Onderzoeksonderwerpen en onderzoeksvragen
1. Onderzoeksonderwerpen
Wetenschappelijk onderzoek = een proces van vragen stellen en beantwoorden met het oog op het
uitbreiden van de kennis op een bepaald gebied formuleren van 1 of meerdere onderzoeksvragen
die men wil beantwoorden
Onderzoeksvraag: heeft altijd betrekking op een bepaald aspect van het vakgebied op een bepaald
onderwerp bepalen van een onderwerp waarover men onderzoek wil verrichten.
1. Persoonlijke interesse
onderzoek duurt lang!
2. Competentie
Afhankelijk van training en ervaring die men heeft vertrouwd met bepaalde aspecten van het vak
Heeft men geen ervaring, maar wel interesse?
Ervaring opdoen
Hulp vragen aan iemand met ervaring
3. Mogelijke waarde van het onderzoek
Impact van een onderzoek is niet te voorspellen kies best een onderwerp dat nu actueel is
4. Apparatuur en materiaal
Als de uitrusting voor een onderzoek niet voorhanden is, kan men beter een ander onderwerp kiezen
5. Populatie waar men over beschikt
Kleine inventaris opmaken van de patiënten (in termen van stoornis, leeftijd, geslacht,…)
Duidelijk maken welke onderzoeksonderwerpen wel of niet aan bod kunnen komen
6. Financiële uitgaven
Meestal zijn de kosten van een onderzoek beperkt, behalve als er bijzondere apparatuur nodig is
Uitmaken welke de financiële middelen zijn waarover men beschikt
Welke financiële middelen nodig zijn
Mogelijkheid tot sponsering of fondsen vbFonds voor Wetenschappelijk Onderzoek = federale
instelling van openbaar nut die zich richt op het verleggen van de kennisgrenzen in alle
wetenschapsgebieden en basiswetenschappelijk onderzoek financiert aan de universiteiten en
instellingen voor wetenschappelijk onderzoek.
1
, 7. De tijd
Zorg dat het onderwerp niet meer tijd vraagt dan de tijd die men heeft
8. Andere instanties
Bv soms kan een diagnose pas gesteld worden na onderzoek door een andere specialist
De uiteindelijke keuze van een onderzoeksonderwerp wordt evenwel bepaald door de
onderzoeksvragen die men kan opsporen
Waar onderzoeksvragen vinden:
2. Onderzoeksvragen
Men weet rond welke onderwerpen men iets zou willen doen en welke onderwerpen men zeker niet
wil bestuderen, maar wat men precies zou willen onderzoeken, daar heeft met geen antwoord op:
verschillende strategieën:
1. Onderzoeksvragen met een gedeeltelijk, voorlopig of twijfelachtig antwoord
1. Geformuleerd antwoord op basis van een niet willekeurig gekozen proefgroep
niet representatief = niet typisch voor de hele groep
(Verwacht wordt dat de onderzoeker een willekeurig gekozen deel, een zogenaamde
sample of steekproef, van de populatie onderzoekt, die representatief is, dit wil
zeggen typisch, voor de hele groep)
Gevonden antwoord moet als voorlopig beschouwd worden
2. Ontoereikend antwoord bij een onvoldoende betrouwbaar/valide onderzoek
betrouwbaar = de mate waarin observaties bij herhaling identieke resultaten
opleveren
validiteit = de geschiktheid van de gekozen observaties of metingen om een
bepaalde vraag te beantwoorden
3. Voorlopig antwoord door toevallige steekproeffout
replicaties = 1 of meerdere herhalingen van het onderzoek
meerdere herhalingen moeten de resultaten van het onderzoek bevestigen om
steekproeffouten uit te sluiten
4. Voorlopig antwoord door experimenter bias
bias = vooringenomenheid van de onderzoeker
de onderzoeker gaat onbewust zijn observaties filteren in de richting van het
antwoord dat hij verwacht
dubbel blind onderzoek de onderzoeker weet niet welke groep het echte krijgt
en welke groep de placebo, enkel een derde partij is hiervan op de hoogte
algemene regel als dubbel blind onderzoek niet mogelijk is: onderzoeksvragen die
slechts door 1 onderzoeker beantwoord werden, vereisen steeds controle door
replicatie
2
, 2. Onderzoeksvragen zonder antwoord
Door literatuurstudie kunnen onderzoeksvragen die wel onderzocht werden, maar waar geen
antwoord op werd gevonden aan het licht komen
1. Topic ‘discussie’ in een artikel = ingaan op de implicaties van het gerapporteerde onderzoek
voor verdere research en soms worden expliciet nieuwe onderzoeksvragen geformuleerd
voor verder onderzoek
2. Review artikels = artikels die alle bestaand onderzoek rond een bepaald onderwerp kritisch
samenvatten wat weet men al met zekerheid, wat weet men nog niet met zekerheid en
suggesties voor verder onderzoek
3. Bijzondere publicatie = specifiek gewijd aan de onderzoeksnoden van een bepaald
onderzoek, meestal opgemaakt door een daartoe speciaal samengestelde commissie
3. Totaal nieuwe onderzoeksvragen
1. Eigen klinische praktijk? nagaan of zijzelf of hun patiënten ooit vragen hebben gesteld
waarop je het antwoord niet wist
2. ‘brainstormen’/ discussiëren met collega’s op zoek naar mogelijke onderzoeksvragen rond
een bepaald onderwerp
3. Studiedagen, symposia, congressen: vooral discussies die volgen op lezingen, monden soms
uit in nieuwe onderzoeksvragen
Vanuit een onderzoek van de literatuur (literatuurstudie) uitgaan van een
afhankelijke variabele en systematisch overlopen of er geen onafhankelijke
variabelen zijn waarvan men de mogelijke invloed nog niet heeft onderzocht
o Afhankelijke variabele = een feit, een gebeurtenis of een aspect daarvan. Het
is datgene dat de onderzoeker wenst te bestuderen en dat hij gaat
observeren of meten
-> gaat variëren door invloed van onafhankelijke variabele
-> onderzoeken we
Vb. spreeksnelheid, leesvaardigheid, rekenvaardigheid, spellingsvaardigheid… (onderhevig aan
invloed van de onafhankelijke variabele)
o Onafhankelijke variabele = variabelen die van invloed kunnen zijn op een feit,
een gebeurtenis of een aspect ervan.Het zijn de variabelen die de
onderzoeker manipuleert
-> wat wordt gemanipuleerd
Vb. leeftijd, geslacht, SES, therapie of niet… (gaan we manipuleren/veranderen en bestuderen wat de
invloed ervan is om de afhankelijke variabele)
Nagaan in de literatuur of er effectief nog geen antwoord op je onderzoeksvraag is
4. Het formuleren van onderzoeksvragen
3
, De vraag moet zo geformuleerd worden dat ze gemakkelijk te beantwoorden is
men weet precies welke observaties bij welke proefgroep(en) nodig zijn om tot een antwoord te
komen
elk woord moet zo nauwkeurig mogelijk gekozen en gespecificeerd worden
FINER: feasible, interesting, novel, ethical, relevant
Niet- experimenteel onderzoek
1. Onderzoek: experimenteel en niet-experimenteel
Experimenteel onderzoek = onderzoek dat een experiment inhoudt
de onderzoeker creëert een situatie waarbij hij een bepaalde variabele observeert of meet
(afhankelijke variabele) en nagaat wat het effect is op deze afhankelijke variabele van één
of meerdere andere variabelen (onafhankelijke variabele)
er wordt altijd een oorzakelijk verband bestudeerd tussen onafhankelijke variabelen en
wijzigingen bij een afhankelijke variabele(het enige type dat echt een oorzakelijk verband
kan aantonen tussen 2 fenomenen) is de krachtigste vorm van onderzoek!
Pas op! Verband ≠ oorzakelijk verband: A en B samen variëren ≠ A is oorzaak van variatie B
Voorwaarde om te kunnen spreken van experimenteel onderzoek: systematische manipulatie van
de onafhankelijke variabele(n) om effect op de afhankelijke variabelen na te gaan
Manipuleren van een variabele= de variabele introduceren, verwijderen, herintroduceren,
versterken of verzwakken
Design= nauwkeurige opzet van het onderzoek
Group designs/typical subject designs = groep proefpersonen w bestudeerd
Single-subject designs/individual subject designs = studie van één enkele
proefpersoon
Niet-experimenteel onderzoek =
- geen experiment
- geen manipulatie van onafhankelijk variabelen
- (wel onafhankelijke variabelen!)
- beschrijven ipv experimenteren
onderzoeker gaat beschrijvend te werk
2. Overzicht van verschillende types van niet-experimenteel onderzoek
1. Ex post facto research
Ex post facto research = research na de feiten oorzaken voor een gebeurtenis/fenomeen
retrospectief achterhalen
als de onafhankelijke variabelen niet te manipuleren zijn
als manipuleren niet ethisch zou zijn (vb invloed ondervoeding of seksueel geweld om
ontwikkeling taalvaardigheid)
4