Voorzorgen
- Starten met lage dosis, dosis langzaam verhogen
- Volumedepletie: geleidelijk verhogen, risico op hypotensie bij eerste dosis & dosisverhoging
- Perifeer vaatlijden of veralgemeende atherosclerose: ACE-I voorzichtig opstarten, grote kans stenose
van de nierarteriën bij deze pt
- Nierfunctie en kaliëmie controleren voor start vd behandeling of een dosisverhoging en 2 tal weken
nadien
- Acute episodes van dehydratie die 24 aanhouden, tijdelijk dosis verlagen of stop à nierschade
voorkomen (vooral oudere pt)
Duizeligheid:
- Gaat over binnen enkele dagen/weken
- 1e innames: ’s avonds op rand van bed
o Niet te snel opstaan
o Niet autorijden eerste dagen
o Alcohol kan het versterken
Hoest: best pas vragen bij 2e uitgifte
1 GENEESMIDDELINTERACTIES
- Verhoogd risico hyperkaliëmie
o Bij associatie met K-supplementen, K-sparende diuretica, renine-inhibitoren,
trimethoprim, NSAID
o Risico: nierinsuTiciëntie
o Opvolgen Kaliëmie
- Sterke BD-daling
o Bij associatie met diuretica
- Stijging plasmaconc van lithium
o Lithium plasmaconc opvolgen
- Angio-oedeem risico verhoogd
o Gelijktijdig gebruik van andere angio-oedeem veroorzakende gm (gliptines)
o Vervangen door sartaan
2 CONTRA-INDICATIES
Contra-indicatie Reden
Zwangerschap Teratogeniciteit
Zeker niet in 2e-3e trimester
Bilaterale stenose van nierrarterieën of Verminderde glomerulaire filtratie bij
stenose bij unieke nier reeds verlaagde intrarenale perfusie
Hyperkaliëmie Verminderde excretie van K+
Borstvoeding: captopril, enalapril, quinapril = veilig
, ACE-INHIBITOREN & SARTANEN
1. INDICATIE
Ace-inhibitoren:
- Hartfalen
o Snelle verbetering hemodynamiek
o Geen exacerbatie van HF op korte termijn
- Hypertensie
- Secundaire preventie na acuut MI
- Nefropathie
Sartanen:
= Angiotensine II rec antagonisten
Bij intolerantie op ACE-I, niet in combo
2. GEBRUIKSINSTRUCTIES
- Onvoldoende evidentie dat moment van inname antihypertensiva beïnvloedt.
- Rekening met
o Bijwerkingsprofiel
o Voorkeur pt (therapietrouw)
2. BIJWERKINGEN
- Hoest
- Hypotensie na toediening 1e dosis of na dosisverhoging
- Verslechtering vd nierfunctie
- Hyperkaliëmie
- Rash
- Angio-oedeem: frequenter bij afrikaanse afkomst & antecedenten niet ACE-I gebruikers
- Smaakstoornissen, GI-stoornissen
Hoest bij ACE-I:
- 5-20% vd pt
- Aanvang binnen 1-2 weken na opstart, kan ook na enkele maanden/jaren
- > vrouwen
- Verdwijnt 1-4 dagen na stop, soms pas na 4 weken
- Komt meestal terug wnr zelfde of ander ACE-I wordt herstart
- Mechanisme: mogelijks accumulatie protussieve mediatoren id luchtwegen
- Deze hoest reageert niet op antitussiva
- Oplossing: overschakelen op sartaan
Niet automatisch stoppen:
- Tijdsrelatie?
- Andere mogelijke veroorzakende factoren
- Dechallenge & rechallenge
LET OP
ACE-inhibitoren zijn op lange termijn
nefroprotectief doordat ze:
• bloeddruk ↓
• progressie van micro- naar
macroalbuminurie (= voorbode
nefropathie) afremmen
, ANTI-ARITMICA
1. INDICATIE
(Supra)ventriculaire ritmestoornissen
Enkel behandelen bij hemodynamische weerslag of indien aritmie hinderlijk wordt ervaren
4. WERKING
Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV
A B C
Kinidine Lidocaine Flecainide Bèta-blokkers Amiodarone Ca-
Disopyramide Fenytoine Propafenone Sotalol antagonisten
(diltiazem &
verapamil)
3. GEBRUIKSINSTRUCTIES
Amiodarone:
- Lange T1/2: 20-100 dagen
- EEect houdt lang aan na stop
- EEect bouwt traag op, opbouwschema:
o Week 1: 3 x 200 mg/dag
o Week 2: 2 x 200 mg/dag
o Week 3: 1 x 200 mg/dag
2. BIJWERKINGEN
- Nauwe Therapeutisch-toxische marge
- Proaritmische eigenschappen met risico op QT-verlenging
Amiodarone: ook niet cardiale bijwerkingen
- Maagdarmklachten
- Gevoeligheid van de huid, vooral vr UV-licht
o Blauw-grijze verkleuring
- Oogafwijkingen
- Schildklierafwijkingen
- Pulmonale toxiciteit
- Levertoxiciteit
1 GENEESMIDDELINTERACTIES
Verhoogd risico torsade de pointes bij associatie met andere middelen die risico op QT-verlenging
verhogen
Amiodarone: P-gp remmer
2 CONTRA-INDICATIES
Hartfalen & atrioventriculaire geleidingsstoornissen
Zwangerschap:
- Amiodarone = contra-indicatie
o Schildklierafwijkingen & ernstige bradycardie bij pasgeborene
o Meerdere maanden voor coceptie stoppen
- Sotalol: nauwelijks ervaring
- 24-48 uur observatie na bevalling
Borstvoeding: grote hoeveelheden in moedermelk
, ANTITROMBOTICA
ANTITROMBOTICA
ANTIAGGREGANTIA TROMBOLYTICA
ACETYLSALICYLZUUR DIPYRIDAMOL
P2Y12-REC ANTAGONISTEN
THIENOPYRIDINES REVERSIBELE P2Y12 REC ANTAGONISTEN
Clopidogrel Prasugrel Ticagrelor
ANTICOAGULANTIA
PARENTERALE
ORALE
VITAMINE K-ANTAGONISTEN DOAC FONDAPARINUX
HEPARINES MET LAAG MW
Apixaban Dabigatran Edoxaban Rivaroxaban
, ANTITROMBOTICA
Hemostase
= Gecontroleerde + gelokaliseerde stolling thv vaatletsel/schade
4 processen (simultaan & complex)
1. Vaatletsel met vorming van een plug (trombocytenaggregatie)
2. Stollingscascade
3. Controlemechanismen en terminatie
4. Fibrinolyse (oplossen)
Witte klonter/arteriële thrombus Rode klonter/Veneuze thrombus
- Beschadiging vaatwand - Geen primaire hemostase/ beschadigde
- Primaire plug + klonter: plaatjes + (fibrine) bloedvatwand
- Anti-aggregantia: - Stase van het bloed
perifeer arterieel lijden , CVA, MI, - Fibrine + (plaatjes)
atherosclerose - Anti-coagulantia:
DVT, VKF, longembool, CVA
1. INDICATIE
1. Anti-aggregantia:
o Secundaire preventie bij volgende ptgroepen
• Stabiele angor
• Vroeger doorgemaakt AMI
• Vroeger doorgemaakt TIA, iCVA
• Perifeer vaatlijden
• Vroegere coronaire of perifere angioplastie of revascularisatiechirurgie
o ACS: AMI & instabiele angor
o iCVA
2. Directe orale anticoagulantia (DOAC)
o Trombo-embolische preventie bij VKF
o Veneuze protectie: preventie + behandeling van DVT & longembolie
o Secundaire cv preventie van atherotrombotische complicaties (uitzonderlijk gebruik +
mechanistisch contra-intuïtief)
3. Vitamine K-antagonisten
o Zelfde indicaties DOAC
• Trombo-embolische preventie bij VKF
• Preventie & behandeling van DVT & LE
• C-I DOAC
à Trombo-embolische preventie bij pt met mechanische kunsthartklep,
matig-ernstig mitralisklepstenose en/of ernstige nierinsuciciëntie
, 4. Laag moleculair gewichtsheparines (LMWH) ANTITROMBOTICA
o Behandeling & secundaire preventie van DVT en LE
o Primaire preventie van DVT bij chirurgisch eingrepen met matig-ernstig risico van trombose
of bij langdurige immobilisatie bij bedlegerige pt met acute medische aandoening en hoog
risico van trombo-embolie
o Ter vervanging VKA tijdens zwangerschap of bij ingrepen met hoog risico van bloeding
(“bridging”)
2. WERKING
Anti-aggregantia Werking
Acetylsalicylzuur (80-100 mg/dag) Aceetylering van COX-1 id trombocyt à remming
vorming van tromboxaan A2
P2Y12-rec antagonisten
Thiënopyridines Verhindert binding ADP aan P2Y12-rec op
- Clopidogrel bloedplaatjes
- Prasugrel
- Ticlopidine
Reversibele P2Y12-rec antagonisten Verhindert binding ADP aan P2Y12 rec op de
- Ticagrelor bloedplaatjes
- Cangrelor
Anticoagulantia Geneesmiddel Werking
Dalteparine Activatie antitrombine waardoor
Laag moleculair Enoxaparine inactivatie van factor Xa beperkte anti
gewichtheparines Nadroparine factor Iia activiteit
Tinzaparine
Acenocoumarol Remming van de productie van
Vit K-antagonisten Fenprocoumon stollingsfactoren in de lever
Warfarine
Directe trombine inhibitor: Remming vrije & fibrinegebonden
Dabigatran trombine en de door trombocyten
Directe orale anticoagulantia
geïnduceerde plaatjesaggregatie
(DOAC) of niet-vit K
Factor Xa inhibitor: Reversibele, directe en selectieve
antagonist orale
Apixaban remming van stollingsfactor Xa
anticoagulantia (NOAC)
Edoxaban
Rivaroxaban
Uitleg pt:
à Bloedverdunner: zorgt dat er geen bloedklonters vormen die bv kunnen verstoppen en zo hartaaval of
herseninfarct kunnen veroorzaken
3. GEBRUIKSINSTRUCTIES – AANDACHTSPUNTEN
Hoe?
- Met of zonder voedsel:
o Acetylsalicylzuur: bij maaglast best samen met maaltijd
o Rivaroxaban:
§ 15 & 20 mg met maaltijd
§ 2,5 & 10 mg mag met of zonder maaltijd
o ASA:
§ Etsend ecect op slokdarm à inname met heel glas water
§ Maagsapresistentie tabletten: niet kapotduwen of pletten
• Vochtgevoelig
• Capsule niet door blister duwen
• Capsule niet openen of kauwen (te snelle vrijgave)
,Wanneer? ANTITROMBOTICA
- Medicatie innemen op vast tijdstip
- Vitamine K-antagonisten: inname ’s avonds
Hoe lang?
- ASA: levenslang
- Thiënopyridines: ifv terugbetaling
o 35 dagen MI
o 4w-12m PCA met stent
- Ticagrelor: 12m
- Anticoagulantia: afhankelijk van aandoening
Hoeveel?
- VKA: geleid van INR à complexe innameschema’s
- DOAC:
o Vaste doseringsschema
o Stnadaard dosis vs gereduceerde dosis
o Afh van indicatie
Therapietrouw:
- Belang dagelijkse inname: pt voelt zelf geen ecect medicaite
- DOAC: korte T1/23 à antistollingsecect 12-24 uur na laatste inname verdwenen
o Lage drug forgiveness
- Impact 1 of enkele dosissen overslaan = erg
- Geen nieuwe medicatie opstarten op eigen houtje
- Alcohol versterkt ecect (max 1-2 glazen per dag)
4. BIJWERKINGEN
- Risico op bloedingen
- Acetylsalicylzuur
o Vooral GI
o Risico op overgevoeligheidsreacties vooral bij pt met astma en nasale poliepen.
Kruisovergevoeligheid met NSAID
- Dypiridamol
o Gi-klachten, hoofdpijn, hypotensie
- Ticlopidine:
o Hematologische toxiciteit
DOAC’s geven evenveel GI bloedingen als vit K antagonisten maar minder intercraniële bloedingen
Risicofactoren:
- Ooit eerder al een probleem gehad? Maagbloeding, ulcus,…
- Oud zijn (>65 jaar)
- Nemen van andere gm die het veneus risico verhogen
2 zaken waar je kan op inspelen
- Hypertensie: bd onder controle houden
- Drugs: heeft pt interacties? à kijken vr alternatieven
Alcohol à beperken
Bloedneus & anticoagulantia:
- Minneure bloeding
- Betekent niet dat dosering te hoog is
- Niet prognostisch vr majeure bloedingen (ander type bloedingen)
o Door mond ademen
, ANTITROMBOTICA
Wat zeg je aan de pt?
- Sneller bloeding, wondjes die minder snel stoppen met bloeden.
- Beschermen tegen bloedingen
- Bloedneus is altijd onschuldig:
o Rustig blijven
o Door mond ademen
o Hoofd naar voor
o 1 keer goed snuiten
o >10 min neus dichtknijpen
o Te vaak? Melden aan dokter
- Let op vr grote blauwe plekken, bloed in ontlasting of urine, zware hoofdpijn
o Contacteer arts
1 GENEESMIDDELINTERACTIES
Acetylsalicylzuur:
- Verhoogd risico van bloeding bij inname van meerdere antitrombotische middelen of bij
associëren met andere middelen die bloeding kunnen veroorzaken (SSRI, cortico, NSAID)
o Farmacodynamische interactie (synergistisch)
o Soms bewuste combo meedere antitrombotica
- Vermoeden verminderen vh cardioprotectief ecect van ASA dr sommige NSAID
o ASA: irreversibele COX1-I
o NSAID: reversibele COX1-I
2 ANDERE ANTI-AGGREGANTIA
- Verhoogd bloedingsrisico bij inname meerdere antitrombotische middelen of andere
bloeding-veroorzakende middelen (NSAID)
- FK-interacties:
o Vb. Clopidogrel: omgezet via CYP2C19 tot actieve metaboliet
§ Omeprazole: inhibitor CYP2C19
§ Klinische relevantie interactie niet groot genoeg
§ Ziekenhuis: eerder pantoprazole geven
o Ticagrelor: CYP3A4 substraat + Pgp-remmer
Vit K antagonisten
- FD: verhoogd bloedingsrisico
o INR-monitoring niet zinvol (spiegels blijven gelijk)
- FK: CYP2C9 substraten + nauwe Ther-Tox marge
o INR-monitoring wel zinvol
- Voeding: Normaal gebalanceerd dieet!!
INR-waarde: coagulatie test
à Interaggerend gm heeft inmpact op aggregatie, niet op coagulatie
à Zegt iets over impact van vit K antagonisten op coagulatie
à Niet vr DOAC’s