Dit betreft een samenvatting van alle 15 lessen kennislijn (psychologie/pedagogiek) van de module het individu van de opleiding Social Work (HAN Nijmegen). Alle begrippen die je moet kennen voor deze tentamens zijn verwerkt in deze samenvatting. Met deze samenvatting kun je beide tentamens van deze...
Dear Kirsten,

The summary is indeed quite a few pages, but this is because all the concepts you need to know before the exam are described here. Of course I can't do anything about this myself, this is just the substance you need to know (although this is a summary for 2 different exams: human theory A and B).
Par: ninaoosterlaar • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
SocialWorkDaisy
Avis reçus
Aperçu du contenu
Social Work, Hogeschool van Arnhem-Nijmegen
Module het individu
Kennislijn
Les 2.2 wat is psychologie? en pedagogiek?
Psychologie = studie van de geest: de wetenschap van gedrag- en geestelijke processen.
Geestelijke processen: denken, voelen
Op het moment dat je iets denkt, heeft het invloed op je gedrag: hoe je denkt en hoe jij je voelt
Pedagogiek = kinderleiding: de wetenschap van het opvoeden.
Empirische wetenschappen (bijv. psychologie/pedagogiek) = bewijst dingen door observatie of experiment: het is
meetbaar, concreet- en vast te pakken.
1) Beschrijft het studieobject (observeren, waarnemen en beschrijven van bv. Agressief gedrag)
2) Verklaart de verschijnselen (theorie opstellen die de waarneming zou kunnen beschrijven)
3) Voorspelt op grond van de theorieën dingen die getoetst kunnen worden (door een experiment kijken of iets
klopt)
Waarom moet je als sociaal werker verstand hebben van psychologie/pedagogiek (empirische wetenschappen)? =
1) Helpt je om contact te maken
2) Helpt je om (de problemen van) een cliënt beter te begrijpen
3) Toepassen van psychologie helpt je om beter hulp te kunnen bieden
Stromingen/perspectieven psychologie =
1) Whole person perspectief:
a. Psychodynamisch perspectief // psychoanalyse (Freud: gedrag bepaald door onderbewuste)
b. Humanistische perspectief (het menselijke terugbrengen in de psychologie)
c. Perspectief van de karaktertrekken en temperament (persoonlijkheid = meetbaar, the big 5)
2) Behavioristisch perspectief (Watson: psychologie moet wetenschappelijker worden, psychologie is
waarneembaar)
3) Socioculturele perspectief // situationisme (kracht van de situatie)
4) Ontwikkelingsperspectief (hoe verhoudt gedrag zich tot eerder gedrag)
5) Cognitieve perspectief (cognitie: wat gebeurd er in je hoofd?)
6) Biologisch perspectief (gedrag wordt veroorzaakt door onze genen, hersenen en hormonen)
Psychodynamisch perspectief // psychoanalyse =
Grondlegger Sigmond Freud (1856 – 1939)
Gedrag wordt sterk bepaald door het onderbewuste: in dat onderbewuste zitten aangeboren driften en
verdrongen ervaringen
De eerste 5 levensjaren zijn sterk bepalend voor de ontwikkeling van je persoonlijkheid
Persoonlijkheid is opgebouwd uit:
1) Het onderbewuste (ID)
2) Het bewuste (ego)
3) Het geweten (superego)
,Humanistisch perspectief = reactie op het behavioristisch perspectief
Marslow en Rogers: de mens is van nature goed.
Het (unieke) menselijke terugbrengen in de psychologie (bewustzijn, vrije wil, liefde etc.)
Omgeving speelt een belangrijke rol bij ons gedrag: het is meer dan aanleg
Mensen kunnen zich ontplooien en groeien tot gezonde individuen (theorie: iedereen is goed, positief
denkend geboren en ontplooit zich door omstandigheden in zijn/haar omgeving)
Perspectief van de karaktereigenschappen en temperament =
Beschrijft persoonlijkheid d.m.v. karaktereigenschappen te beschrijven: gedrag en persoonlijkheid zijn het
resultaat van fundamentele eigenschappen (jij bent bv. Vrolijk, nauwkeurig)
Mensen verschillen van persoonlijkheid d.m.v. the Big 5
Je kunt persoonlijkheid meten door vragenlijsten/testen
Behavioristisch perspectief (gedragspsychologie)=
Grondlegger Watson (1900, deden veel onderzoek met dieren)
De psychologie moet wetenschappelijker worden: alleen het gedrag dat waarneembaar/meetbaar is en
waarmee je experimenten kunt doen, is relevant
Het doel van de psychologie is het toepassen van psychologische kennis om gedrag te beïnvloeden
Gedrag van mensen wordt bepaald door leerprocessen; gedrag is aangeleerd, nurture is belangrijker dan
nature
Een mens is een tabula rasa: een onbeschreven blad. De omgeving speelt een belangrijke rol bij ons gedrag;
meer dan aanleg.
Socioculturele perspectief/situationisme
De kracht van de situatie: neemt de context van de cliënt mee: culturele en sociale invloeden hebben meer
invloed op ons gedrag dan onze persoonlijkheid
Richt zich op:
1) Sociale invloeden op gedrag
2) Hoe individuen functioneren in groepen
3) Culturele verschillen
Ontwikkelingsperspectief:
Hoe verhoudt het gedrag zich tot eerder gedrag?
Bestudeerd psychologische verandering
Cognitieve perspectief:
Gericht op cognitie: wat gebeurd er in je hoofd?
Therapievorm dat bekijkt hoe mensen denken en wat voor invloed dat heeft in gedrag/voelen
Biologisch perspectief:
Gedrag wordt veroorzaakt door:
1) Genen
2) Hersenen
3) Hormonen
Neurowetenschap en evolutionaire psychologie
,Les 2.3 emoties en empathie
Arousal = activatie van het centrale zenuwstelsel
Wat zijn emoties- en waarom zijn ze belangrijk?:
1) Signalen die aangeven dat iets belangrijk is
2) Emoties brengen ons in beweging, ze hebben een functie
3) Ze zijn belangrijk voor onze overleving
Frijda maakte onderscheid tussen twee soorten emoties:
1) Primaire emoties ontstaan onbewust, automatisch door prikkels uit de buitenwereld
1) Angst
2) Onbehagen
3) Verbazing
4) Verdriet
5) Vreugde
2) Secundaire emoties ontstaan vaak bewust (evt. als gevolg op primaire emoties), sterker afhankelijk van
omgevingsinvloeden en cultuur
1) Hoop
2) Medelijden
3) Onzekerheid
4) Schaamte
5) Trots
Elementaire emoties volgens Paul Ekman:
1) Angst
2) Afkeer
3) Geluk
4) Minachting
5) Verdriet
6) Verassing
7) Woede
Emotionele intelligentie (EQ) = Het vermogen om emotionele responsen te begrijpen en te beheersen. Bestaande uit
vier onderdelen:
1) Waarnemen van emoties
2) Gebruiken van emoties
3) Begrijpen van emoties
4) Beheersen van emoties
, Er bestaan vijf vaardigheden die kenmerkend zijn voor een EQ (Goleman, 1995):
1) Zelfkennis jezelf motiveren
2) Optimisme het glas = halfvol
3) Incasseren van teleurstellingen niet in blijven hangen
4) Empathie
5) Sociale vaardigheden
Emoties bestaan uit vier samenhangende componenten (Frijda):
1) Fysiologische arousal de lichamelijke sensatie die je voelt (trillen bijv.)
2) Cognitieve interpretatie overtuigingen en gedachten over de situatie (inschattingsvermogen)
3) Subjectieve gevoelens hoe je het persoonlijk beleeft en voelt
4) Gedragsmatige expressie welk gedrag laat ik zien?
Voorbeeld: ik vertrouw die man niet (cognitief) en begin te trillen (fysiologisch). Ik voel angst (subjectief) en begin te
huilen (gedragsmatig).
Emotieregulatie (Hulsbergen):
1) Het op tijd herkennen van de emotie: trigger van emotie herkennen
2) Je ervan bewust worden: met afstand naar de emotie kijken
3) Kiezen voor een constructieve (iets opbouwen) reactie op de emotie: een reactie kiezen om te reageren op
de emotie
Gevoelsreflectie = de gevoelens van de cliënt weerspiegelen: je bent kwaad (klopt dat?)
Empathie = inlevingsvermogen die een connectie creëert: je verplaatsen in de belevingswereld van de ander- en dit
vervolgens teruggeven, benoemen
Voorwaarden voor echt contact volgens Carl Rogers:
1) Empathie
2) Onvoorwaardelijke acceptatie: een ander mag compleet zichzelf zijn, zonder kritiek/oordeel
3) Congruentie (= echtheid): jij laat zien wie je echt bent, dan doe ik dat ook
Empathische luisterhouding bestaat uit:
1) Aanvoelen van de privé wereld van de ander, alsof het je eigen wereld is
2) Kenbaar maken dat je ziet en hoort hoe de ander zich voelt- en checken of dit klopt
Het belang van een empathische luisterhouding (De Vries):
1) Het is belangrijker dan de methodiek die gebruikt wordt
2) Empathie is de basis va een vertrouwensrelatie
Lichamelijke synchronisatie (Frans de Waal) = emoties van de ander opmerken d.m.v. spiegelneuronen, waardoor je
een vermoeden krijgt hoe de ander zich voelt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SocialWorkDaisy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.