Dit is een samenvatting van het vak Inleiding tot de rechtswetenschap gedoceerd door B. Tilleman in de eerste fase van de Bachelor aan de Ku Leuven. De samenvatting is gebaseerd op het boek van de Acco. Casussen worden niet in dit document behandeld, dus vergeet deze zeker niet te behandelen a.d.h....
Hoofdstuk 1: Objectief en subjectief recht
§1. Begrip
● rechtsregel = sanctionering wordt afgedwongen door de overheid
● verbintenis = juridisch afdwingbare verplichting
● recht is niet te reduceren tot wat parlementen/wetgevers beslissen
○ rechters hebben ook invloed: interpretatie van rechtsregels
● objectief recht = recht als maatschappelijk fenomeen
● subjectief recht = rechtsfenomenen individualiseren
● het objectieve recht is de grondslag voor het recht in subjectieve zin
→ belang van het onderscheid tussen objectief en subjectief recht
→ bevoegdheidsverdeling (niet naar dezelfde rechtbank)
● subjectief contentieux: gewone rechtbanken
● objectief contentieux: administratieve rechtbanken: raad van state
§2. Onrechtmatige daad
● art. 1382 e.v. - boek 6
● foutief veroorzaken van schade in buitencontractuele context
● 3 componenten (eiser moet de 3 componenten bewijzen)
1) FOUT
➔ objectieve element = de daad
➔ resultaats- of inspanningsverbintenis (art. 5.72)
➔ subjectieve element = schuldbekwaam/toerekeningsvatbaar?
2) SCHADE
➔ bestaan van materiële en morele (immateriële) schade
➔ schadeloosstelling = plaatsen in hypothetische toestand
➔ aansprakelijkheidsrecht
3) OORZAKELIJK VERBAND
➔ causaliteitsprincipe
➔ equivalentieleer: fout moet de voorwaarde zijn voor schade
1
, Hoofdstuk 2: Klassieke definitie van het objectieve recht
§1. Imperatief karakter
A. Principe
● rechtsregel = wat anders kan, maar niet anders mag
● deductief karakter: van algemeen naar bijzonder (uitz. gewoonterecht)
● permissieve rechtsregel = geeft toelating - uitzondering op bep. verbod
● constitutieve regels = georganiseerd door de staat - “attributieve regels”
B. Verschillende graden
● een inspannings- of middelenverbintenis
○ = verbintenis om een bepaalde inspanning te leveren
○ aleatoir karakter: hangt af van toeval, onzekerheid
○ zorgvuldigheidsnorm: “goede huisvader”
➔ zoals een normaal en redelijk persoon = in abstracto
➔ zoals met je eigen zaken = in concreto
● een resultaatsverbintenis
○ = verbintenis om een bepaald resultaat te bereiken
○ uitsluitend bewijs van overmacht
● garantieverbintenis
○ = verbintenis om onder ALLE omstandigheden resultaat te bereiken
○ sluit overmacht uit
Gebonden en discretionaire bevoegdheid
● gebonden
○ overheid heeft geen vrijheid
○ wet bepaalt inhoud/vorm van beslissing
○ moeten op vastgelegde wijze handelen
● discretionair
○ overheid heeft vrijheid, keuze
○ kiest zelf handelingen die haar het meest gepast lijken
○ rechtsonderhorige doet marginale toetsing (= niet kennelijke onredelijkheid)
§2. Rechtsregels regelen menselijk en uitwendig gedrag
● rechtsregels gericht op menselijk gedrag; dieren zijn rechtsobjecten
○ "Gaat het over een dier met gevoelens of niet?”
● gedachten zijn vrij: meningen behoren niet tot het recht
2
,§3. Algemeen en onpersoonlijk - §4. (On)bepaalde werkingssfeer
● recht = van toepassing op onbepaald aantal personen
● rechtsregel blijft bestaan tot de opheffing ervan
● geen discriminatie: gelijkheidsbeginsel in de grondwet
§5. Afdwingbaarheid van het recht
A. Principe
● de niet nakoming van een regel is niet vrijblijvend
● sanctionering + afdwinging van een rechtsregel door de overheid
B. Juridische afdwingingsvormen
1) rechtsherstel
➔ stopzetting van de onrechtmatige toestand = principearrest
➔ rechten herstellen door de fout recht te zetten
➔ uitvoering in natura = gewoonweg doen wat er beloofd werd
2) schadeherstel
➔ herstel v schade die schuldeiser lijdt door miskenning v verbintenis
➔ een vergoedende functie: een geldelijk alternatief
➔ schadeherstel in geld of in natura (= dankbaar alternatief)
→ keuze ligt vaak bij schuldeiser zelf (soms ook wet of rechter)
3) winstafdracht
➔ de behaalde winst van een onrechtmatige daad afnemen
➔ lucratieve fouten
AFDWINGINGSVORMEN
→ type dwang hangt af van het voorwerp van de verbintenis
1) verbintenis tot betaling van een geldsom
➔ procedure tot afdwinging
● gerechtelijk: afdwingbare titel (= erkenning door OH tot afdwinging)
● buitengerechtelijk: door de gerechtsdeurwaarder
toepassingsvoorwaarden:
- geldschulden zijn niet betwist
- mag niet bij buitencontractuele verbintenis
- schuld staat vast en is opeisbaar
➔ dwangmiddel
● beslag op deel van vermogen
● moet druk zetten op persoon - tot betaling aanzetten
3
, ➔ laattijdigheid
● intresten als vergoeding
● moratoir: intrest op geldschuld
○ forfaitair: een vaste intrestvoet
○ ingebrekestelling is vereist
○ anatocisme= kapitalisatie v intresten gebeurt pas na 1 jaar
● compensatoir: intrest op waardeschuld
○ interestvoet “vrij” door rechter bepaald
○ meestal geen ingebrekestelling vereist
2) Verbintenis om te doen of om niet te doen
➔ verbod op fysieke dwang: menselijke waardigheid
➔ dwangsom
● legt druk op vermogen
● wanneer veroordeelde de opgelegde verbintenis niet nakomt
→ moet mogelijk zijn; niemand tot het onmogelijke houden
➔ gerechtelijke plaatsvervanging door een derde
● op de kosten van de schuldenaar
● niet intuitu personae
➔ plaatsvervangende uitspraak door rechter: “bijzondere derde”
● rechter neemt de plaats in van de schuldenaar
● rechterlijke beslissing geldt als akte
3) Verbintenis om iets te geven
“Hoe gaat eigendom over?"
➔ specifieke en soortgoederen
● specifiek (= uniek): bij wilsovereenstemming
● soort (= vervangbaar): bij individualisering of specificatie
➔ onroerende goederen
● altijd specifiek goed → vanaf de wilsovereenstemming
● notariële aankoopakte
● authentieke akte: eerste koper behaalt het recht
● tegenwerpelijk aan derden → publiciteit → te goeder trouw
➔ roerende goederen
● geen publiciteit vereist - levering als publiciteit + bij werkelijk bezit
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lizelateur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.