Een samenvatting voor het vak Hersenen en Gedrag (Brain and Behavior). Bevat veel plaatjes uit het boek/slides en heeft notities van voorbeeldtentamenvragen en belangrijke onderwerpen die genoemd zijn door professor Boxtel. Het omvat de hoorcolleges en H2-15 van de 6e editie van het boek "An Introd...
Par: joliesegondvonbanchet • 3 année de cela
Par: thomasburgers • 4 année de cela
Par: Ammeeeeee • 4 année de cela
Par: paularomaniszyn • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
MechteldC
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hersenen en Gedrag TiU
Brain and Behavior (6e editie) - Kolb
MechteldC
Samenvatting Hersenen en Gedrag
-Hoofdstuk 2 - What is the nervous system’s functional-
-anatomy?-
Dit hoofdstuk gaat over de structuur en functie van de hersenen en is een belangrijk hoofdstuk
voor het tentamen.
De hoofdfunctie van het brein is om beweging te produceren, alle bewegingen samen heet
gedrag. Om effectief gedrag te produceren, gebruiken we zintuiglijke informatie (zoals zicht,
geluid, geur, etc.) bij het zoeken, verkennen en manipuleren van onze omgeving. Het
zenuwstelsel reageert op sensorische input en creëert hierdoor een perceptuele wereld. Het
zenuwstelsel produceert beweging in een perceptuele wereld die het brein construeert. Oftewel:
1. Perceptie (waarneming)
2. Integratie van informatie (creëer perceptuele wereld)
3. Actie (gedrag)
Er zijn verschillen tussen soorten door adaptaties, dit zijn geëvolueerde
anatomische/functionele eigenschappen die grote, langdurige problemen oplossen.
Ons brein is plastisch, neuraal weefsel heeft het vermogen zich aan de wereld aan te passen
door de manier waarop zijn functies zijn georganiseerd te veranderen. Daarnaast veranderen
connecties tussen neuronen continu als reactie op ervaring. Blinde mensen kunnen bijvoorbeeld
beter horen, omdat de hersengebieden voor zicht zijn overgenomen door het gehoor. Om iets
nieuws te leren, moeten er nieuwe verbindingen worden aangelegd. Dit kan allemaal door
neurale plasticiteit, het fundamenteel potentieel van het zenuwstelsel om zichzelf fysiek of
chemisch aan te passen door een veranderende omgeving en om te compenseren voor
leeftijdsgerelateerde veranderingen en schade. Dit is deel van een grotere biologische
capaciteit, de fenotypische plasticiteit, dit is de capaciteit van een individueel om zichzelf in
een scala aan fenotypes te ontwikkelen, dit zijn eigenschappen die we kunnen zien of meten.
Iemands genotype (genetische opmaak) interacteert met de omgeving om een speciaal
fenotype te worden. Dit fenotype komt van een breed genetisch scala aan mogelijkheden, die
weer voortkomen uit epigenetische invloeden. Epigenetische factoren veranderen de genen
niet, maar beïnvloeden hoe de genen van de ouders zorgen voor bepaalde kenmerken. Zo
kunnen twee ratten met dezelfde genen verschillende fenotypes ontwikkelen, omdat hun
moeder anders at tijdens de zwangerschap, waardoor de ene dik en blond is en de ander dun
en bruin.
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit het brein en het
ruggenmerg. De zenuwvezels en alle zenuwen hierbuiten vormen
het perifere zenuwstelsel, dit bestaat o.a. uit het somatisch
zenuwstelsel, het stelsel wat het lichaam bedient (bijv. hand
1
, Hersenen en Gedrag TiU
Brain and Behavior (6e editie) - Kolb
MechteldC
bewegen), dit bestaat uit alle ruggenmerg- en hersenzenuwen. Daarnaast bestaat het uit het
autonomische zenuwstelsel, het zelfstandige stelsel, daar heb je geen controle over (bijv
spijsvertering, maar ook de blaas, terwijl je wel kan bepalen wanneer je plast). Het perifere
zenuwstelsel brengt zenuwinformatie naar het centraal zenuwstelsel en brengt motorische
instructies van het centraal zenuwstelsel naar de spieren en weefsel. Er zullen nooit vragen
worden gesteld over een indeling (bijv het reproduceren ervan), wel over de componenten van
een indeling.
Het is belangrijk om naar de richting van informatie te kijken. Een
afferente beweging is naar een structuur in het centraal zenuwstelsel
toe (rood). Een efferente beweging is van een structuur weg en uit het
centraal zenuwstelsel (blauw). Bijv als je je hand brandt, gaat er een
afferente zenuw naar je ruggenwervel toe en daarna een efferente
zenuw van je ruggenwervel naar je hand. (Ezelsbruggetje: A komt
eerder in het alfabet, dus gebeurt eerst). Afferente en efferente
zenuwen zitten overal.
In het boek (6e editie) op p. 36-37 staat een box met termen, deze
moet je kennen. Op de afbeelding is te zien hoe we de hersenen
noemen.
- Voorkant: anterior bij mensen en rostraal bij vogels.
- Achterkant: posterior bij mensen en caudaal bij vogels.
- Zijkant: lateraal
- Middenkant: mediaal
- Bovenkant: superior (d orsaal) bij dieren is dit de rug, want die zit
aan de bovenkant. Bij mensen is de dorsale kant de bovenkant van
de schedel.
- Onderkant: inferior (ventraal) bij dieren is dit de buik, want die zit
aan de onderkant.
Oftewel bij mensen: anterior, posterior, lateraal, mediaal, superior en
inferior. Bij dieren: dorsaal, ventraal, rostraal, caudaal.
2
, Hersenen en Gedrag TiU
Brain and Behavior (6e editie) - Kolb
MechteldC
Hersenen bestaan uit kwabben (lobes):
- Frontale kwab (frontal lobe): doet de uitvoerende functies, zoals het maken van
beslissingen en vrijwillige bewegingen;
- Pariëtale kwab (parietal lobe): stuurt onze bewegingen naar
een bepaald doel of zorgt voor het uitvoeren van een taak,
bijvoorbeeld het vastpakken van een object.
- Temporale kwab (temporal lobe): zorgt voor horen, taal en
een muzikaal vermogen, gezichtsherkenning en emotionele
verwerking,
- Occipitale kwab (occipital lobe): beeldverwerking
De hersenhelften worden hemisferen genoemd.
Hersenen worden in alcohol formaldehyde gelegd, waardoor ze beige
worden ipv roze of grijs. Dan kun je een sectie maken en
de hersenen op een scan bekijken. Er zijn drie soorten
doorsneden:
1. Coronale doorsnede (corona = kroon): verticaal
2. Horizontale doorsnede
3. Sagittale doorsnede: doorsnede in de lengte
De zwarte delen op de afbeelding zijn de ventrikels, dit
zijn hersenkamers gevuld met vocht.
Structuren die op dezelfde lateraal (helft) liggen, zijn
ipsilateraal; als ze op andere kant liggen is dat
contralateraal. Structuren die in beide hemisferen
voorkomen zijn bilateraal. Structuren die dicht bij elkaar
liggen zijn proximaal; ver uit elkaar heet distaal.
Functionele organisatie van het zenuwstelsel is als volgt
(is niet heel belangrijk):
1. Centraal zenuwstelsel (CNS, central nervous
system): hersenen en de ruggengraat, de kern
van het zenuwstelsel, die het gedrag bemiddelt.
2. Somatisch zenuwstelsel (SNS, somatic nervous system).
3. Autonoom zenuwstelsel (ANS, autonomic nervous system): deel van het zenuwstelsel
dat het functioneren van interne organen en klieren reguleert.
a. Reactie door parasympatische zenuwen → ontspanning, kalmerend, vegetatie.
b. Reactie door sympatische zenuwen → activatie, fight/flight.
4. Hoef je niet te weten: Enteric nervous system (ENS): netwerk van neuronen ingebed in
de darmwand, vanaf de slokdarm door de dikke darm, het bestuurt de darm. De ENS
communiceert met het CNS via het ANS, maar werkt vooral autonoom.
3
, Hersenen en Gedrag TiU
Brain and Behavior (6e editie) - Kolb
MechteldC
De hersenen zijn kwetsbaar, dus ze zijn goed verpakt, dit ziet eruit als volgt:
1. Haar (bescherming tegen regen en houdt de temperatuur vast);
2. Huid;
3. Schedel (beschermt tegen klappen);
4. Hersenvliezen (meninges);
a. Hard vlies (dura mater: harde
moeder);
b. Spinnenwebvlies (arachnoid layer).
Dit is een hele dunne laag die de
contouren van het brein volgt.
Hieronder zitten holtes met vloeistof
(subarachnoid space), dezelfde
vloeistof als in de hersenkamers
(ventrikels), namelijk de
cerebrospinale vloeistof (CSF). Dit houdt de hersenen vers, voert afvalstoffen
af en zorgt ervoor dat de hersenen een klein beetje kunnen bewegen of uit
kunnen zetten zonder dat het tegen de schedel drukt.
c. Zachte vlies (pia mater): een redelijk sterk membraan van bindweefsel wat aan
de oppervlakte van het brein hangt.
5. Brein
De hersenen bestaan uit gyri (bochten/kronkels) en sulci (groeven). Dit
omdat de hersenschors (cortex), een 3mm dikke laag grijze stof, bij de
mens dusdanig goed ontwikkeld is, dat het te groot is om het uitgespreid
in het hoofd te passen. Het grootste deel van de hersenen zijn de grote
hersenen (cerebrum). Daarna komen de kleine hersenen
(cerebellum). Als laatst is er de hersenstam, deze houdt ons in leven.
Hoe hoger de structuur fysiek in de hersenen ligt, des te “hoger” de
functie en des te minder belangrijk voor het overleven van de mens. Het
onderscheid tussen de frontale en pariëtale kwab is de sulcus centralis,
de centraalliggende groef. De temporaalkwab wijst naar voren,
hersenstam wijst naar achteren. Vrouwen hebben een iets beter
ontwikkelde linker hemisfeer en mannen een iets beter ontwikkelde
rechter hemisfeer. Handig om te onthouden is dat we zonder
hersenstam geen leven hebben (is belangrijk voor hartslag en ademhaling etc.), er zonder
limbisch systeem geen gevoel is (wel honger, maar geen motivatie om te eten) en de cortex
daar denken we mee. Maar dat kan je niet letterlijk zo onderscheiden.
Een voorbeeld van een tentamenvraag
is welk deel op een bepaalde doorsnede
niet te zien is. Dan moet je denken aan
dit plaatje (in het boek ed 6 p. 40 is het
duidelijker).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MechteldC. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.