NOTITIES 7.
INFECTIEPREVENTIE EN -
BESTRIJDING
1) Titelblad.
Doel : correct toepassen tijdens stage en beroepsleven.
2) 1. Infectiepreventie en -bestrijding : doorbreken van de infectieketen
In Belgische wetgeving wordt de term ziekenhuishygiëne gebruikt ipv infectiepreventie.
Veel mensen begrijpen niet goed wat de term ziekenhuishygiëne precies allemaal
inhoudt.
Maatregelen om infectieoverdracht te voorkomen.
Welke maatregelen moeten we hierbij nemen: welk micro-organisme, welke
transmissieroute.
Er zijn drie transmissiewegen:
- Contact: direct en indirect. Indirect is via zorgmateriaal en oppervlakken in de
omgeving.
Vb. MRSA, sedief, C. defficile, … kan via contact worden doorgegeven.
- Via druppels.
Vb. respiratoire virussen, meningokok, bof,…
- Via de lucht. Kleine partikels die je ook al produceert met het ademen of grote
partikels die zijn opgedroogd, deze zijn kleiner dan 5 m.
Vb. tuberculose is aerogeen. Tuberculose is niet één ziektebeeld, maar open long TB
is overdraagbaar via de lucht.
Vb. mazelen: meest besmettelijke infectieziekte die er is.
Vb. windpokken.
Dit zijn de drie micro-organismen die via de lucht kunnen worden overgedragen.
Antibiotica wordt enkel gegeven aan een patiënt die geïnfecteerd is. Een kolonisatie is
geen reden voor antibiotica, maar kan wel een reden zijn om een patiënt in het
ziekenhuis in isolatie te plaatsen. Voor isolatie geen onderscheidt tussen kolonisatie en
infectie.
3) Infectiepreventie = doorbreken van de infectieketen
Hele reeks maatregelen die erop gericht zijn om de keten te doorbreken.
Een infectieus agens bevindt zich in een bepaald reservoir (vb. griep). Patiënt niest –
overdracht via druppels. Andere persoon neemt het op via mond of neus. Indien deze
persoon geen antigenen heeft gericht ertegen dan wordt de persoon ook ziek.
4) Manieren hoe je op de infectieketen kan ingrijpen.
1
, 5) 2. Zorginfecties (1/3)
Ultieme doel van infectiepreventie is die van zorginfecties.
Nosocomiale infectie of ziekenhuisinfectie kan ook nog optreden als patiënt al ontslaan
is. Komt heel vaak voor, omdat de opnameduur verkort is. Infectie die optreedt tot 30
dagen nadat patiënt is uit het ziekenhuis. Bij plaatsen van lichaamsvreemd materiaal (vb
prothese) kan deze infectie zich ontwikkelen tot 1 jaar na opname.
Zorginfectie = elke infectie die optreedt bij een gehospitaliseerde patiënt, minstens 48
uur na opname.
Niet allemaal vermijdbaar. 1/3de is wel vermijdbaar.
6) 2. Zorginfecties (2/3)
Verwekkers van zorginfecties zijn heel variabel. In principe kan elk micro-organisem een
infectie voorkomen, maar in de praktijk zijn het vooral de ziekenhuisbacteriën: resistente
grampositieven + multiresistene gramnegatieven.
Infectiebronnen kun je overal vinden.
Cijfers belangrijke impact niet memoriseren. Wel weten dat 5 à 10% van de patiënten
zo’n infectie oploopt.
7) Infectiebronnen in het ziekenhuis
Waar kunnen de patiënten de infectie opnemen.
Exogene bronnen: in de handen van zorgverstrekkers, bloed, druppels, materiaal,
ziekenhuisomgeving op zich.
Endogene bronnen: Dan kan patiënt ook de bron zijn van z’n eigen infectie – vaak
commensale microflora, banale micro-organisme.
8) 2. Zorginfecties (3/3): meest frequente types zorginfecties en hun risicofactoren
Meest voorkomende types infecties.
3 van de 4 types infecties: 1, 2 en 4; hangt samen met het gebruik van een device:
blaassonde, tube, centrale katheter – situaties met micro-organismen die zich
vasthechten op het lichaamsvreemd materiaal en een biofilm ontwikkelen. Je kan
antibiotica geven zoveel je maar wil, maar dat gaat weinig helpen, enige oplossing is het
device verwijderen.
Type 3: postoperatieve wondinfecties heeft te maken met de huidbarrière die
doorbroken is.
Belangrijk dat arts zich steeds afvraagt of device nog moet blijven zitten.
9) 3. Overzicht van de pijlers van infectiepreventie en -beheersing
Alles staat op de slide
10) 3. Overzicht van de pijlers van infectiepreventie en -beheersing
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottebraet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
