toe te laten tot de EU. Hiervoor moesten ze wel voldoen aan de Criteria van
Kopenhagen. In 1995 voegde Zweden, Finland en Oostenrijk zich al toe, waardoor de ‘Europa van de
15’ (EU-15) ontstond. Al snel werd duidelijk dat de EU bij verdere uitbreiding die institutionele
structuur moest aanpassen. De IGC leidde in juli 1997 tot het Verdrag van Amsterdam. In 1999
begonnen de toetredingsonderhandelingen. In 2000 startte een nieuwe IGC over de institutionele
aanpassingen. Het Verdrag van Nice was in alle opzichten een compromis. Een van de kernpunten uit
het Verdrag van Nice was de invoering van een drievoudige stemmenweging in de Raad voor
besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid.
In 2001 werd de Conventie ingesteld. De leden zouden voorstellen moeten doen voor een Europese
Grondwet. Dit zou de democratische legitimiteit van de EU moeten vergroten. De Grondwet bevatte
een Europees volkslied en een Handvest voor de Grondrechten. Het doel was om de burger nauwer
te betrekken bij de EU. Het toenemende integratieproces leidde tot onvrede in sommige oudere
lidstaten. Het referenda in 2005 voor ratificatie van het Grondwettelijke Verdrag kwam ook uit op
een ‘nee’. In het Verdrag van Lissabon werd de hervormde grondwet vastgelegd in 2007.Het
subsidiariteitsbeginsel kreeg een grotere rol. Dit houdt in dat besluiten zo dicht mogelijk bij de
burger moeten plaatsvinden.
Het Verdrag van Lissabon bestond uit twee verdragen, Het Verdrag betreffende de EU (VEU) en het
Verdrag betreffende de werking van de EU (VwEU). In december 2009 trad het verdrag in werking.
De afspraken kwamen snel onder druk te staan door de schuldencrisis. Burgers wilden minder
Brussel, minder markt en meer democratie en aandacht voor nationale belangen en voorkeuren van
de lidstaten. Dit leidde tot de Brexit in 2016. Dit leidde tot de EU-27.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur IsabelOverbeek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.