Een zeer gedetailleerde samenvatting + oefeningen, met alle nodige uitleg en mogelijke examenvragen. Praktisch gezien het hele boek in deze samenvatting, het boek aankopen is niet nodig.
*Voor de oefeningen zullen we voor de inkomstenjaar werken met 2019 en de aanslagjaar 2020
*Alle cijfers worden met 2 decimalen geschreven, nooit een bedrag afronden met uitzondering de
autonomie factor, daar zijn er 3 decimalen.
*Alle indexen (KI) moet je met 4 decimalen doen → Dat geïndexeerd bedrag moet u afronden op een
eenheid (= afronden naar de euro boven of beneden)
, DEEL 1
Hoofdstuk 1: Begrip en kenmerken van de belasting
→Definitie van belasting
(Niet kennen, wek begrijpen)
→ kenmerken kennen!
*Belasting is een bijdragen die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd met
het oog op het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen met algemeen
belang en voor zover die bijdragen bij wet of decreet als belasting worden erkend.
(= som geld met een financieel doel, namelijk het betalen van de overheidsuitgaven + het heeft een
dwingend karakter)
2 kenmerken van de belasting (kennen)
1) Financieel doel van de belasting (waarvoor dienen belastingen (kennen)
-Die dienen om ALLE overheidsuitgaven te dekken
-Ze hebben een algemene draagwijdte (=dat als we met z’n allen belastingen betalen, al het
geld van de belastingen in 1 grote pot kom)
Wie welk deel krijgt (voor onderwijs, wegen, veiligheid…) weten wij niet
→Kan geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie krijgen
*Belasting → dient voor ALLE diensten van het openbaar nut
*Retributie → (bijna hetzelfde), dient wel voor welbepaalde geïndividualiseerde
tegenprestatie
Dus: wanneer u retributie betaald aan de gemeente of andere overheid dient dat voor een
specifieke dienst (net voor een algemene dienst voor openbaar nut)
Bv. Havenrecht, parkeren (is individueel)
2) Het dwingend karakter van de belasting (kennen)
= dat het niet de keuze is van de persoon of de belastingplichtige om al dan niet uw belasting
te betalen.
→Het wordt eenzijdig opgelegd door de overheid + het is verplicht (opgelegd door de wet en
het is dus ook afdwingbaar)
→Wanneer u een belasting moet betalen en u doet dat niet, dan kan u daarvoor vervolgd
worden
De vervolging kan op 2 manieren:
1. Administratieve sancties
, = belasting betalen, dit doet u niet. Dan blijft uw belastingschuld bestaan en komt daar
bovenop een administratieve sanctie of een boete of een verhoging van uw belasting.
2. Strafrechtelijke sancties
= wanneer u volhard niet betaald, dan kan u strafrechtelijk worden vervolgd
(Van geldsommen tot gevangenisstraf)
Wie mag nu vervolgen inzake fiscale delicten?
2 partijen
Enerzijds de fiscus → die voorzien zijn in overheidsdiensten financiën. Zij hebben een zekere
bevoegdheid om u te vervolgen wanneer u uw fiscale plichten niet naleeft
Anderzijds het parket
Hun samenwerking tussen fiscus en parket is jarenlang een discussie geweest
Maar sinds 2012 ontstond er het OENAVIA- principe (kennen)
= 1 weg en dat geeft een rechtszekerheid.
= Dat wanneer u een fiscale overtreding pleegt, de fiscale administratie moet kiezen, of we
uitsluitend de administratieve weg houden binnen de fiscale diensten of wel afzien en de vervolging
laten gebeuren door het parket via een strafrechtelijke weg
Maar in alle gevallen wordt de belastingplichtige maar op 1 weg (of wel via de administratieve weg of
via de strafrechtelijke weg en niet op de 2 manieren)
Parafiscale bijdrage (kennen)
= zijn geen echte fiscale bijdragen
= zijn niet gelijkgesteld met belastingen
= sociale en fiscale bijdrage hebben niets met elkaar te maken
→De sociale bijdrage moeten wij betalen aan de RSZ, dat is een organisme met een eigen
rechtspersoonlijkheid. De bijdrage gaat rechtstreeks naar de kas van RSZ en dienen alleen en
uitsluitend om sociale bijdragen te betalen
Bv. Je bent een WN, je hoort belasting te betalen op uw loon.
Maar de WG en WN moeten ook een sociale bijdrage betalen voor de RSZ (blijft voor de RSZ
en dient voor ziekte-uitkeringen, …
→De fiscale bijdrage (de bedrijfsvoorheffing op het loon), dat gaat naar de fiscus (onderdeel
van een FOD-financiën)
➔De parafiscale bijdrage= wij zullen een klein stukje bijdrage betalen die de fiscus int via de
belastingen, en die de fiscus onmiddellijk moet uitkeren aan de RSZ.
Als de RSZ een witte zone is en de FOD een zwarte zone, dan bevindt de parafiscale bijdrage
in de grijze zone (moeilijke zone)
, Hoofdstuk 2: situering van het belastingrecht (niet kennen)
Hoofdstuk 3: Noodzakelijk karakter van de belastingen in een moderne samenleving (niet kennen)
Hoofdstuk 4: De functies van de belasting
1) Financiële functie (hoofdfunctie) (kennen)
= dat wij de belastingen betalen onder de vorm van een som geld (je kan niet anders
geven dan geld). Belangrijk dat de overheid die gelden goed beheren.
Wij hebben het recht om te weten wat de overheid met onze gelden gaat doen? De
overheid moet een budget maken, die zij elk jaar moet voorbereiden (een jaarlijkse
begroting: inkomsten en uitgaven).
2) Economische functie (kennen)
= hoe hoger de belasting, hoe hoger de prijs (inzake BTW en accijnzen).
= hoe hoger de BTW, hoe hoger de prijs.
Bv. Oliën → een grote deel zijn belastingen en zij bepalen dus de prijs en dus de
consumptie beïnvloeden.
*Spaarwezen → de fiscus kan de spaarwezen van de personen beïnvloeden
Bv. Pensioensparen: een bedrag dat u gaat sparen en u kan niet aan dat geld komen tot
aan uw pensioen (het ligt lang vast)
→Het voordeel is dat een deel van pensioensparen ervan een belastingvermindering met
zich meebrengt.
*Consumptie= beïnvloedt de consumptie van de mensen.
3) Sociale functie (kennen)
= het draagkrachtbeginsel: een stuk de belasting moet betalen naar vermogen (hoe rijker
men is, hoe meer belastingen men moet betalen)
Bv. wie meer verdiend, zal progressief meer moeten betalen
Bv. Als u kinderen heeft, zal u minder moeten betalen (meer kosten door de kinderen)
dan iemand zonder kinderen
Hoofdstuk 5: Wie mag belastingen heffen? (Vooral de gewesten)
1) Federale overheid (belangrijkste voor belastingen (
2) Lokale besturen (enkel Vlaams Gewest)
3) Regionale besturen (enkel Vlaams Gewest)
4) Publiekrecht (niet kennen)
5) Suprationale overheden (enkel Europese Unie)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Naz11. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €18,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.