- Fysische geografie = natuurlijke aarde.
- Sociale geografie = de inrichting van de wereld door de mens.
Mondialisering/globalisering Het proces waarbij de verbondenheid
tussen gebieden over de hele wereld
toeneemt.
Waar gebeurt het? Over de hele wereld.
Wat gebeurt er? Vroeger kwamen landen en gebieden
steeds meer met elkaar in aanraking door
kolonies. Door de huidige transport- en
communicatietechnologie is de
globalisering alleen maar meer
toegenomen.
Waarom gebeurt het? Omdat de transport- en
communicatietechnologie verbeterd.
Is het gewenst? Nee, één probleem in een gebied is overal
ter wereld voelbaar. Ja, interculturele
uitwisseling, verspreiding van kennis,
betere producten tegen lagere prijzen.
Komt het nog ergens anders voor? Ja, over de hele wereld.
- Transporttechnologie = het wordt steeds makkelijker om je te vervoeren of te
verplaatsen.
- Communicatietechnologie = je kunt steeds makkelijker met elkaar contact hebben
of communiceren.
- Relatieve afstand = de moeite die het kost om een bepaalde afstand te leggen.
- Absolute afstand = afstand hemelsbreed in kilometers.
- Tijd-ruimte compressie = de afstand in km blijft hetzelfde maar het kost minder
moeite en tijd.
- Multinationals = multinationale ondernemingen.
- Vrijhandel = handel zonder veel belemmeringen.
Basisvoorwaarden voor handel (interactietheorie):
- Complementariteit = er moet vraag en aanbod zijn.
- Transporteerbaarheid = als iets makkelijk is te vervoeren bevoordeeld dit de
handel.
- Geen tussenliggende mogelijkheden = er zijn geen andere landen die dichter bij
liggen en hetzelfde kunnen leveren.
, - Economische kerngebieden/de triade = Noord-Amerika, Europa en Japan.
Economische mondialisering Economische activiteiten in de wereld raken
steeds meer met elkaar verweven.
Waar gebeurt het? Over de hele wereld.
Wat gebeurt er? Bedrijven opereren steeds meer op
internationaal niveau.
Waarom gebeurt het? Na de val van het communisme
(planeconomie) ontstaat er een
vrijemarkteconomie. Door technologische
ontwikkelingen is het makkelijker om met
bedrijven over de hele wereld contact te
maken. De relatieve afstand wordt kleiner.
Is het gewenst? Ja, er is veel kennis, de productprijs wordt
lager en er is meer werkgelegenheid. Nee,
lokale winkels kunnen niet meer bestaan
door de MNO’s. Milieuvervuiling.
Komt het nog ergens anders voor? Ja, over de hele wereld.
Om economische ontwikkeling te beschrijven worden de volgende indicatoren gebruikt:
- Bruto nationaal product (bnp) of het bruto binnenlands product (bbp).
- Gemiddeld (jaar) inkomen.
- Koopkracht.
- (Samenstelling van de) beroepsbevolking.
- Het nadeel van deze indicatoren is dat ze een gemiddelde geven van een
land en niets zeggen over de verdeling van de welvaart over de bevolking.
- Sociaal-economische stratificatie = de bevolking wordt ingedeeld naar bezit of
inkomen.
- VN-ontwikkelingsindex = bedoeld om de verdeling van welvaart over de wereld te
kunnen meten. Kijkt naar huisvesting, scholing en gezondheidszorg.
- Samengestelde variabelen = een cijfer bepalen op basis van cijfers van
verschillende indicatoren.
- Spreidingspatroon = ruimtelijke spreiding, verdeling van verschijnselen over de
wereld.
- Productiefactoren = arbeid, kapitaal en natuur.
- Uitschuiving = het verplaatsen van de productie naar andere gebieden, vaak
lagelonenlanden.
- Internationale arbeidsverdeling = regio’s in de wereld leveren specifieke arbeid en
producten.
- Grondstofproducerende landen = Brazilië, Rusland en een aantal landen in Afrika.
, Global village De verbondenheid van de mensen
wereldwijd lijkt als van dorpsbewoners
onderling.
Waar gebeurt het? Overal in de wereld.
Wat gebeurt er? Door het internet weten we wat er aan de
andere kant van de wereld gebeurd. De
wereld lijkt daarom wel een soort dorp.
Waarom gebeurt het? Omdat het internet steeds beter en sneller
wordt.
Is het gewenst? Ja, je kan in contact blijven met mensen
vanuit de hele wereld. Nee, culturen
beginnen te veel op elkaar te lijken.
Komt het nog ergens anders voor? Ja, in de hele wereld.
- Ruilvoet = grondstofproducerende landen krijgen meer geld voor hun grondstoffen.
- De-industralisatie = proces waarin fabrieken sluiten en een land zich meer gaat
richten op de dienstensector.
- Nieuwe industrielanden = landen die een snelle ontwikkeling en groei hebben
meegemaakt op het gebied van economische activiteiten.
- Semiperiferie landen = hebben een snelle economische groei en ontwikkeling
doorgemaakt.
BRICSMIT-landen Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika,
Mexico, Indonesië en Turkije hebben een
snelle groei doorgemaakt.
Waar gebeurt het? Tussen de BRICSMIT-landen.
Wat gebeurt er? Eerst hadden we 3 machtsblokken;
Noord-Amerika, Europa en Japan. Nu
verschuift het economisch kernpunt meer
naar China. Dit komt omdat sinds 1980 de
MNO’S hun industrie verplaatsen naar de
lagelonenlanden. Hierdoor ontstaat er in die
gebieden meer werkgelegenheid en wordt
er meer geld verdient.
Waarom gebeurt het? Er ontstaat er een grote afzetmarkt voor de
MNO’S waardoor ze producten kunnen
laten maken voor lage kosten en het met
veel winst verkopen.
Is het gewenst? Ja, meer werkgelegenheid. Nee, de MNO’S
maken teveel winst t.o.v. de
lagelonenlanden.
Bij globalisering van de handel zijn een aantal zaken van belang:
, - Transport
- Communicatie
- Opheffen van grenzen
- Infrastructuur = wegen, spoorwegen, elektriciteit, internet etc.
- Transportnetwerk = netwerk dat transport mogelijk maakt.
- Absolute ligging = waar een land ligt op de kaart.
- Relatieve ligging = waar een land ligt ten opzichte van andere steden, landen etc.
- Afstandsverval = de mate waarin uitwisseling en contacten afnemen naarmate de
afstand groter wordt.
- Netwerk = alles is met elkaar verbonden.
- Kapitaalstromen = internationale verplaatsing van geld en kapitaal.
- Triade = Noord-Amerika, de Eu en Japan. De triade beheersen de wereldeconomie.
- Global shift = het economische zwaartepunt verschuift naar Azië.
- Pacific Rim = het verschuiven van het zwaartepunt van economische activiteiten
naar de Grote Oceaan.
- Noord-Zuid inversteringen = inversteringen vanuit de VS en Europa naar
Zuid-Amerika en Azië.
- Zuid-Zuid inversteringen = van Japan in Korea.
Globalisering van de handel is ook gebaat bij het opheffen van grenzen:
- Grenzen zijn een belemmering. Ze kosten tijd en geld.
- Grenzen worden ook gebruikt om met invoerrechten en/of uitvoerrechten de
‘eigen’ handel te beschermen.
- De WTO stimuleert daarom vrijhandel door subsidies en heffingen te
beperken.
- Fragmentarische modernisering = combinatie van moderne veranderingen en
oeroude gebruiken. (boeddhistisch iemand met een telefoon in zijn hand).
- Cultuurgebieden = gebieden die qua cultuur bij elkaar horen.
Indicatoren die iets over de culturele aspecten van een gebied zeggen:
- taal en analfabetisme
- godsdienst
- normen en waarden (immateriële cultuurkenmerken)
- bouwstijlen (materiële cultuurkenmerken)
- kleding (materiële cultuurkenmerken)
Culturele veranderingen vinden plaats op drie niveaus:
- Binnen landen. Cultuurelementen vinden via de grote steden hun weg naar het
achterland.
- Tussen landen. Vlaamse patat in Nederland en Franse woorden in Nederland.
- Mondiaal. Er vindt een import plaats van cultuuruiting.
- De regionale cultuur wordt door de invloeden van buitenaf bedreigd.
- Cultuur Fundamentalisme = groeperingen grijpen terug op hun oude waarden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mauddebruin. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.