Cultuursociologie samenvatting
H.1 Cultuursociologie
Aandacht voor
• geschiedenis + structuur veld
• grote onderscheiden
• voor recent onderzoek: symbolische grenzen
1.1 Cultuursociologie vs. Sociologie van cultuur
• Bijdragen aan algemene maatschappijkennis (component van handelen meenemen anders
deel gemist)
• Verhouding cultuur tov rest van wereld => zorgt voor problemen
o beperking in viewpoint, waarom nog onderzoeken van cultuur
o gebrek aan ambitie, niet opsluiten in hokje (niets anders over samenleving te zeggen)
A. Algemene cultuursociologie = culturele sociologie:
cultuur = algemene dimensie van alle handelen + belangrijke verklaring van handelen want:
o handelen gestuurd door normen/waarden
o handelen = communicatief
o actoren hebben geschiedenis
o handelen beïnvloed door voostellingswijzen
elk maatschappelijk verschijnsel cultuursociologisch te benaderen
bestuderen extra dimensie van handelen
B. Sociologie van cultuur
• Aantal studie-objecten (kunst, toneel,..), uitgaan van afgebakend geheel van objecten
(ruim)
• Cultuur = verzameling van objecten, afgebakend deel van sociale werkelijkheid
• Wuthon & Witten: 3 mogelijke benaderingen van cultuurproducten:
1. Cultuurproduct = doel of eindproduct
2. Cultuurproduct = middel om hoger doel te bereiken
3. Cultuurproduct = bijproduct, symbolisch object
-> niet sluitend want niet altijd duidelijk of symbolisch object doel op zich is of verdere
instrumentele bedoelingen heeft
• Vragen over hoe geproduceerd, wat is impact, hoe verdeeld, etc.
• Eindeloos aantal cultuurobjecten die veranderen over de tijd + moeilijk op te sommen
, Complementair maar andere focus, verschil niet in veelheid van bestudeerde fenomenen,
wel in manier waarop
• Houtman: cultuur = verklarende ipv het te verklaren = zelfstandige dimensie van denken,
handelen, voelen
Doelstelling cultuursociologie: klassieke sociologische thema’s vanuit cultuursociologische
invalshoek bekijken om zo toegevoegde waarde v.d. cultuursociologische benadering
centraal te stellen
Doelstelling: via studie van cultuur bijdrage tot algemene maatschappijkennis
1.2 Ambities
• Elk maatschappelijk verschijnsel vanuit cultuursociologisch invalshoek bestuderen
• Vanzelfsprekende in vraag stellen => onbegrip
• Tonen relevantie van cultuur aan (voorbeelden hangen af van cultuur tot cultuur)
Vb. placebo-effecten tonen dat cultuur algemene dimensie van leven is want bestaat + te
meten + overtuiging en denkbeeld over effect op organisme
• 3 belangrijke elementen in cultuursociologie:
1. Wat mensen geloven, vinden, weten, wat hen motiveert
2. Hoe het geloof, dat weten en die motivaties kaderen binnen de bredere
maatschappelijke context en waarin zij zich bewegen
! Inspiratie: Pierre Bourdieu
3. Wat de gevolgen van dat geloof, dat weten en die motivaties zijn voor de
levenswandel van individuen, groepen en de samenleving in zijn geheel
! 1 en 3: onderlinge verhouding toont algemene maatschappelijke aandacht voor rol van
betekenissen
! 2: aandaht voor hoe opvattingen verband houden met objectieve belangen verbonden aan
sociale positie want dialectisch verband tussen cultuur en positie (geen reductie), kijken naar
materiële dimensie van sociale
-> gevaar voor eenrichtingscausaliteit en dus afbreuk van idee dat cultuur een zelfstandige
dimensie van het handelen is
1.3 Methodologische aandachtspunten
• Benadert cultuur als dimensie van maatschappelijk handelen
o centraal: notie van betekenis (handelen obv van betekenissen gegeven aan
objecten/handelingen)
o 2 mogelijke benaderingen:
, 1. Mechanistische opvatting: menselijk handelen = machine die op voorspelbare
wijze reageert op bevelen (input + condities)
-> delen in nuts- en rationale keuzetheorieën
2. Culturele opvatting: menselijk handelen = functie v.d. situatie waarin mensen
geplaatst worden + van stimuli die worden toegediend
-> situatie en stimuli werken van buitenaf op individu
+ oriëntatie door geestelijke en emotionele factoren
=> algemene cultuursociologie: handelen gericht door waarden, normen,
betekenissen, voorstellingswijzen
• Jaren ’50-’60: invloed situatie + middelen + materiële condities die gedrag bepalen
-> marxistische + utilitaristische benadering én technologisch determinisme: handelen =
gemakkelijk begrijpbare aanpassing aan situatie waarin men handelt, niet nadenken over
denken en voelen van mens
• Methodologische aandachtspunten binnen cultuursociologie:
a. Aandacht voor begrijpen:
o Aandacht voor betekenisconstructie + motivaties van gedrag
Reden: betekenis = basis sociale actie individu + collectiviteiten
o Affiniteit met Weber’s Verstehende methode ( = sociaal handelen verklaren, gedrag
begrijpen door in te leven in andere mens)
=> aandacht besteden aan betekenis + processen betekenisconstructie want obj.
Waarneembare ervaringen niet voor alle individuen dezelfde betekenis
o Geen exclusieve kwalitatieve bezigheid
b. Aandacht voor interpretatie + individuele opvattingen binnen grotere sociale constructie
van de publieke opinie
! Geertz: Thick Description = beschrijving van gedrag waarbij ook context wordt beschreven
zodat buitenstaander gedrag kan begrijpen, al het menselijk gedrag te situeren in bredere
culturele structuren met symbolen, tekst, betekenissen,..
Opdracht cultuursocioloog: brede sociale structuren, betekenissen en praktijken ontdekken
c. Aandacht voor codes:
o Elementaire bron betekenisgeving
o Reden: sociaal leven = codes die bepalen hoe mensen aspecten van individueel en
publiek leven interpreteren + begrijpen
o Codes = binaire structuren gelinkt aan werkwijze brein (vb. goed vs. slecht)
Betekenis geven = toepassen reeks binaire codes (vaak met dezelfde regelmaat)
d. Aandacht voor narratieven:
, In wereld staan + acteren door voostelling die je van samenleving hebt en daar bijhorende
geloven, waarden, etc.
-> voorstelling (en dus sociaal gedrag) verwoorden adhv narratieve van hoe samenleving
eruit ziet + waarom
DUS narratieven:
o Verhalen verteld door
▪ Individu: narratief = verhalen die mensen zelf vertellen, reflectief, over reeds
gebeurde zaken, toekomst-vormend
▪ op macro-sociaal niveau
o Richten de aandacht, reduceren complexiteit
o Verklaren de wereld
o Collectiviteit, brokstuk cultuur: actief geconstrueerd
o Deel van cultuur/culturele omgeving => narrateif = duurzaam
o Toenemende mogelijkheden voor productie en verspreiding door
communicatiemiddelen
1.4 Definitie cultuur
Geertz: “Cultuur is een overgeleverd geheel van betekenissen die vervat zitten in symbolen; een
geheel van opvattingen uitgedrukt in symbolen via dewelke mensen met elkaar communiceren, hun
kennis van en houdingen tegenover het leven ontwikkelen en doorgeven”
DUS cultuur = mentaal gegeven (betekenissen) + cultuur als vervat in symbolenstructuren
➔ binnen cultuursociologie heel verschillende aspecten bekeken, verschillende segmenten
binnen heel brede definitie
➔ afkomstig van antropologie
➔ holistische def.
• Handelingsschema: situatie vs. cultuur:
o Situatie = middelen + condities waaronder moet handelen
-> resultaat van beïnvloeding cultuur in verleden
o Cultuur (intentionele aspecten van het handelen): 4 elementen:
▪ Waarden = bepalen doelen, bedoelingen,…
▪ Normen = factoren die band doelen – situatie leggen
▪ Betekenissen = waarmee normen en waarden gecommuniceerd worden
-> in symbolen
=> voorstellingen + symbolen (4)
o Communicatieve component: betekenissen + symbolen