ALGEMENE RECHTSLEER
2022 - 2023
,Algemene Rechtsleer 1BA
DEEL 1: WAT IS RECHT?
Inleiding: een moeilijke vraag
De vraag ‘wat is recht?’: een ultieme, sluitende omschrijving is er tot op heden nog niet
gevonden.
Volgens Oliver Wendell Holmes Jr: is ‘recht’ de voorspelling van wat rechters in de
praktijk doen.
Hans Kelsen: ‘dwang’ is het onderscheidingscriterium.
Definitie van basisbegrippen ook niet perfect, maar wel een interpretatie.
Moeten we ons afvragen wat ‘recht’ is?
Sommige vakgebieden hebben geen behoefte aan een definitie (vb. chemie)
Rechters hebben als taak ‘het recht’ toe te passen – zonder begripsomschrijving: risico
dat onderzoeksresultaten verkeerd worden begrepen. Wekt verwarring op dan inzicht en
zo zijn initiële doelstelling tegenwerkt.
Waarom definitie van het recht?
- Weten wat recht is vooraleer je het toepast, wat valt er onder het begrip en wat
niet?
- Academische kwestie, onderzoek naar het recht
2 opvattingen:
1) Essentialistische opvatting: leunt het meest aan bij buikgevoel, essentie van het
recht. Men onderscheidt het recht van andere fenomenen (vb. religieus recht)
2) Conventionalistische opvatting: geen essentie maar de afspraak. Er moet een
overeenstemming zijn.
Talrijke definities overlappen gedeeltelijk, en sluiten elkaar ook soms
gedeeltelijk uit.
Natuurrecht = de tegenstelling van mensenrechten. Het bevat meerdere stromingen en
heeft als kernboodschap ‘recht is niet volledig van menselijke inzichten’. De mens is
ondergeschikt aan de natuur, die verplichtingen oplegt aan de mens.
Recht kent veel vormen en is heel verschillend maar ze overlappen elkaar wel. NIET
bindend.
Brian Tamanaha: recht is alles wat mensen door hun sociale praktijken identificeren en
behandelen als ‘recht’.
Belangrijke reden waarom juristen geen sluitende definitie kunnen geven van
‘recht’: ‘recht’ is maatschappijafhankelijk: het hangt af v/d wijze waarop een
bepaalde maatschappij naar het recht kijkt.
Een maatschappij: iets is ‘recht’ als het overeenstemt met algemene gedeelde
morele overtuigingen.
Andere: ‘recht’ alles wat in overeenstemming met een grondwet is uitgevaardigd.
Seculier recht: geen recht, aangezien dergelijk ‘recht’ duidelijk een essentieel element
van recht niet heeft begrepen.
Of: seculier recht is ook ‘recht’ maar slechts als we de visie van de seculiere
maatschappij op recht als uitgangspunt nemen.
1
,Algemene Rechtsleer 1BA
Er is geen universeel en tijdloos criterium om uit te maken wat als ‘recht’ telt
en wat niet.
Doorheen de jaren zijn er diverse vormen van recht ontstaan, als gevolg van
sociale, culturele, economische, politieke, ecologische en technologische
ontwikkelingen.
Friedrich Nietzsche (14)
Besluit: we moeten ons niet focussen op ‘het recht’ in zijn geheel, maar op de diverse
kenmerken die ermee in verband worden gebracht. Op alle vragen: diverse antwoorden.
Door aan te geven waarom we die antwoorden geven, krijgen we een beter beeld van het
recht als maatschappelijk verschijnsel
Titel I. Fundamentele transformaties van de mensenmaatschappij
Proloog: mensen zijn sociale wezens:
Mensen zijn sociale dieren:
Leven en voortplanten binnen een gemeenschap.
We streven samen met anderen naar een bevrediging van onze basale behoeften
(voedsel, onderdak, veiligheid, voortplanting, betekenisvol bestaan), verlangens
en neigingen
We nemen onze maatschappij waar en communiceren met behulp van taal en
concepten.
o Ons leven krijgt betekenis in relatie tot anderen.
Twee soorten noodzakelijke facetten van ons bestaan:
Materiële facetten: ecologische, technologische, economische grondstoffen.
Ideële facetten: kennis, overtuigingen, waarden, concepten en gewoonten die ons
gedrag vormen en sturen.
Het samenspel van materiële en ideële facetten met sociale instituten en
praktijken maakt sociale ontwikkeling binnen een gemeenschap mogelijk.
Niet alle gemeenschappen zijn sociaal even complex. Hoe groter de gemeenschap: hoe
groter de organisationele structuur moet uitgewerkt worden.
Er bestaat een zekere hiërarchie binnen de gemeenschap om beslissingen te
nemen en die op een georganiseerde wijze te implementeren.
o Leiders spelen een cruciale rol.
Kleinere gemeenschappen: mogelijk dat leider rechtstreeks zeggenschap heeft
over alle leden van de gemeenschap.
Op gegeven moment: een gemeenschap bereikt een graad van sociale
complexiteit: leiders zullen met tussenpersonen moeten werken.
Raoul Naroll: groepen van meer dan 500 mensen: leiders nodig – vanaf 1000
mensen: 1 of andere gespecialiseerde organisatie van functionarissen nodig om
de orde te handhaven.
Elke gemeenschap neemt basisbehoeften voor haar rekening: voedsel, huisvesting,
transport… behoud van interne orde, verdediging tegen buitenstaanders.
Complexere gemeenschappen: deze taken door instituten uitgevoerd - die in functie van
deze basisbehoeften zijn georganiseerd.
2
, Algemene Rechtsleer 1BA
In de loop der tijd: gemeenschappen zijn steeds meer bestaan uit hiërarchische
en heterarchisch georganiseerde instituten van samenwerkende
gemeenschapsleden om op een gecoördineerde wijze in die basisbehoeften te
voorzien. Uitleg hiërarchie (16)
Maatschappelijke organisatie: twee vormen van specialisatie:
Horizontale: macht en bevoegdheden worden verdeeld onder functionele
eenheden die elk op hetzelfde niveau staan
Verticale: hiërarchisch verschillende niveaus die planning, inrichting en uitvoering
van activiteiten waarnemen.
In de loop van de geschiedenis zijn gemeenschappen sterk in omvang, dichtheid en
complexiteit toegenomen. Er zijn netwerken tussen gemeenschappen ontstaan door hun
onderlinge interactie.
Recht is aanwezig in elke samenleving, alleen betekent het begrip ‘recht’ niet
in elke samenleving hetzelfde.
Het volgende overzicht is chronologisch opgebouwd. Verschil tussen complexiteit: rijken
en moderne staten staan niet verder dan andere samenlevingsvormen, ze zijn gewoon
complexer.
1. Jager-voedselverzamelaars
Vanaf het ontstaan van de mensheid (1,8 miljoen jaar geleden: Home Erectus – 200 000
jaar geleden Homo Sapiens) tot het moment: de landbouwsamenleving haar intrede doet
(12 000 V Chr. In het Midden-Oosten), leven groepen van mensen samen in clans van
jager-voedselverzamelaars. Deze periode: het paleolithicum
Die clans delen meerdere kenmerken met elkaar:
Leven in groepen van ongeveer 25 mensen die op familiebanden gebaseerd zijn.
Ze maken deel uit v/e groter netwerk van naburige clans die samen voedsel
verzamelen.
Met uitzondering v/d verhouding man-vrouw: egalitair. Hiërarchische
verhoudingen zijn afwezig.
Leiderschap wordt bepaald op basis van persoonlijke kwaliteiten (vb.
vaardigheiden als jager, krijger…)
Erg belangrijk binnen de clan: goederendeling en wederkerigheid. Wie meer heeft,
draagt ook meer bij aan de clan.
De clan van jager-voedselverzamelaars kennen regels en gebruiken: 5 categorieën:
Land en waterbronnen
Roerende goederen
Geschoten wild, geoogst voedsel en dergelijke
Mensen
Heilige kennis
Aanspraken op land en waterbronnen variëren naargelang:
De culturele opvattingen van de stam
De ecologische omstandigheden waarin die zich bevindt.
Als andere clans toegang vragen tot land, dit kan op voorwaarde:
3